|
>> HOMEpage
HET TESTAMENT VAN SAECKMA'S ZWAGER EVERT BONER
Tresoar/Rijksarchief in Friesland: Archief van het Hof van Friesland, Registers van fideicommissaire
testamenten, 1654-1802, EEE band 1, fotocopie 4023. In de Provinciale Bibliotheek van
Friesland (Hs 1510/2: 25u) bevindt zich een afschrift d.d. 23-10-1867 van het origineel.
Alinea's in de transcriptie hieronder zijn door mij aangebracht.
Bewerking voor internet van de uitgave 1990. M.H.H. Engels, augustus 2004
[413 verso] De here Theodoro Saeckma Raad ordinaris in den Hove van Frieslandt 't principale
testament ende codicille van w. d'E. heere Everd Boner onder recipis van den 10en 9bris
1656 overhandicht. Op huijden den 8en Februarii 1656 exhibeerde de hopman Gerard Peters
als curator over d'onmondige kinderen van w. de here Muntemr. Jurrien van Vierssen
sekeren principalen testamente ende codicille ende versochte deselve alhier ten
fideicommissaire registratieboeck geregistreert te mogen worden, luydende soo volcht.
In den name Godes Almachtich Amen. Op huyden den vijften Februarii, na de geboorte
onses Heeren ende Salichmaeckers Jhesu Christi, duysent seshondert negen ende dartich,
hebbe ick Dr. Everd Boner Raedt ordinaris in den Hove van Vrieslandt, hoewell cranck van
lichame nochtans mijn verstandt volcomen machtich, overgedacht de seeckerheyt des
doodts ende d'onsekerheyt van de uyre derselver, niet willende scheyden (soo het Godt belieft)
van deser werelt, voor ende alleer dat ick gemaeckt hebbe sekere dispositie van mijne
goederen. Vooreerst dan soo bevele ick den almachtigen ende barmhertigen Godt mijn
arme onnosele ziele, biddende, dat de goede Godt mij wille vergeven alle mijne lelijcke, vuijle,
stinckende sonden, om de waerdige verdiensten, ende bittere bloedtverdiensten sijns eenigen
lieven Soons onses Heeren ende Salichmaeckers Jhesu Christi. Bevelende mijne
erffgenamen, dat sij mij sullen begraven hier binnen Leuwarden in de Galileester kercke bij
mijne overledene l. huysvrouwe Bernuke Assema, ende mijne soontie Albert Boner, ende dat
sij, om de begrafenisse te vergrooten, daertoe sullen gebruycken de kleine hooftsteenen aen de
muyre, ende dan noch copen, het halve graff aen de zijde van mijne graff, daer Janneken
van Vierssen in lecht, tot wat prijse het oock mach sijn, omme alsoo een kelder te laten
maecken ende metselen, soo groot die can vallen, ende daerop een grote blauve steen copen,
ende laten leggen met de namen ende vapens van mijn l. huysvrouwe zal., mij, ende mijn
soontie, sampt oock mijn l. huysvrouwen olders; doch mijn, ende mijns l. zalige
huysvrouwen namen ende vapens rondtom aen de buytencant, alles conform sekere
geschrifte onder mijne papieren sullende worden bevonden. Comende dan voorts tot den
dispositie mijner goederen, soo praelegatere ick vooreerst Anna Boner mijn jongste suster alle
'tgene sij mij schuldich is uyt den administratie, dien ick als Tutor ende Curator respectieve
over haer goederen hebbe gehadt, niet willende, immers expresse verbiedende mijne
erffgenamen, dat sij dienthalven enige saen, maen, ofte enige vervolgh, haer ofte hare erven
sullen maecken; maer haer terstont nae mijne overlijden alle de stucken ende papieren
daertoe streckende ende dienende volcomentlijcken t'overhandigen. Legatere dan voorts
mijn suster Antke ofte Anna Boner, ende haer kinderen (exempt Bernucke) die niet uyt
crachte van mijn zal. susters Margareta Boners testamente, ofte oock uyt mijn l. zal.
