>> HOMEpage Gestoelte en
graf(kelder)
|
Bekenne ick onderges. als kercke- voechd, dat mij d' pen. in desen geroert ten volsten van den E. grietman Saeckma sijn voldaen ende betaelt. In kennisse mijn handt, den 22en Aprilis Anno 1645 W.H. zu Schwartzenberg A[nn]o 1645 4. m./22. d. |
Wilco van Holdinga vrijheer
toe Swartsen- bergh, ritmr. ende mayor over een regement te paert, sampt Frans Ruurdts, beyde als kerck- ende armevoechden van den dorpe Rinsma- geest, ende in desen special. van de geme[en]te derselver dorpe daertoe gecommitteert, ter eenere, ende d. E. heere Sakema, grietman over Dantumadeel ter andere sijde, hebben met enander gemaeckt seeckere contracte van een leegerstee ende gestoelte in de kercke van denselven dorpe, in voegen nae bes[chreven], te weeten dat hij grietman sal genieten ende tot sijn gelieven mogen setten een gest[o]elt[e] met een leegerstee op 't west van de suyder kercke, in voegen dat d. gemente voor d'suyder duer tot hunne gelieven met bancken sullen mogen besetten ende hoewel dat d. opgemelte heere grietman met d. welgedachte mannen was geaccordeert dat voor d. suyder deur soude een houten schut geset worden, soo sullen d. kerckvoechden tot favoir d. deur met een steens muere laten toemetselen omme d. selve van degene die d. selve wil ofte sal gebruicken, weder open ende toe gemaeckt te mogen worden. Voor d. welcke die opgemelte heere grietman aen de wel- gedachten voechden bij t'aenvaerden sal betalen d. somma van tweehondert Cargln. tot twintich stuyvers t'stuc. Aen welcke contracte dies contractanten wel genoecht, belovende t'selve in alles nae te gaen ende t'achtervolgen onder verbant onser in glts. goederen niet[s] excempt, orconde onse/contrahenten handen met d. handt van de onderges[schreven] Not. pub. Actum Rinsmageest den 11en Marti Anno 1645. d. post dat als d. duer ge- opent wort, sal binnen acht ofte veertien dagen we- der toegemaeckt worden alsmede dat d. losse bancken gemaeckt sullen worden op een lanc- te als d. tegenwoerdighe bancken sijn, desen onder twee gelijck luyden[de]. Actum ut sup[ra]. |
|
S. Saeckma | W.H. zu Schwartzenbergh A. 1645 3 m ./11 d. |
|
Frans Ruierts An[n]o 1645 |
N. Johannis 45 Not. Pub. |
Doopboek Rinsumageest, Tresoar microfiche DTB 167, vergeleken met de genealogie Truchsess op het internet door W. Quant.
Dr. Suffridus Saeckma ook genaamd Siverd en Siort, zoon van Johannes Saeckma (raadsheer in het Hof van Friesland en curaotor van de Franeker academie) en Hylck Boner, grietman van Dantumadeel, geboren op zondag 1 april 1607 en gedoopt op zondag 8 april 1607 te Leeuwarden (Frl) (gedoopt als Siurdt), is overleden op woensdag 8 december 1655 (kinderloos) en begraven op zaterdag 11 december 1655 te Rinsmageest. Suffridus werd 48 jaar.
Suffridus was gehuwd met Titia Thomasdr. Oosterbaan, dochter van Thomas Gerrits (burgemeester van Stavoren). Titia is overleden na vrijdag 8 augustus 1659.
Van Suffridus en Titia zijn zeven kinderen bekend:
1 Gerrijt Saeckma is gedoopt op donderdag 5 oktober 1634 te Rinsumageest (Frl) (in de doopaantekening stond geschreven: doopgetuige was Johannes, vader van de vrouw van de grietman wonende te Stavoren) [De vader van de vrouw van de grietman heette Thomas en woonde in Stavoren. De vader van de grietman heette Johannes. Vergissing van de notulist?!]. ten overstaen van synnen grietmans wijffs vader wonende tot Stavoren
2 Hilke Saeckma is gedoopt op donderdag 24 januari 1636 te Rinsumageest (Frl).
3 Joannes Saeckma is gedoopt op donderdag 3 september 1637 te Rinsumageest (Frl). ten overstaen van de vader ende Anicke
4 Joannes Saeckma is gedoopt op donderdag 13 januari 1639 te Rinsumageest (Frl). ter presentie ende biestan van de vadere in den kerck van Rentzemageest gedoopt
5 Johannes Saeckma is gedoopt op woensdag 29 augustus 1640 te Rinsumageest (Frl). een grietman Sackema soon gedoopt ten overstaen van syn broder, is genampt Joannes
6 Johannes Saeckma is gedoopt op donderdag 3 juli 1642 te Rinsumageest (Frl). ten overstaen van de vader ende tuygen Trijn Jans
7 Hittie Saeckma is gedoopt op donderdag 2 maart 1645 te Rinsumageest (Frl). Den 2en Martii heeft den E. grietman Saeckma tot Rinsmageest wonende een dochterken laten doopen ende is genaempt Hittie
Tragisch is dat geen van de kinderen lang heeft geleefd: de familie Saeckma is daardoor in mannelijke lijn uitgestorven.
Suffridus' vrouw Titia trad blijkens het doopboek eenmaal als meter op: Den XXVIIen Febreuarii 1639 Siboldus Attama dochterke gedoopt met namen Jelke Sibolts ten overstaen ende als mette den E. grietmans Saeckema huysvre. Tietke Saeckema. Suffridus' dienstmeid was meter bij de doop van de eerste Johannes (3) en kreeg ook zelf een kind van ...? Den 25en Septembris 1642 Ancke der dienstmeyt van Syoordt Saeckema haare kint, wesende eenen knechtke, gedoopt ten overstaen van Yd Ockes weduwe als getuige oft mette.
In de tentoonstellingscatalogus 'De zilveren eeuw' - Leeuwarden, Fries Museum, 2000 - wordt onder nr. 16 een in 1633 door de Leeuwarder zilversmid Jarich Gerrits van der Lely vervaardigd knottekistje beschreven. Het was en is nu weer in in bezit van de particulier die het liet zien in een uitzending van 'Tussen Kunst & Kitsch' januari 2013, waarbij het getaxeerd werd op € 80.000. De grootte van het kleinood: 9,5 x 6,3 cm.
Aan de lange zijden zijn vier cartouches gegraveerd met personificaties van de vier seizoenen: lente en zomer aan de kant met de sleutel, herfst en winter aan de achterkant.
Een elegant gekleed liefdespaar reikt elkaar de hand in een cartouche op het half-cilindrische deksel. Boven hen een verbeelding van de Heilige Geest in de vorm van een duif. Aan de korte zijden een personificatie van de hoop resp. de liefde. Om de voorstellingen heen eenvoudig rankwerk.
De aanwezigheid van een (originele?) sleutel is zeldzaam; de grootte van die sleutel bovendien opvallend.
Aan de onderkant van het kistje een gegraveerd wapen: gedeeld rechts een halve adelaar en links een huismerk onder een staande (roof)vogel.
Aan de binnenkant op de bodem gemerkt Leeuwarden, gekroonde lelie en jaarletter b [= 1633].
>> begin