>> HOMEpage

Herzog August bibliotheek bezocht 1677

Bron: Tresoar toegang 323 EVC inv.nr. 3724 'Journaal van een reis door een aantal Nassause landen en andere delen van Duitsland, vermoedelijk van de hand van Hessel Vegilin van Claerbergen; ontvangen door Philip Ernst Vegelin'; incompleet
Reis van Hessel (1655-1696) met diens vader Philip Ernst Vegelin van Claerbergen
Internetuitgave in uittreksel: M.H.H. Engels, juli 2024

Tot Lier gingen wij ons middachmael doen in de
Prins van Oranien; wierden wel getracteert voor een
civile prijs ..... van daer gingen wij naer Deteren .....
'sMorgens te half dryen sijnde den 31 May gingen
wij met een wagen op Oldenborg ..... Hier bevonden wij dat de
meeste stadt verbrandt was; alhier is een schoon kasteel .....
'sMorgens den 1 Junii Veneris gingen wij met de dageraet
naer Baerenborg ..... Zuydtvelt .....
'sMorgens 2 Junii te 2 uyr gingen wij op Minden .....
aen de Weser ..... Oldendorp ..... Coppenbrug .....
3 Junii ..... in de kerk ..... hoorden de aengename gesangen
der Luthersen ..... Den 4 Lunae at de Heer Klenck bij ons,
broeder van de Heer Conraed Klenck tot Amsterdam, den 5 Martis
..... middachmael bij de voorschrevene Heer Klenck.
Den 7 Jovis reden wij naer een berg 1 uyr gaens van Coppenbrug
alwaer wij het bergwerk besagen, namelijck hoe se de
stenen uyt de aerde graefden .....
om dese tijdt besocht ons Mevrouw de Amptmansche
van Louwenstein, tout a fait opgemaekt met chamoy
lint dicht aen Aurora, een coleur welbemindt van Heer Hogheyt.
Junii den 10 Solis hadden wij bij ons te gast de amptman
van Louwenstein een gaeuw man in jure Germ. en sijn huysvrouw .....
Den 14 Jovis gingen ..... Monsr. Hucker en ick naer
Hildesheim 'smorgens te 2 uyr op 't paerdt en te 8 uyr
sonder onderweeg te plaisteren al op een snelle draff
aldaer, sagen de processie doen, besagen der Jesuiten
klooster ..... de stadt is gefortificeert, heeft bijna
20 kercken soo Lutherse als Paapse ..... aten 'smiddachs bij Jan
Boongaert in de gulde Engel .....
Den 16 Junii Saturni reden wij gesamentlijck te peerde de grensen
van half Spiegelberg om .....
Den 17 Junii Solis gingen Papa, Monsr. Brasoen, Mon-
sieur Hucker en ick naer Voldagzen .....
Den 18 Lunae besagen wij de hoogste bron op de groote berg,
saten onder den beukenboom en songen.
Den 19 Martis wierde verhaelt die wonderlike gechiedenisse
van Schottelius D. .....
Den 20 Mercurii NB. Monsr. Hering belooft La Mothe de Vayer in
3 vol fol. .....

..... 21 Junii 1677 Jovis at de Heer Klenck en Mr. Brasoen
bij ons en wierde verhaelt voor waerachtich .....
NB. Dese Justus Georgius Schottelius is geweest Furstelijke
Braunswijkse, Lunenborgsche camer-, hof- und consistoriall-
Raht und Hoffgerichts Assessor ..... (heeft verscheydene boekken[!]
gescreven als de Singularibus in Germaniâ Juribus in 8vo etc.) .....

22 Veneris gingen Papa, Mr. Hering, Dr. Tappe cum uxore
en ick 'smiddachs ten eeten bij de Heer Munnickhau-
sen edelman tot Voldazsen ..... daer moest ick voor haer Hoogduyts
lesen, als ick niet wel en las sloegen sy mij met de wapen op
de vingers .....
5 Julii Jovis Naer voorgaende contestatie hoe en met
wie ick reysen soude, ging ick s'morgens te 7 uyr
met Andreas Knorr Rector tot Coppenbrug en 2 knegten
uyt voorscr. vlecke, in meninge den Haertz en wat
vorders remarkabel was te sien in 't landt Brunswich.
.....
16 Lunae screef s'morgens 1 brief aen de Prins en
gaf een scriftelijck advis over de saeken van den
Heer Aerssen; 's avonds quam Mr. Hucker
van de bron en bracht mij mede 1 alabaster
flessie 1 met 1 forck ingeleyt, 1 beursie, 1 messie.
20 Julii Veneris quamen alle boeren uyt het graefschap
Spiegelberg bij elkander tot 3 a 400 om des Heer-
schafts landt te meyen .....
22 Julii Solis was Dr. Bucholt met sijn soon bij ons ten
eeten, sprekende van Tovenarij .....
27 Julii Veneris gingen papa en ick, medenemende
Nicolaus Lossius pastor primarius tot Coppenbrug
en Mr. Christohorus Brasoen quartiermeester naer
Hannover ..... logeerden bij den Valkenier, sijnde een herberg
buyten de stadt .....
28 Saturni s'morgens te 8 uyr de Heer Witzendorff besocht.
Daernae van gelijcken den Heer de Groot, beyde
Caemerraden van den Hartoch; daernae besagen St. Jurgien kerck
alwaer de passion, opstandinck en Hemelvaert en dínstellinge
des H. Avondtmaels in 't groot in louter
alabaster kostelijk en kunstlichlijck wierden
afgebeeldt .....

