>> HOMEpage

ERASMUS EN LEEUWARDEN
Uitnodiging en uithangteken
Uitweiding: Erasmus' geboortejaar

M.H.H. Engels
Leeuwarden, 10 oktober 1997; internetbewerking: maart 2004


INLEIDING

Erasmus in ruiterskostuum?

Erasmus, geboren te Rotterdam op 28 oktober 1467 - het jaar is niet met zekerheid bekend - heeft de Latijnse school, in hedendaagse terminologie het gymnasium, doorlopen te Deventer, van voorjaar 1478 tot najaar 1483. In zijn latere leven heeft hij zich nooit meer zo noordelijk opgehouden. De Zuidelijke Nederlanden waren wat het klimaat betreft bij hem favoriet. Erasmus heeft veel per schip, maar meer nog te paard gereisd in Europa, d.w.z. Zuid-Engeland, Frankrijk, Italië en Zuid-Duitsland; er is een tekening door Hans Holbein senior van een man in rijkostuum, die mogelijk Erasmus voorstelt. Zijn beste vrienden, zo noemde hij de (auteurs van de) boeken in zijn bibliotheek, nam hij daarbij altijd mee of liet ze nakomen. De bibliotheek van Erasmus was een reizende bibliotheek en bovendien een rijdende, want hij werd vervoerd op pakezels(1). Daar waar ik mijn bibliotheek heb, is mijn thuis, aldus Erasmus.(2) In Bazel, waar hij sedert 1521 verbleef met een intermezzo te Freiburg (april 1529 - juni 1535), is Erasmus op 12 juli 1536 gestorven en op 17 juli in de Mariakerk begraven.

UITNODIGING

Vele vorsten hebben Erasmus aanbiedingen gedaan om in hun land te komen wonen en werken. Door een van de jongelui, die als (student-)assistenten bij hem ingewoond hebben, is hij zelfs naar Leeuwarden uitgenodigd. Op die uitnodiging heeft de Rotterdammer helemaal niet gereageerd.
Leeuwarden detail plattegrond Sems 1603 De Friese edelman Haye van Camminga, in 1503 geboren als jongste zoon van Pieter,(3) studeerde vanaf 25 mei 1521 rechten aan de universiteit van Leuven. Wellicht heeft hij ook colleges gevolgd aan het Drietalencollege aldaar.(4) Hij logeerde in hetzelfde huis waar ook Maximiliaan (II) van Bourgondië en diens leermeester Jan Becker van Borselen verbleven. Toen hij in de lente van 1528 aanstalten maakte om zich aan te sluiten bij zijn vriend Wigle van Aytta van Swichum (Viglius Zuichemus), die toen studeerde in Dole, gaf Jan van Borselen hem een brief voor Erasmus te Bazel mee, waarin hij hem tevens aanbeval.(5) Camminga vond Dole teleurstellend en bleef daar maar één collegehalfjaar. Op 12 november 1528 stemde Erasmus ermee in, Camminga als betalend gast in zijn huis op te nemen;(6) tegen februari 1529 is Camminga ingetrokken.(7) Hij bleef tot eind januari 1530(8) en te oordelen naar Erasmus' aanbevelingen, viel hij in de smaak bij zijn gastheer.(9) Toen hij vertrok, was hij Erasmus een som geld schuldig, die hij beloofde te vereffenen met bankier Schets te Antwerpen; ook was hij van plan in de lente naar Erasmus terug te keren.(10) Erasmus vernam dat hij naar Italië was gegaan,(11) en pas eind mei werd bevestigd dat Camminga weer in Leuven was aangekomen.(12) Zijn schuld echter heeft Camminga pas in november afgelost en daardoor blijvend wrevel veroorzaakt bij Erasmus.(13) Een positieve verwijzing naar Camminga in brief 2586 werd weggelaten, toen Erasmus die brief in september 1532 uitgaf.(14) Van zijn kant deed Camminga herhaald pogingen Erasmus tot verzoening te brengen: hij schreef rechtstreeks aan hem en vroeg Viglius om te bemiddelen, maar de overgeleverde briefwisseling geeft geen aanwijzing dat hij succes heeft gehad.(15) In zijn brief van 2 september 1533(16) nodigt Camminga zelfs Erasmus uit om naar Friesland te verhuizen en gebruik te maken van zijn huis en tuin in Leeuwarden: ... mijn huis waarvan ik u, zoals ik meermaals heb aangegeven, gaarne het gebruik overlaat met de tuin en de vruchten daarvan, als u, voortreffelijke heer, zich verwaardigt daarin uw leven door te brengen. Tevergeefs.
Camminga woonde op Ameland, dat wil zeggen op het Amelandshuis te Leeuwarden. Pieter van Camminga had dat in zijn testament van 1521 aan zijn jongste zoon Haye vermaakt - de oudste zoon Sicke kreeg Heringastate te Raard, de tweede zoon Wytze het eiland Ameland en de state aldaar. Sicke moest tot Haye's meerderjarigheid (1528) erop toezien dat deze tot doctor in de rechten zou promoveren. Gedurende Haye's minderjarigheid, en nog in 1530, werd het Amelandshuis gehuurd door Lieuwe van Camstra.(17)
Of en waar Haye van Camminga is gepromoveerd, is niet bekend; wel schijnt hij als jurist in Leeuwarden opgetreden te zijn. Op 19 december 1558 is de vrijgezel voor het weeshuis te Leeuwarden vermoord door Feije Houwerda van Meckema.(18)
Het Amelandshuis was een kasteel met een grote ommuurde tuin. Het lag aan het bolwerk in het Noordoosten van de stad. De plattegrond van Leeuwarden door Johan Sems (1603) laat het huis met de grote tuin zien zoals het na de verbouwing en vergroting van 1563(19) was.

