|
>> HOMEpage
M.H.H. Engels, september 2007
O. Hellinga en D.W. Kok: Furmerius' bibliotheek
Het grootste gedeelte van Furmerius' bibliotheek bestond uit de boeken en manuscripten, die door het gewest Friesland aan hem beschikbaar waren gesteld. De kern daarvan bestond uit de nagelaten boeken en handschriften van Furmerius' voorganger, de landshistoricus Suffridus Petrus, die in 1597 te Keulen was overleden. Het transport van zijn nalatenschap naar Friesland had de nodige voeten in de aarde. Na zijn overlijden hadden Gedeputeerde Staten tot tweemaal toe de bode Jan Dircksz naar Keulen gestuurd om 150 gulden aan het sterfhuis van Petrus uit te keren op voorwaarde van overdracht van de 'papieren, monumenten en schriften', die op de Friese geschiedenis betrekking hadden en door de landshistoricus waren verzameld en (af)geschreven. [Onno Hellinga, Resoluties en andere stukken van Gedeputeerde Staten van Friesland (1579) 1580-1601 (1608); regesten en indices (Ljouwert 1992, RAF, NT 5.35, 3 dln.) nrs. 3117 en 3259.]
Deze missie was kennelijk niet succesvol verlopen want enkele jaren later werd Furmerius er hoogst persoonlijk op uitgestuurd om in Keulen deze zaken af te handelen. Als reisgeld wordt hem op 8 augustus 1601 vijftig gulden uitgekeerd. [NT 5.13, dl. 1 (geleerden), cf. Gf50-4 (betalingsordonnantie van 8 augustus 1601).] Nog voor er twee maanden verstreken waren was Furmerius al terug in Friesland, want op 1 oktober dat jaar gaf het college van Gedeputeerde Staten zijn mede-leden Burmania en Siccama opdracht om "d' buecken, papieren ende stucken van w. Petrus Suffridi, die Furmerius 's Landtscaps historiscrijver onlanx van Coelen mede gebracht heeft, te visiteren ende deur te sien ende daervan rapport te doen". [T5, inv.nr. 2295 (d.d. 1.10.1601)]
Zie voor deze bibliotheek verder: de resolutie van GS van 3 okt. 1601 ("is bij resolutie der heeren Gedeputeerde[n] gecommitteert Hendrijck Rijswijck, burger binnen Lieuwarden, omme vanwegen deser Landtscappe naer Coelen te reysen ende aldaer d' bibliotheeck van w. Suffridus Petri in te lossen voer hundert rijxe-dalers, daervoer d' creditoeren dselve willen laten volgen, midts dat d' heeren Gedeputeerde[n] voors. den voors. Rijswijck dienaengaende annemen costeloos ende scadeloos te ontheffen"); de resolutie van GS van 7 okt. 1601 ("is geresolveert dat men Hendrijck Rijswijck sal verlenen brieven van voorscrift aen die van Berck, dat se hem vrij willen laten passeren met d' buecken d' Landtscappe toebehoirende sonder daeraff te ontfangen enige tollen daertoe andersins staende"); de betalingsordonnantie van 16 nov. 1601 ("Hendrick Friesewijck [!] tot inlossinge van de boecken der cronyckschrijver S. Petri tot Coelen gestorven d' somma van 100 rijcxdalers"): NT 5.13, dl. 1 (geleerden); de resolutie van GS van 5 feb. 1602 ("is binnen gestaen mr. Eco Isbrandi ende heeft angenomen 't versueck der heeren Gedeputeerde[n] den Collegie aenwijsinge te doen van alsulcke brieven ende monumenten als d' feenen moegen aengaen, midtsgaders oock van het inventaris van w. Suffridi Petri buecken"); de resolutie van GS van 10 maart 1602 ("sijn gecommitteert d' heeren Dekema en Gualteri omme d' buecken van w. Suffridus Petri te ontfangen, deur te sien ende bij inventaris te doen stellen"); en de resolutie van GS van 17 maart 1602 ("is geresolveert dat men d' buecken van w. Suffridus Petri aen den meestbiedenden ancomende saterdach op twee uuren nae noen sal vercopen tot prouffijte van de Landtscappe soe men ten meesten prijse sal cunnen").