huysvrouwen mondelinge bespreck hebben genoten sodanigen somma als mijn suster Hylck
Boner, ende haer kinderen, soo aen gelde, klederen, [414 recto] golde ketenen, brachialetten,
als anders uyt meergedachte mijns susters Margareta Boners testamente, ende mijn zal. l.
huysvrouwen mondelinge dispositie respective hebben genoten. Willende ende
ordonnerende dat de klederen ende juwelen sullen worden gepriseerdt ende dat mijn suster
Anna Boner ende haer kinderen soo vele uyt mijne goederen sullen vooruyt trecken ende
ontfangen, dat derselver aequivalent gelijck sij met den interessen vandien, sedert den tijt
dat mijn suster Hylck Boner ende haer kinderen het gelt, klederen ende juwelen uyt beide
respective besprecken hebben genoten. Legatere voorts mede Bernuke van Vierssen die
dochter van Jurriaen van Vierssen ende Anna Boner mijn swager ende suster, mijne huysinge,
hovinge, stallinge, schuyre ende camer, soo ende als ick die nu als eygen bewoone ende
besitte, met oock het linnen, goldt ende silver, daer mijns ende mijns zal. huysfrouven namen
ende wapens op staen, met noch mijn l. moeders, huysfrouve ende mijn twee schilderijen, als
oock mede het grootste schilderije in het sael hangende, beneffens ons Alberts schilderije,
alsmede noch eenentwintich pondematen landts bij Sierxmahoff, waervan achtien bij
Benne Geerts, ende de drie bij Douve Tijssens respective gebruyckt worden, soo groot, goedt
ende quaedt als deselve mij nu toebehooren, wel verstaende, dat zij de lasten op het huys ende
landen leggende, sall moeten dragen. Willende oock wijders, dat mijne erffgenamen sullen
moeten hoeden, dragen ende uytkeren alsodanige particuliere legaten, als bij mijn eygen
handt buyten desen sullen worden bevonden ende opgeschreven, ende dat gelijck ofte in dese,
ofte nader codicille, ofte andere dispositie bij mij ware gedisponeerdt.
Wat het grootste schilderij voorstelde, is bekend dankzij de
boedelinventaris van Jurrien van Vierssen, overleden
4.8.1655, weduwnaar van Anna Boner, jongste zuster van Evert Boner. "In het groot zael
is bevonden Het conterfeitsel van w. de
Heere Muntemr. Viersen ende Juff.r Anna Boner; De conterfeitsels van w. de Heere Raedsheer
Boner, ende sijn w. Vrouwe Juff.r Bennuke Assema, samt w. Juff.r Jaycke Boner[-Dircks] ende w. Albert
Ornia, beneffens noch een groot schilderij van de Coninck Amelech, comen volgens testamente
van den Here Boner toe aen Juff.r Bennu van Vierssen; Een landschap voor de schoorsteen;
Een landschap aen de zuydercant van de muyr; Een schilderij van Abigael ende David; Een schilderij van
de geboorte Christi; Noch 5 landschappen; Een schilderij van het kinderspel; Een zee met
schepen"; vgl.
archief Utrecht, 53: huisarchief de Beaufort.
Waar Boner in de twintiger jaren woonde, blijkt uit het adres van een brief van H.A. Wijaarda
d.d. 22 augustus 1622 aan de
"Erentvesten Hooggeleerden Achtbaren ende zeer Voorsienighen Here Do. Everardo
Boner J.U.Dri ende mede Reekenmr. des Landtschaps van Vrieslandt in de Corffmakersstrate
tot Leuwarden"; vgl. Tresoar/Prov. Bibl. v. Frl. 515 Hs/3 fol. 17. - Boner werd in 1623
raadsheer in het Hof van Friesland. - Volgens het Groot
Consentboek was de woning van zijn vrouw: in het tweede kwartaal van 1630
werd het huis voor 3150 goudguldens eigendom van de advocaat Hector Meijnsma. De woning
lag aan de zuidkant van de Korfmakersstraat waar in 1710 het op de detailafbeelding gemarkeerde huis
met de pilastergevel is gebouwd. Sedert begin 1630 woonde Lambertus/Jelke Beyma, secretaris
van Gedeputeerde Staten, in het Renaissancehuis met trapgevel rechts. Na een steeg (met
poortje; ook gemarkeerd) volgde glazenmaker Geert Pieters. Raadsheer Evert Boner woonde
nadien aan de oostzijde van de Galileërkerkstraat; vgl. Groot Consentboek 1637 fol. 251.