UITHANGTEKEN

Erasmus is nooit in Friesland geweest, maar in het verleden heeft wel een afbeelding van hem in Leeuwarden als uithangteken gediend. In de Leeuwarder Peperstraat begon namelijk Wigerus Wigeri (1716-1803), zoon van een stadsbode, een boekhandel (1747-1776) en drukkerij/uitgeverij (1750-1794) onder de naam In de Rotterdamsche Erasmus. In het gemeente-archief komt die huisnaam in verband met de Peperstraat niet voor, zoals oud-medwerker W. Dolk meedeelde. In 1752 verhuisde Wigeri naar het vierde huis vanaf de Korfmakerspijp op de Kelders. Het uithangteken nam hij mee, zoals onder andere blijkt uit het impressum van de door Wigeri gedrukte 'Friesche rymlery' van Jan Althuysen in 1755: Toa Liouwerd, by Wyger Wygers, Boekedrukker, Bynder in Forkaeper oppe Kelders, it Fyourde Huwz fin dy Kuwrmeytsers Pyep, der dy Rotterdamse Erasmus uwthingget . Na 1783 werd de zaak voortgezet door familieleden; het werd de belangrijkste negentiende-eeuwse Leeuwarder uitgeverij nadat G.T.N. Suringar de leiding had overgenomen.(20)
Wygers Erasmus Op het titelblad van de genoemde uitgave van Althuysen's Friese gedichten staat een gravure door S.P. met het standbeeld van Erasmus op de Grote Markt op de rand van de brug over de Steigersgracht te Rotterdam. Mogelijk zag het uithangbord er zo uit; drukkers en uitgevers beeldden hun uithangteken of gevelsteen immers graag op de titelbladen van hun uitgaven af. De gravure is een sterk verkleinde en daardoor grove weergave van de door H. van der Aa getekende en door D. Stoopendaal gestoken prent in het eerste deel (1703) van de tiendelige door Joannes Clericus (= Jean Le Clerc) bezorgde uitgave van alle werken van Erasmus, te Leiden gedrukt door Petrus van der Aa.