Deze ambtsbibliotheek van 's lands historicus komt naderhand in bruikleen van Furmerius' opvolgers, allereerst Winsemius. Alleen na het overlijden van Gabbema wordt er in 1690, wanneer zijn opvolger Van der Waeijen aantreedt, opnieuw een inventaris opgemaakt. Omvang en samenstelling blijken intussen drastisch veranderd. Terwijl Winsemius in Furmerius' sterfhuis in totaal 125 titels optekenende, telt Gabbema's ambtsbibliotheek er nog slechts een 70-tal, waarvan er niet meer dan een vijftiental met zekerheid bij Furmerius aanwijsbaar is, al is het mogelijk dat achter enkele summiere titelbeschrijvingen nog meer dezelfde werken schuilgaan. [Zie voor de inventaris van 1690: W. Eekhoff, "Geschied- en letterkundige nalatenschap van Simon Abbes Gabbema, historieschrijver van Friesland; naamlijst van door hem bijeengebrachte handschriften, historische stukken, brieven enz. ... met eene levensschets van Gabbema", DVF (1868) 273/342, aldaar 290. Een daaraan nagenoeg identieke lijst, met soms verhelderende verschillen, is aan te treffen in: UB Leiden, Collectie H. Cannegieter, signatuur BPL 953 VII. Met vriendelijke dank aan Ph. Breuker voor deze gegevens, die daarbij kon putten uit het aan hem beschikbaar gestelde materiaal van Gerbenzon, vergaard bij diens poging tot reconstructie van Gabbema's ambtsbibliotheek: P. Gerbenzon, "Aantekeningen over de Jurisprudentia Frisica", Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis (1989) 21-67, aldaar 29 (noot 20).]
Transcriptie
Aen de heeren Gedeputeerde Staten van Vrieslandt.
Verthoont met behoorlijcke reverentie dr. Pierius Winsemius, 's Landts historieschrijver, hoe dat op hem suppliant gedepesceert is seeckere commissie om den heeren Roorda ende Hillama te adsisteren in de inventarisatie van 's Landtschaps boecken ende papieren in den sterffhuyse van w. Formerio berustende, blijckende bij authentycque copie van d' voors. commissie in dato den 20en septembris anno 1616 ende copie mede van het inventaris alhier annex, tot al sulcken eynde dat d' voors. stucken, charten ende monumenten tot dienste ende prouffijt des succederende historici mochten werden gedevolveert ende geëmploieert. Ende alsoo U.E.M. hem suppliant met 't voors. officie versien hebben, blijckende bij commissie in dato den 9 decembris, ende d' voors. commissie ismedebrengende dat d' voors. stucken, brieven ende monumenten hem suppliant ter handen souden werden gestelt om dselve te
fourneren, deur te sien ende sooveel mogelijcke tot het gemene beste deselve te gebruycken, versoeckt hij suppliant de heeren gelieve sulcx te accorderen ten einde 's Landts dienst ende
zijn suppliants beroep genoech geschiede, twelck doende etc.
Ende was geteeckent: P. Winsemius.
Accordeert mette principale requeste ende in margine staende apostille, in kennisse van mij
[In de marge:] d' Suppliant wort geconsenteert omme de buecken hierinne benoempt onder recipisse te mogen lichten, mits dat hij bij acte beloven sal daervan t' allen tijden te verantwoorden, actum 6 januarii 1617 naer noen.
Onder stondt: ter ordonnantie der Gedeputeerde Staten van Vrieslandt; ende geteeckent: A. Aijsma.
Extract.
Vridach 20en septembris 1616 naer noen.
Is dr. Pierius Vinsemius gecommitteert om den heeren Roorda ende Hillama t' adsisteren in 't inventariseren van de Landtschaps boecken ende papieren in den sterffhuyse van wijlen Formorius [!] gewesene Landtschaps historieschrijver berustende, indien tselve nodich es ende hij daertoe versocht wordt, mits dat men hem daarvan ter redelijcheyt sal contenteren.
Onder stondt: geëxtraheert uuyttet daegelijcxe resolutieboeck der heeren Gedeputeerde Staten van Vrieslandt ende is deesen daarmede bevonden t'accorderen in kennisse van mij; ende was geteeckent: A. Aijsma.