Comende voorts tot
mijne vordere goederen, soo instituere ende maecke ick erffgenamen mijn beide susters
Hylck Boner weduwerse van w. Dr. Joannes Saeckma in leven Raedt ordinaris in den Hove
van Vrieslandt, ende Anna Boner huysfrouwe van Jurriaen van Vierssen Muntemeister deser
provincie, yder voor de gerechte helfte, ende de kinderen nae haer versterven in haer plaetse bij
graden, met expresse verboth ende wille, dat mijn vaste goederen niet sullen mogen
vercocht, veralieneert, vervreemdt, ofte in enige andere manieren gebracht worden in
vreemde handen, maer will dat deselve onder mijn vrunden sullen blijven in het eeuwich.
'tWelcke ick oock ordonnere in de persone van Bernuke van Vierssen, aengaende de huysinge
ende landen voorschreven, dien ick mede, gelijck mijne andere vaste goederen besware
well expresse met fideicommis, soo nochtans, dat soowell ende 'tgene Hylck Boner geraeckt
te krijgen, eerst op haer kinderen, ende bij gebreke van derselver descendente grade, op de
kinderen van Anna Boner, ende wederomme bij defecte van derselver neergaende grade
reciproce ende successivelijcken op de kinderen ende descendenten van Hylck Boner sall
erven, ende alsoo gelijck vooren verhaelt int eeuwich devolveren, allesins blijvende beswaert
cum onere fideicommissi ende expresse verboth van detractie Trebellianicae in enigen
manieren. [414 verso] Dit verclare ick testator te wesen mijn testament ende laeste wille,
die ick ordonnere in alle poincten ende manieren stricte ende onverbreeckelijcken naegecomen
te sullen moeten worden, bij poene, soo wie deselve van mijne erffgenamen geraecken sall
mogen te infringeren, gepriveerd ende onterft sall sijn van 'tgene waerinne sij ofte hij
hiervooren bij mij is geinstitueerdt, ende accresceren den goedtwillige onderhouder van dese
mijne dispositie. Dewelcke offwell deselve nae rigeur ende strengicheit van rechte niet
bestaan solde mogen als een solemneel testament bij geschrifte, wille ick nochtans dat deselve
als minder solemneel, nuncupatyff codicilsgifte om des doodts wille, ofte andere sodanige
simple dispositie, ofte schickinge gehouden mogen worden als nae constitutie van 't landt,
goeder aequiteit, ende in der alderbeste forma geschieden can. In waren oirconde hebbe ick
testator desen in mijn kranck-bedde met mijn eigen handt vertekent ende signette doen
bevestigen, ende ad maiorem efficaciam oock tot mij doen roepen ende op een tijt
vergaderen den erentfesten voorsienigen Isbrandum Hieronymi Francq Medicinae Doctorem,
Marcellum Goverts schrijver van de compagnie des Capitains Neulandt, Rienck Lieuwes
coopman, Agge Jansz. mede clercq in de griffie van den Hove, Thomas Egbertsz. Mr. snijder,
Claes Pyters anticqsnijder, mitsgaders Jacobum Homeri Notarium Publicum ende mede
clercque in der griffie van de Hove, ende deselve tesamen ende besonder versocht, omme
desen voor mij, ende op mijne begeerte met henne handen, ende gemelte Notaris met sijn
besegelinge mede te becrachtigen, 'twelcke dan bij ons getuygen ende Notaris (siende daertoe
des heeren testatoors instantie, ende ons hebbende door de voorschreven Notaris begin ende
eynde van desen dispositie doen voorlesen) alsoo gedaan is voor welgedachten heeren
testateurs kranckbedde binnen Leuwarden; ten dage, jaare ende maent als boven, ontrent
acht uyren in den awondt, geen buyten ofte tusschencomende acte den bevestinge belettende,
ende naedat het woordt "nochte" folio 1o uytgedaen, ende daerboven in plaetse "ofte" weder
voor de bevestinge geschreven ware. Onder stonde E. Boner ende boven desselffs name,
sijn E. signet in roden wass uytgedruckt, ende met een viercant wit papierken becleedt.