Het door Hendrik de Keyzer voor Rotterdam gemaakte metalen beeld van Erasmus (ter vervanging van het stenen) is ondanks verzet van Contra-Remonstranten op 30 april 1622 geplaatst. Men mag Hugo de Groot, pensionaris van Rotterdam, wel als geestelijk vader zien van de coopere Erasmus.(21) Het was meer dan twee eeuwen het enige standbeeld in de Nederlanden, bovendien van de grote Erasmus: het gaf al gauw aanleiding tot legendevorming. Over deze bezienswaardigheid schreef Sixtus Petri Arnoldinus, deurwaarder van het Hof van Friesland, in een reisverslag van 1661, dat hij had sien staen Erasmus, hebbende op sijn hant een boeck; deselve de klock d'uren van den dagh hoorende slaen, keert 't elckens een blad in 't boeck om.(22)

Bijna anderhalve eeuw blijkt Erasmus op de Kelders te hebben "uitgehangen". Volgens het Leeuwarder wijkboek van 1878 was de huisnaam De Rotterdamse Erasmus toen nog in zwang voor het pand op de Kelders, indertijd wijk L nummer 181. Het boek der opschriften van J. van Lennep en J. ter Gouw(23) geeft aan dat het uithangteken er dan nog is, echter bij boekverkoper Hugo Suringar, het negende huis vanaf de hoek; de vader van laatstgenoemde had Erasmus vijf huizen laten verkassen. Suringar junior had de boekhandel (niet de drukkerij) in 1860 overgenomen, moest de zaak echter in 1900 sluiten vanwege zijn slechte gezichtsvermogen; hij is in 1911 te Wageningen overleden.

Erasmus was de eerste geleerde die op grote schaal profijt heeft getrokken van de uitvinding (rond 1450 door Johannes Gutenberg te Mainz) van de boekdrukkunst. Nederlands grootste humanist kon op latere leeftijd van de pen leven, gezien het succes van de gedrukte uitgaven van zijn talloze werken: behalve oorspronkelijk werk (bijv. de Adagia, een verzameling van en toelichting op ruim 4000 spreekwoorden van de Grieken en Romeinen) maakte hij vertalingen uit het Grieks (in het Latijn) en verzorgde hij nieuwe uitgaven van Griekse en Latijnse klassieken. Erasmus was een man van boeken: zijn naam en zijn afbeelding is voor drukkerij, uitgeverij en boekhandel een waarmerk. Het uithangteken was wat Wigeri betreft wellicht te pretentieus: hij verzorgde vooral herdrukken. Suringar deed de naam meer eer aan. Enkele gevelstenen met een afbeelding van Erasmus uit andere Nederlandse steden zijn in tegenstelling tot het Leeuwarder uithangbord wel bewaard gebleven.

Gevelstenen of uithangborden van Leeuwarder drukkers en boekhandelaren waren in de zeventiende eeuw de Vergulde Bijbel, de Engelse Bijbel (op de Brol, van de in Engeland geboren Jan Jansen Starter), het Gulden ABC, de Vergulde Drukkerij, de gekroonde Drukkerij; nog aanwezig is het fries met een drukpers en andere aspecten van het boekenbedrijf (uit 1635 van Dirck Alberts) in de St. Jacobsstraat. Van boeken bekende geleerden werden door de beroepsgroep ook als uithangteken gebruikt: Laurens Janszoon Coster, Rudolf Agricola en Calvijn hingen o.a. in Groningen uit.(24) De Leeuwarder Coöperatieve Handelsdrukkerij, die in 1874 werd opgericht met overname van het bedrijf van G.T.N. Suringar, d.w.z. de sedert 1846 in de Galileërkerkstraat gevestigde drukkerij, betrok in 1886 een aantal panden op de hoek van de Grote Kerkstraat en de Pijlsteeg. Een in Neorenaissancestijl ontworpen poort in de genoemde steeg was de ingang voor de drukkersgezellen en voor de aanvoer van papier. De kop van Jan Laurenszoon Coster bekroont de poort in de Pijlsteeg ook nu nog, terwijl de Handelsdrukkerij in 1977 op het industrieterrein Schenkenschans werd gevestigd, maar het eind van de eeuw niet haalde.

