>> HOMEpage ERASMUS EN LEEUWARDEN INLEIDINGErasmus, geboren te Rotterdam op 28 oktober 1467 - het jaar is niet met zekerheid bekend - heeft de Latijnse school, in hedendaagse terminologie het gymnasium, doorlopen te Deventer, van voorjaar 1478 tot najaar 1483. In zijn latere leven heeft hij zich nooit meer zo noordelijk opgehouden. De Zuidelijke Nederlanden waren wat het klimaat betreft bij hem favoriet. Erasmus heeft veel per schip, maar meer nog te paard gereisd in Europa, d.w.z. Zuid-Engeland, Frankrijk, Italië en Zuid-Duitsland; er is een tekening door Hans Holbein senior van een man in rijkostuum, die mogelijk Erasmus voorstelt. Zijn beste vrienden, zo noemde hij de (auteurs van de) boeken in zijn bibliotheek, nam hij daarbij altijd mee of liet ze nakomen. De bibliotheek van Erasmus was een reizende bibliotheek en bovendien een rijdende, want hij werd vervoerd op pakezels(1). Daar waar ik mijn bibliotheek heb, is mijn thuis, aldus Erasmus.(2) In Bazel, waar hij sedert 1521 verbleef met een intermezzo te Freiburg (april 1529 - juni 1535), is Erasmus op 12 juli 1536 gestorven en op 17 juli in de Mariakerk begraven. UITNODIGINGVele vorsten hebben Erasmus aanbiedingen gedaan om in hun land te komen wonen en werken. Door een van
de jongelui, die als (student-)assistenten bij hem ingewoond hebben, is hij zelfs naar Leeuwarden uitgenodigd.
Op die uitnodiging heeft de Rotterdammer helemaal niet gereageerd. UITHANGTEKENErasmus is nooit in Friesland geweest, maar in het verleden heeft wel een afbeelding van hem in Leeuwarden
als uithangteken gediend. In de Leeuwarder Peperstraat begon namelijk Wigerus Wigeri (1716-1803), zoon van
een stadsbode, een boekhandel (1747-1776) en drukkerij/uitgeverij (1750-1794) onder de naam In de
Rotterdamsche Erasmus. In het gemeente-archief komt die huisnaam in verband met de Peperstraat niet voor,
zoals oud-medwerker W. Dolk meedeelde. In 1752 verhuisde Wigeri naar het vierde huis vanaf de
Korfmakerspijp op de Kelders. Het uithangteken nam hij mee, zoals onder andere blijkt uit het impressum van
de door Wigeri gedrukte 'Friesche rymlery' van Jan Althuysen in 1755: Toa Liouwerd, by Wyger Wygers,
Boekedrukker, Bynder in Forkaeper oppe Kelders, it Fyourde Huwz fin dy Kuwrmeytsers Pyep, der dy
Rotterdamse Erasmus uwthingget . Na 1783 werd de zaak voortgezet door familieleden; het werd de
belangrijkste negentiende-eeuwse Leeuwarder uitgeverij nadat G.T.N. Suringar de leiding had overgenomen.(20) Het door Hendrik de Keyzer voor Rotterdam gemaakte metalen beeld van Erasmus (ter vervanging van het stenen) is ondanks verzet van Contra-Remonstranten op 30 april 1622 geplaatst. Men mag Hugo de Groot, pensionaris van Rotterdam, wel als geestelijk vader zien van de coopere Erasmus.(21) Het was meer dan twee eeuwen het enige standbeeld in de Nederlanden, bovendien van de grote Erasmus: het gaf al gauw aanleiding tot legendevorming. Over deze bezienswaardigheid schreef Sixtus Petri Arnoldinus, deurwaarder van het Hof van Friesland, in een reisverslag van 1661, dat hij had sien staen Erasmus, hebbende op sijn hant een boeck; deselve de klock d'uren van den dagh hoorende slaen, keert 't elckens een blad in 't boeck om.(22) Bijna anderhalve eeuw blijkt Erasmus op de Kelders te hebben "uitgehangen". Volgens het Leeuwarder wijkboek van 1878 was de huisnaam De Rotterdamse Erasmus toen nog in zwang voor het pand op de Kelders, indertijd wijk L nummer 181. Het boek der opschriften van J. van Lennep en J. ter Gouw(23) geeft aan dat het uithangteken er dan nog is, echter bij boekverkoper Hugo Suringar, het negende huis vanaf de hoek; de vader van laatstgenoemde had Erasmus vijf huizen laten verkassen. Suringar junior had de boekhandel (niet de drukkerij) in 1860 overgenomen, moest de zaak echter in 1900 sluiten vanwege zijn slechte gezichtsvermogen; hij is in 1911 te Wageningen overleden. Erasmus was de eerste geleerde die op grote schaal profijt heeft getrokken van de uitvinding (rond 1450 door Johannes Gutenberg te Mainz) van de boekdrukkunst. Nederlands grootste humanist kon op latere leeftijd van de pen leven, gezien het succes van de gedrukte uitgaven van zijn talloze werken: behalve oorspronkelijk werk (bijv. de Adagia, een verzameling van en toelichting op ruim 4000 spreekwoorden van de Grieken en Romeinen) maakte hij vertalingen uit het Grieks (in