Accordeert met sijn principale
[In de marge:] Deesen is geëxerceert den 10 ende 11 octobris 1616. [Hiermee wordt bedoeld dat de inventarisatie op 10 en 11 oktober 1616 heeft plaatsgevonden.]
>> begin
• Catalogus MSS codicum in bibliotheca & archivis B. Formerii P[iae] M[emoriae], X Octob. 1616.
1. Ex Chronicis Worperi Thaboritae L. ms transmissus Suffr. Petro a Menco Mario Broersma 27 junii 1585.
2. Methodus ad historiam manu def[uncti]
3. Historica narratio ab anno MCCCLXXIX ad annum MCCCCLIV manu def[uncti]
4. Apostrophe ad Frisones Frisonicae gentis conditores.
5. Opus Genealogicum, Regum, Principum, Comitum m. def[uncti]
6. Maximiliani Imp. Literae ad senatum Leovard.
7. Copia archivorum Leovardiensium
8. Diplomata
9. Sigismundi MCCCCXVII.
10. Frederici MCCCCLXXIX.
11. Philippi II Hisp. Reg[is 15]74.
12. Eiusdem epistola ad D. de Bilii [= Caspar de Robles, heer van Billy]
13. Descriptiones oppidorum Frisiae
14. Ducum, Comitum, Equitum ad Cuniiram [= Kuinder of Kuinre] in Frisia congregatorum [se]ries, Gallice
15. Vidimus Copiae, Bullae ac Diplomatis Carolini.
16. Roteradamum, et de comitibus Germaniae.
17. Bel.[?] Series Nob[ilium] stemmatum in Frisia tempore Georgii Saxonis
18. Copiae diversarum literarum Ord. Oostergoensium et caet.
19. Copia contractus inter Oldehovios & Oppidanos.
20. Jus Frisicum.
21. De Egmondanorum advocatia. [Advocatia = beschermheerschap, voogdij]
22. De Frisonum gestis, bellis, & moribus l[iber] m[anu]s[criptus]
23. Genealogia Ducum, Comitum Juliae & Clivia[e = Gulik en Kleef]et caet.
24. Quaedam de orig. et Antiq. Frisiorum additis chronologicis
25. Copia Chronici antiqui de rebus Holland. ex archivis Roterodamensibus
26. Copia resolutionis Imperat. Ferdinandi in causa religionis 1559
27. Genealogiae quaedam Nobilium Frisiorum
28. Diarium manu def[uncti] add. cal. Germania. [In de marge staat een '+'-teken. Zou dit het Diarium van Furmerius zijn?]
29. Miscellanea - quaedam add. tractatui de bello Persico
30. Historia Geldrica
31. Episcopi Item Tractat. [S]axo-Frisicus] & Frisiae descriptio manu Def. add. Suff. Petri L. de Viltis ms.
32. Historia Hollandiae, Zelandiae, Frisiae et Episcoporum Traiect. Regneri Snoy Medici
33. Eiusdem Vita
34. Artyckelbrieff des Vrieschen Regiments met andere stucken ende monumenten het Landtschap dienende ende behoorende. [Dit stuk kan een aanwijzing zijn dat Furmerius als assessor bij het Krijgsgerecht dienst heeft gedaan.]
35. Annalium Frisicorum Trias L.
36. Settinge der jaertaux van Groeningen ende d' Ommelanden
37. Der Ommelanden huldinge
38. Annalium Frisicorum III m. def[uncti]
39. Van de lengte, brete ende gelegentheyt van Vriesland.
40. Vita Rodolphi Agricolae aut. Geldenhaurio
41. Corte verhaelen van onse chronicquen
42. Copia Diplomatis Frederici Imper[atoris]
43. Vita Wesseli Geldenhaurio Aut[ore]
44. Oratio Card. Baronii ad Pontificem
45. Calend[arium] Hamconii
46. Diploma Carolinum ex archivis Bruxellensibus et collatione D. Bromanni quaestori[s] aerarii a secretis
47. Catalogus libr[orum] quos e Graecia in Germaniam transtulit
Augerius Busbequius [= Ogier de Busbecq] orat[oris = afgezant] Caes. Maiest.
48. Een boeck raeckende verscheyden saecken van regieringen ende justicie
49. Opcomste van de patroons-, kercke- ende beneficiegoederen in de grietenien van Oostergoe onder d' hant van dr. Svalue in originali met een Gregoriaens omslach.