Amsterdamse Erasmus

UITWEIDING: Erasmus' geboortejaar

Bewaard gebleven is de Amsterdamse gevelsteen met een lezende Erasmus en de tekst: Anno 1476 / den 8 October gebaert / Erasmus voormaert / is den 12 July 1536 geaert. In plaats van 1476 had men natuurlijk het traditionele 1467 moeten uithakken. Isaac Le Long bespreekt de gevelsteen in zijn Historische beschryvinge van de Reformatie der stadt Amsterdam (1729) op blz. 402; de illustratie daarbij komt wat het geboortejaar betreft (1478) niet overeen met wat de gevelsteen vermeldt. Dat Erasmus ook op een uithangbord van een herberg in Amsterdam was afgebeeld, geflankeerd door een destilleerketel(25), lijkt vreemd, maar misschien was diens voorkeur voor Bourgognewijn (als vermeende medicatie voor zijn niersteenkwaal) de aanleiding.(26)

De tekst op het oude voetstuk van het beeld van Erasmus vermeldde als geboortejaar 1467; in 1969 kwam er een nieuw voetstuk met het jaartal 1469. A.C.F. Koch gaf (nieuwe) argumenten voor het traditionele geboortejaar.(27) Behalve de klassieke talen en letteren herleefde tijdens het humanisme ook het antieke geloof in climacterische jaren in het leven van de mens: veelvouden van zeven vanaf zeven maal zeven. Het 49ste jaar gold als eerste kritisch jaar, vervolgens het 56ste enz. Omdat ook aan het negende jaar een zelfde betekenis werd toegedacht, waren zeven maal negen, het 63ste jaar, en negen maal negen, het 81ste jaar, bijzonder kritische jaren. Erasmus heeft zijn eigen leeftijd herhaalde malen hoger opgegeven, voor het eerst in 1516 in zijn 49ste jaar; ook in zijn 63ste jaar heeft hij zichzelf ouder gemaakt dan hij was.
Bij het geboortejaar 1467 en de climacterische jaren past ook het volgende. Als hij een kritisch jaar doorstaan had, was een humanist opgelucht: in zijn 50ste, 57ste levensjaar enz. In 1517, in zijn 50ste levensjaar, op de hoogste trede van de Trap des Levens, heeft Erasmus zich door Quinten Matsijs laten portretteren; rond de jaarwisseling 1523/1524, in zijn 57ste levensjaar(28), te Bazel zelfs driemaal of nog vaker door Hans Holbein junior. Twee portretten gingen naar Engeland, één naar Frankrijk. Het 1523 gedateerde portret(29) met een boek met de titel op snee De werken van Hercules ontving Erasmus' weldoener (maecenas) William Warham, aartsbisschop van Canterbury en kanselier van de universiteit van Oxford; mogelijk was het boek een exemplaar van de in 1523 mense Ianuario bij Froben verschenen Adagia.

De schrijvende Erasmus met een achtergrond van Oosterse stof, het portret dat zich in het Louvre bevindt, was misschien voor Thomas More bestemd. Als houtsnede met een gotische achtergrond vindt men het in de Cosmographia van Sebastian Münster;(30) in de Duitse editie die naast de Latijnse in hetzelfde jaar (1550) verscheen, ontbreekt deze houtsnede door Hans Rudolf Manuel evenals de (Latijnse) brief van Bonifacius Amerbach aan Sebastian Münster waar dit portret bij hoort.
De beginregels van zijn commentaar op het evangelie van Marcus schrijvend is Erasmus afgebeeld op het portret met een egale achtergrond (Bazel), dat misschien voor Frans I bestemd was; in 1542 is het door Bonifacius Amerbach van Holbeins vrouw gekocht. Op 1 december 1523 had Erasmus Frans I bedankt voor de uitnodiging naar Frankrijk d.d. 7 juli met een exemplaar van de in 1523 als voorpublicatie te Bazel verschenen Paraphrasis in evangelium Marci, waarvan de eigenlijke oplage 1524 is gedateerd.
Erasmus in Münsters Cosmographia In 1531 of in het voorjaar van 1532 heeft Holbein Erasmus in Freiburg geschilderd, nadat Erasmus op 28 oktober 1530 zijn 63ste levensjaar had voltooid. Het kleine medaillonportret is waarschijnlijk geschilderd in opdracht van Hieronymus Froben. Volgens Daniel van Damme(31) heeft Erasmus dit portretje aan Thomas More gezonden. Een uitstekend getroffen copie naar dit kleine portret is de houtsnede in het eerder genoemde werk van Sebastian Münster.(32) Terzijde: in 1531 ook, in zijn 64ste levensjaar, heeft Erasmus voor het eerst van zijn leven een huis gekocht. In de jaren 1530-1532 moet Hans Holbein een groot aantal portretten van Erasmus hebben geschilderd, deels op verzoek van Erasmus zelf en deels op bestelling van derden die een portret wilden bezitten van de steeds beroemder wordende humanist.(33)

