HET TESTAMENT VAN MARCUS LYCKLAMA
* 9 aug. 1625 opgemaakt door zijn beste vriend Johannes Saeckma * >> HOMEpage

Marcus Lycklama

Het testament van Marcus Lycklama met het door de weduwe getekende bewijs van ontvangst en een door de broer van de overledene getekend ontvangstbewijs, voorheen Provinciale Bibliotheek van Friesland signatuur 8571 Hs, nu Rijksarchief in Friesland toegang 347, inv.nr. 1320, wordt hier opnieuw uitgegeven met enige <aantekeningen>.
Dit is een bewerking voor internet van de uitgave 1992.
Het testament is door Johannes Saeckma opgemaakt, gedeeltelijk aan het sterfbed of althans in het sterfhuis van zijn beste vriend.
De niet gelezen woorden zijn door [...] weergegeven.

Uit dit testament blijkt de tot nu toe niet bekende geboortedatum van Marcus Lycklama: 17 januari (= St. Antoniusdag) 1573.
Op zijn sterfbed heeft Lycklama verzocht bij stadhouder Ernst Casimir om een goede nieuwe grietman in West-Stellingwerf te vragen. Saeckma's zoons mochten elk een boek uit zijn bibliotheek uitzoeken.
In de inventaris van de tussen de weduwe en de andere erfgenamen te verdelen goederen valt het zilver op, waaronder verschillende credenzen: zilveren drinkschalen op voet.
Van de rijkdom van edelman Lycklama getuigen verder de onroerende goederen. Ook bezat hij een koets en een schuit.


Pieter Claesz - stilleven Het stilleven hiernaast van Pieter Claesz van Haarlem in de Gemäldegalerie Berlijn wordt beschreven als "Stilleben mit Römer und umgekippter Kredenzschale". De Duitse term Kredenzschale komt overeen met de Italiaanse "tazza". Men bedenke dat Friesland in de zeventiende eeuw sterk op Duitsland geöriënteerd was. In Holland werden drinkschalen op voet "coppetas" of "coppe schale" genoemd.

***

Marcus Lycklama a Nijeholt (17.1.1573 - 9.8.1625) studeerde rechten aan de universiteit van Franeker. Hij was hoogleraar aldaar van 1604 tot 1610 en vervolgens grietman van Ooststellingwerf en lid van de Staten Generaal resp. de Raad van State. In 1623 werd hij grietman van Weststellingwerf. Vanaf 1610 was hij curator van de Franeker academie. Zijn juridische geschriften werden hoog gewaardeerd. Hij is begraven in de kerk van Nijholtpade: door de houten vloer is zijn grafsteen aan het oog onttrokken.
Marcus Lycklama werd door Johannes Saeckma wel "mijn Antonius" genoemd: vgl. de brief die Saeckma als gymnasiast te Leeuwarden ontving van zijn neef Sabinus Odulphi Baerdt, die te Franeker studeerde (19-1-1588; Rijksarchief in Friesland, Collectie van Breughel). Dat Lycklama eenmaal het pseudoniem Antonius Mercator gebruikt heeft, is nu ook begrijpelijker: Anton. Mercatoris pro Jac. Cuiacio Operae gratuitae de condictione furtiva, adversus operas Ant. Fabro ... subsidiarias, Lugd. Batav. 1616.


>> begin

HET TESTAMENT

<Bladzijde 1>

Ontvangen bij Juff. Perck van Goslinga wedue van w.
de Heere Marcus Lycklama in levene Ridder ende Grietman
van Stellingwerff Westeinde, uyt handen van J. Hylck
Boner wedue van w. den Heere Saeckma, t'Testament van
de gedachte Heere Lycklama van den 8 Augusti 1625, samt Inventaris
van sijn Ed. nagelatene goederen samt sekere minute van schei-
dinge tuschen sijn Ed. wedue ende erfgenamen geconcipieerd,
bij de hand van w. de Heere Saeckma gescreven. Oirconde mijn
hand hier ondergesteld desen 28 Junii 1637.