Tot Wolfenbuttel wierden wij seer scherp geexamineerd
in de poorten; ick adresseerde mij terstont aen de
Hr. van Munchhausen Raedt etc. van den Hertich
Anthony Ulrich, naer overleveringe van 1 brief aen
S. Ed. van mijn Vaeder, gaf mij terstont een knegt
mede en bestelde alles sodanich dat ik terstont
de Bibliotheek quam te sien; waerlijk een illustre
Bibliotheek, als ick wel geloof dat naest de
Vaticana en Oxforder in Europa nauwelijcks
te vinden sijn. De Hertoch Augustus dat licht
in geleertheyt Z. M. hadde 4 groote folianten
met eygener handen bescreven allenich van de
contenue van yder boek in sijn bibliotheek
die ick sach. De bibliotheek is verdeelt in 2
kamers, waervan yder soo lang is als onse
gemene kerken; sij vervat in alles vijftich
1000 boeken, alle net gebonden en gerangeert,
veele 100 gescrevene, de korte tijt verboot mij
deselve in te sien; ick sach alleen de Hoogd. Bibel
die Dr. Luther altoos gebruykt hadde; hij was vol
gescrevene marginalia; noch 1 gansch gescreven
boek van denselven. Oock heb ick in de
handen gehadt een loden inckvat ovael meesten-
deels, daer Dr. Luther de duyvel tot Eysleben
in Saczen mede naer te kop gesmeten hadde, iets hebbe
van ooggetuygen gehoort dat noch tegenwoordich
de inckt aen de wandt syt en niet kan uytgescrapt
werden.
Item sach ick eenige ze[e]kaerten in lang 4to
tot 12 in 't getal die met de pen waeren gemaekt,
soo konstich als ick noyt gesien hebbe, en waeren van
de Ridders van Maltha gecoft voor 500 Ducaten.






[Deze in 1514 door Battista Agnese op perkament prachtig in kleur gemaakte zeeatlas (11 kaarten voorafgegaan door een armillairsfeer en met een kompas in het achterplat), verwierf hertog August in 1634. >> Lit. en ill. m.b.t. een exemplaar elders. Deze portolaan- of portulaankaarten, zo genoemd naar het Latijnse woord portus = haven, geven kustlijnen en zeehavens aan.]
Ook sach ick de regerende Hertoch Augustus uytgeteykent
te voet en te paert met letteren sodanige fijn dat ick
niet mercke of 't waeren haelen en streken, doch er nauw
op siende konde het perfect lesen, neffens andere
rariteyten sach ick oock boeken die noch gebonden
waren met bast van bomen, item rollen van parkament
daer se op gescreven hadden; oock tafelties (tabulas daer
Cicero soo veel van gewaegt) daer se in was op screven,
en andere materie, oock sach ick een missale Romanum
sijnde een overgroot breedt foliant op parkament daer
in kostelijck en beter als men tegenwoordich souken
soude, allerhande gesangen op 't Latijn waren ingescreven
met noten van allerhande coleur, moyt heb ick
schooner boek gesien; boven andere muntte uyt een pulpi-
tum van 6 planken dat men omdrayen konde, sonder dat de
boeken daeraf vielen. Eiken boekenrad. Gemaakt voor hertog August na 1625. Staat in de Herzog August bibliotheek. Op het rad liggen boekencatalogi van de hertog.
Den bibliothecaris seyde
mij dat er een kunststuck in verborgen was, dat de
Hertoch van Cel alleen en niemant anders een
model daervan verkregen had; (alhoewel dat
papa mij naederhant gesegt heeft dat H. Hoogh.
een vereert was van [niet vermeld]) niemant
en is de copij van 't Catalogus vergunt als

Dr. Conringius tot Helmstadt; ick moeste de naem
daer in een boek tekene naer manier van alle
die de Bibl. besagen.
Van daer wierde ick
terstondt geleyt in 't wapenhuys daer scheen
over, dat al open gemaeckt was: Hier vondt ick
2 stucken geschuts, yder soo lang als mijn
caemer op de Jouwer; onder alles besien

hebbende nodichde mij boven seggende daer
was noch soo etwas: de deur open doende
stondt aldaer een gansch regiment soldaten
in haer volle postuer, alle wel geharnast
en gewapent van onderen tot bovenen, waer
van de voorsten met lange beerden aengedaen
waeren, voor waer verschrickelijk voor ymant
die het niet wiste. Daer was oock noch een
pantsier van kopere rinckies daer ick genoeg aen hadde
te dragen. Dese, seyde men mij, deden de oude noch
over alle haere wapenen heen, waeruyt ick besloot
dat de oude Duytsche wackere en sterke mannen moeten
geweest sijn. Noch sach ick een pistool, dat on-
der aen de ladinge een ronde dicke ijseren bal hadde
waermede de oude, naerdat se geschoten hadden, haeren
viant mede naer de kop smeten. Dat alles
gesien hebbende ging naer het hof van Hertoch
Antoni Ulrich, die ick 't ongeluck hadde van niet
t'huys te vinden, leverde de brief van mijn Vaeder aen
S. F. D. den Hartoch Antoni Ulrich
aen den secretarius, aen wien ick een compli-
ment dede, 'twelke hij mij repliceerde. Des Hartochs
Anthoni Ulrichs hof is naest het Hof van sijn
broeder Hertoch Augustus, regeerende Heer; van
daer ging ick den Heer Munchhausen bedancken
die mij nodichde om daer te blieven doch spoedende
mij om mijn reys te volbrengen, bedanckte hem, en
ginck voort de kerk besien, die uytnemende kostlijck
was. [vervolg ontbreekt]

>> begin