In verband met het vijftigste levensjaar is nog te vermelden, dat Erasmus' beste vriend Thomas More zichzelf in 1527 zowel temidden van zijn familie als ook alleen heeft laten portretteren door diezelfde Hans Holbein, die op aanbeveling van Erasmus naar Engeland was getrokken. More had op 7 februari 1527 zijn 49ste levensjaar afgesloten. Erasmus kreeg een pentekening van het familieportret, met de namen en leeftijden, zoals Thomas Morus anno 50.


1. Luc Indestege, Rondom Erasmus' Lof der zotheid. Antwerpen 1942, blz. 12 en de bijbehorende noot op blz. 92.
2. Brief uit Leuven, 5 april 1518, aan Marcus Laurinus. Zie Opus epistolarum Des. Erasmi Roterodami, denuo recognitum et auctum per P.S. Allen, ediderunt H.M. Allen et H.W. Garrod. Tom. I-XII. Oxonii 1906-1958; geciteerd als Allen, in dit geval brief nummer 809.
3. Stamboek v.d. Fr. adel. I, 74-75.
4. Contemporaries of Erasmus. A biographical register of the renaissance and reformation. Toronto 1985.
5. Allen 1984.
6. Allen 2073.
7. Allen 2108.
8. Allen 2129, 2130, 2191, 2229.
9. Allen 2261, 2262.
10. Allen 2286, 2325, 2356.
11. Allen 2587, 2624.
12. Allen 2351, 2352.
13. Allen 2356, 2364, 2403, 2413, 2552, 2573, 2587, 2593.
14. Allen 2810.
15. Allen 2851, 2866, 2957.
16. Allen 2866.
17. Nieuwe Friesche volks-almanak 1855, blz. 27-87: Montanus de Haan Hettema, Het eiland Ameland; daarin het testament van Pieter van Camminga, blz. 61-66.
18. S.A. Gabbema, Verhaal van de stad Leeuwaarden. Franeker 1701, blz. 393-396, waar Haye ten onrechte een zoon van Herman genoemd wordt; de verwarring is ontstaan door de daar tevens genoemde Hayo Hermanni Hompen.
19. W. Eekhoff, Geschiedkundige beschrijving van Leeuwarden. Leeuwarden 1846, reprint 1967, deel II, blz. 387-389.
20. C.P. Hoekema, P. Karstkarel, Ph.H. Breuker, Eekhoff en zijn werk. Leven en werken van Wopke Eekhoff (1809-1880). Leeuwarden 1980, blz. 196.
21. N. van der Blom, Erasmus en Rotterdam. Rotterdam 1969, blz. 54.
22. Geciteerd naar P. van der Horst, Shell-journaal van Nederlandse standbeelden. Rotterdam 1983, blz. 101.
23. Amsterdam 1869, tweede druk Leiden 1889; reprint 1974. Citaat op p. 24.
24. Vgl. Eekhoff en zijn werk, blz. 179, 180, 183, 186, 187, 190; De uithangteekens, blz. 210, 216.
25. De uithangteekens, blz. 215.
26. Recente literatuur: Paul Hoftijzer, 'In de Wereld vol Druckx'. Drukkers en boekverkopers en hun uithangtekens. In: De Boekenwereld, vierde jrg. nr. 2, januari 1988, blz. 42-53.
27. Zie The year of Erasmus' birth and other contributions to the chronology of his life. Utrecht [1969].
28. Derek Wilson, Hans Holbein: portrait of an unknown man. London 1996, blz. 84: in his late fifties.
29. Voorheen Longford Castle, nu National Gallery.
30. Bazel 1550, blz. 407.
31. Erasmus. Pictura, Het geïllustreerde pocketbook, 17. Utrecht 1960, blz. 176-177.
32. Op blz. 130; in de Duitse uitgave op blz. 157.
33. Vgl. A.M. Koldewey, Erasmus: zicht op een geleerde in zijn tijd (tentoonstelling Museum Boymans-van Beuningen, Rotterdam 11 november 1986 - 4 januari 1987). Amsterdam 1986.

>> begin