<Geschreven door Saeckma's zoon Theodorus, ondertekend door>

Perck van Goslynga

Ontfangen bij mij van Juffr. Parck van Goslinga de coopbrieff
van H[...] Wibrants van land [tot] Wolvega daer mijn W.
broeder ende Juffr. Goslinga op huiset hebben, met inventarys
van mijn Here Saekema geteekent [...] [...] 32 [...]
Esaias van Lycklema
1627

<Bladzijde 2> <Deze en de volgende bladzijden zijn geschreven door Johannes Saeckma>

Marcus Lycklama

Den 9en Aug[us]ti 1625
Des morgens een weynig voir acht uyren is in den
Heere sachtelijcken ontslapen d'Heere Dr. Marcus
Lycklama IC nadat hij s'avonds tevooren ende
des nachts tot aenhoiren van den omstanders
zijn gelove ende vaste vertrouwen op de verdiensten
Jesu Christi breed ende ruerich verclaerd hadde,
oock zijn ziele in den handen des Heeren bevolen
met aenroepinghe van de name Jesu te meer
malen.

Hij heeft oock vermaend aen te seggen Zijn Gen. dat doch
een goed successeur in zijne grietenije tot
desselven dienste mochte commen.

Hij verclaerde geboren te zijn Antonii dach anno 1573.

Hij heeft mij versocht gedienstig te willen sijn
op seeckere schuld voor 100 gls tot opbouwinghe
van de kerck van Oldebercoop, waarvan de
renten jaerlicx gehoedet sijn tot noch bij eenen
van Baerts nisi fallat memoria.

Van Jan Goslingha geteyckende ende ongeteyc-
kende schuld doch Juffr. bekend recomman-
deerde insgelijcken mij te willen gedencken.

D'andere omstaenders nae perfectie van het
testament heeft hij vermaend in memorie te
houden, dat hij mijn zoons elcks een boeck
uyt zijn bibliotheycke bespraeck dien sij keesen mochten, als
oock zijn broeders ende susters zoons elcks vier ofte ses.

<Bladzijde 3>

Juffr. P. Lyclama

cruyd-doos - 2 pond 7 achtendelen
2 slechte soutvaten - 2 pon[den] een lood
2 mostartpotten een
slechte ende gedreven met een lepel - een pond vier lood ende een vierndel
een daegs soutvat - 13 1/2 lood

Erfgen.

driehoekig zoutvat Middelburg 1623

een silver lampet ende becken - 5 pond ende 11 lood
ses schalen - 170 lood
een Engels soutvat
een lufter
een driekant met pylaers soutvat - [tesamen] 65 lood [vergelijkbaar met >]
een duplycx beker - 18 lood

Juff. P. Lyclama

6 schalen - 159 lood
2 dousijn lepelen
een olipot - 62 lood ende een vierndel
een kanne van serpentstien - 14 lood

Erfgen.

2 candelaers - 19 lood
een credens - 35 lood
een groot credens - 94 7/8

Juffr. P. Lyclama

een groot drincbeker - 57 3/4 lood
een credens - 69 lood ende een half
een credens - 41 lood

<Bladzijde 4>

Erfgen.

bekerschroef, Andries Grill 1642

twee schroeven - 24 lood [hiernaast > een afbeelding van een bekerschroef]
een credens - 34 lood een half
een grote schulp - 17 1/2 [doorgehaald]
een credens - 21 lood

Juffr. P. Lyclama

een dubbelde cop - 27 1/2 lood
een gedopte credens - 21 lood [doorgehaald]
een kleyn schulp - 10 lood
een schulp - 17 1/2 lood

De parcelen heeft elcks ontfangen den 13en
Septembr. 1626.

De veltcoeye te vercopen

2140[?] Den helfte sal Juffr.
na haer dood uytkeeren laten.

Jantien Reyners ende Aefke Carstens
[.....]sters

Tweedusend eenhondert ende viertig Carol. gls
sijn de meublen t'samentlijcken geaestimeerd, waer-
van Juffr[ou]we Lyclama nae haer dood den helfte
sal doen uytkeeren.

<Bladzijde 5>

Vaste goederen

I. Het huys, hovinge ende State tot Oldebercoop

Ontfangen

250[?] ll. van de vercochte molen t'Elsloo
44[?] ll. van opgecomene consenten
63[?] ll. van een vercocht paerd
-----
143[?] ll. te samen

897 - 15 - 0
1174 - 11 - 0
------------
2072 - 6 - 0

De coetsepaerden-
tuygen, 4 rode stoelen,
een uytrecktafel,
een banck met comptoir
in Oldebercoop buyten den
aestimatie

<Volgen twee kolommen met bedragen gemerkt A t/m Z, AA t/m EE>

<Bladzijde 6>

<Twee kolommen met bedragen, gemerkt FF t/m ZZ en AAA t/m SSS/TTT, waarvan één voor een> schuyte;
eindtotaal: 4747 ll. - 13 st. - 12 penn.

M.H.H. Engels 27-9-2002, herzien 18-11

>> begin