Isbrandus Franck Med. Dr. etc., h. M. Goverts, A. Jans, Rienck Lyeuues, Claes Piters Mr.
anticksnider, Thomas Egberts ende J. Homeri Not. Publ. met hun gewoontlijcken togen, ende
boven desselffs naem stonde sijn segel in roden was uytgedruckt, bekleedt met een wit viercant
papier. Nae gedane collatie tegens den principale testamente verteeckent als boven, is
deesen daermede bevonden te accorderen. In kennisse van mij deesen 8en Februarii 1656.
Ter ordonnantie van den Hove H. Scheerhagen 2.8.1656
[415 recto] Alsoo ick Everd Boner Raedt ordinaris in den Hove van Frieslandt in mijn
testamente gemaeckt gewilt hebbe onder andere, dat mijn erffgenamen soo well solden
naecomen ende betalen alsulcke legaten ende besprecken als ick daernae bij mijn eygen handt
ofte nadere codicille geraecken solde nae te laten, soo verclare ick nu bij desen, dat ick
desen chedulle holde voor het chedulle nu in mijn onlangs gemaecke testament
gementioneert, willende oversulckes ende belaste mijne erffgenamen in mijn testamente
nu onlangs gemaeckt, dat sij dese navolgende gelegaten ofte legaten metterdaet sullen
betalen, even ofte dieselve in mijn testamente waeren gestelt, als vooreersten legatere ende
bespreke ick bij desen den gereformeerde kerckearmen binnen Leuwarden die summa van
vijffhondert golde guldens van achtentwintich stuyvers 't stuck. Ten tweden legatere ende
bespreke ick D. Tobiae Tegnaeo dienaer des goddelijcken woordts binnen Leuwarden Opera
Baconii, Tuani, Lipsii, sooals die op camer staen, ende mij als eygen toebehooren, beneffens
noch een opus theologicum tott D. Tobiae willekeur staen, op mijne camer staende, ende mij
van gelijcken toebehoorende, exempt die stucken Buceri, ende andere van bestevader
affgecomen. Ten derden legatere ende bespreke ick Horatio Algerii mijn clercq ende
Aeff Pietersdochter mijn dienstmaeghdt yder eenhondert golde guldens beneffens Horatio
een rouwmantel met een laeckens wambes, broeck, hoedt ende hosen en schoenen met haer
toebehooren, soo dat behoort, ende Aeff noch van gelijcken een hoyck, bouwen, hosen ende
schoenen, alles mede als boven nae eysch ende behooren; 't laecken van beiden tot acht ofte
negen carolusguldens. Dit en 'tgene in mijne testamente, ende in desen geschrifte
verhaelt, verclare te wesen mijne uytterste ene laeste wille, die ick begere ende belaste in alle
sijne poincten achtervolget ende naegecomen te sullen worden, bij gebreke van sulcx, dat
mijne erffgenamen ende descendenten vervallen ende versteken sullen sijn van alle 'tgene
haer uyt crachte van mijn voorschreven testamente solde mogen toecomen gelijcke in mijn
testamente is verhaelt ende mentioneert. Daertoe ick mij gedrage, revocere ende holde voor
nulle, alle schriftelijcke ende mondelinge besprecken buyten mijn testamente ende desen
gemaeckt. In teken dat dit mijn laeste wille is, hebbe desen met mijne handtschrift
onderschreven ende met mijn stale signet bevestiget, vermits mijn groot opgesloten was.
Desen tweeentwintichsten Februarii sestienhondertnegenendartich 1639.
In margine stonde E. Boner ende daerboven sijn E. signet in roden was uytgedruckt, bedeckt
met een wit vierkant papierken. Nae gedane collatie tegens den principale codicille, vertekent
als boven, is desen daermede bevonden te accorderen. In kennisse van mij desen 8. Februarii
1656. Ter ordonnantie van den Hove H. Scheerhagen 2.8.1656
>> begin
|
|