het Latijn) en verzorgde hij nieuwe uitgaven van Griekse en Latijnse klassieken. Erasmus was een man van boeken: zijn naam en zijn afbeelding is voor drukkerij, uitgeverij en boekhandel een waarmerk. Het uithangteken was wat Wigeri betreft wellicht te pretentieus: hij verzorgde vooral herdrukken. Suringar deed de naam meer eer aan. Enkele gevelstenen met een afbeelding van Erasmus uit andere Nederlandse steden zijn in tegenstelling tot het Leeuwarder uithangbord wel bewaard gebleven. Gevelstenen of uithangborden van Leeuwarder drukkers en boekhandelaren waren in de zeventiende eeuw de Vergulde Bijbel, de Engelse Bijbel (op de Brol, van de in Engeland geboren Jan Jansen Starter), het Gulden ABC, de Vergulde Drukkerij, de gekroonde Drukkerij; nog aanwezig is het fries met een drukpers en andere aspecten van het boekenbedrijf (uit 1635 van Dirck Alberts) in de St. Jacobsstraat. Van boeken bekende geleerden werden door de beroepsgroep ook als uithangteken gebruikt: Laurens Janszoon Coster, Rudolf Agricola en Calvijn hingen o.a. in Groningen uit.(24) De Leeuwarder Coöperatieve Handelsdrukkerij, die in 1874 werd opgericht met overname van het bedrijf van G.T.N. Suringar, d.w.z. de sedert 1846 in de Galileërkerkstraat gevestigde drukkerij, betrok in 1886 een aantal panden op de hoek van de Grote Kerkstraat en de Pijlsteeg. Een in Neorenaissancestijl ontworpen poort in de genoemde steeg was de ingang voor de drukkersgezellen en voor de aanvoer van papier. De kop van Jan Laurenszoon Coster bekroont de poort in de Pijlsteeg ook nu nog, terwijl de Handelsdrukkerij in 1977 op het industrieterrein Schenkenschans werd gevestigd, maar het eind van de eeuw niet haalde. UITWEIDING: Erasmus' geboortejaarBewaard gebleven is de Amsterdamse gevelsteen met een lezende Erasmus en de tekst: Anno 1476 / den 8 October gebaert / Erasmus voormaert / is den 12 July 1536 geaert. In plaats van 1476 had men natuurlijk het traditionele 1467 moeten uithakken. Isaac Le Long bespreekt de gevelsteen in zijn Historische beschryvinge van de Reformatie der stadt Amsterdam (1729) op blz. 402; de illustratie daarbij komt wat het geboortejaar betreft (1478) niet overeen met wat de gevelsteen vermeldt. Dat Erasmus ook op een uithangbord van een herberg in Amsterdam was afgebeeld, geflankeerd door een destilleerketel(25), lijkt vreemd, maar misschien was diens voorkeur voor Bourgognewijn (als vermeende medicatie voor zijn niersteenkwaal) de aanleiding.(26) De tekst op het oude voetstuk van het beeld van Erasmus vermeldde als geboortejaar 1467; in 1969 kwam
er een nieuw voetstuk met het jaartal 1469. A.C.F. Koch gaf (nieuwe) argumenten voor het traditionele
geboortejaar.(27) Behalve de klassieke talen en letteren herleefde tijdens het humanisme ook het antieke geloof in
climacterische jaren in het leven van de mens: veelvouden van zeven vanaf zeven maal zeven. Het 49ste jaar
gold als eerste kritisch jaar, vervolgens het 56ste enz. Omdat ook aan het negende jaar een zelfde betekenis
werd toegedacht, waren zeven maal negen, het 63ste jaar, en negen maal negen, het 81ste jaar, bijzonder
kritische jaren. Erasmus heeft zijn eigen leeftijd herhaalde malen hoger opgegeven, voor het eerst in 1516 in
zijn 49ste jaar; ook in zijn 63ste jaar heeft hij zichzelf ouder gemaakt dan hij was. De schrijvende Erasmus met een achtergrond van Oosterse stof, het portret dat zich in het Louvre bevindt, was misschien voor Thomas More bestemd. Als houtsnede met
een gotische achtergrond vindt men het in de Cosmographia van Sebastian Münster;(30) in de Duitse
editie die naast de Latijnse in hetzelfde jaar (1550) verscheen, ontbreekt deze houtsnede door Hans Rudolf
Manuel evenals de (Latijnse) brief van Bonifacius Amerbach aan Sebastian Münster waar dit portret bij hoort. In verband met het vijftigste levensjaar is nog te vermelden, dat Erasmus' beste vriend Thomas More zichzelf in 1527 zowel temidden van zijn familie als ook alleen heeft laten portretteren door diezelfde Hans Holbein, die op aanbeveling van Erasmus naar Engeland was getrokken. More had op 7 februari 1527 zijn 49ste levensjaar afgesloten. Erasmus kreeg een pentekening van het familieportret, met de namen en leeftijden, zoals Thomas Morus anno 50. 1. Luc Indestege, Rondom Erasmus' Lof der zotheid. Antwerpen 1942, blz. 12 en de bijbehorende noot op blz. 92. >> begin |