50. L. ms. ab Harone ad annum 609 deinde post tempora Caroli Magni & Lud. Pii ad annum 1499
51. De rebus sub Carolo magno gestis L. ms.
52. Sub Ludouico Pio.
53. Chronicque van Vrieslandt cum not[is] def[uncti]
54. Familiae Hermanae, & Camminganae Genealogia
55. Hypomnemata ad Lib. 4. de Rig. Doct. Ecclesiasticae
56. Epistolae Doctorum ad Suffr. & eiusdem ad varios
57. Carmina in Lib. Suffridi & eiusdem ad Praesidem Everardum carmen
58. Acta concilii Veniensis
59. Proso[po]graphia Caroli magni
60. Chronicorum Suffridi. Item Comment. in Olimp. Pindari et Orat. XI Octob.
61. Julii Hilarionis Lib. Chronologus cum not. Suffridi.
62. Trias II manu def[uncti]
63. Chronicon Joannis de Beka
64. Orationes in laudem iurisprud[entiae] & commen[tarius] ad L. 1 & de
iurisdict[ione]
65. Interpret[atio] Nov[ellarum] 166 & quaedam Plutarchi translata
66. Diatribae adversus I. Dousam bis
67. Leges Frisiorum
68. Partitio Germaniae. Item extrat uuyt d' chroniquen van Vrieslandt beschreven bij J[an]cke Douma cum epistolis nonnullis
69. Res antediluviane et de orig[ine] doct[rinae] eccles[iae]. Item acta inter caesarem & moschum. Gesta Frisiorum Belgice.
70. Epitome rerum German. Item descriptio urbis Romae & Chronicon Maieri relict[um] in biblioth[eca] German[arum]
71. Ordines Ecclesiastici
72. Catalogus Istorum
73. Chronicon Ducum Brabantiae
74. De orig. Fris[iae] nom[inis] & Loquela. l[iber] m[anu]s[criptus]
75. Catalogus van het leven der bischoppen van Munster
76. 't Landtboeck van Vrieslandt
77. Van het verdrach van Embden
78. Sigismundi ad Embdanos literae
79. Enige ordonnantiën van stijl ende justicie in de bibliotheecque.
80. Een boeck inhoudende verscheyden formulieren dienende in de greffie van den Hove met een consilio ende andere saecken in materie van processen
81. Chronicon Frisiae Lat. lib. 3 distinct.
82. Historia Episcoporum Traiectensium Becani & alia ab anno
808 ad annum 878 m[ense] Oct[obris]
83. Process tuschen die platte landen en steden nopende het gouvernement voor mijnheer prins van Orangiën gevallen, mitsgaeders d' acten jegens d' grave van Arenberch.
84. De Frisonis politeia. Item Colonia-Viltarum & familiae Cammingana, addito chronico Suffridi
85. Geographica multorum Regnorum Europae descriptio
86. Catalogus operum Suffridi
87. Regalium annalium Coenob. Egmond. libri
88. Disputationes in 4 lib. Instit[utionum]. Item Methodus Iuris Oeconomu. & quaedam descriptiones Fris[iae]. Addito Harmonia iuris tractatu, de ratione docendi m[anu] Suffridi
89. Historia a Cataclysmo ad Nat[ivitatem] Christ[i] add. Epist.
90. Adversaria in Opera Wer. m[anu] Suffridi
91. Lib. S. Suidberti Episcop. in Werdena
92. Comment. in 4 lib. Instit. m[anu] Suffridi
93. Ioannis de Beka chronicon additis quibusdam de situ Frisiae & Rh. alurit.
94. Annales Caenobi Witnerungi Inter Amasum & Laubacum. Item Annales Caenob. Egmond. m[anu] def[uncti]
95. A creatione ad diluvium chronicon
96. Annalium Frisicorum Trias III addito carmine de Frisia
97. Collectanea ex antiquis authoribus
98. De terrae sanctae Africae & Insularum in mari Mediterraneo situ
99. Leges Frisicae
100. Stragis Doccumand. Ao. 1572 descriptio Henrico Bra Medico autore
101. Miscellanea. Item ad Suffridi apologiam appendix m[anu] defuncti
102. Iulii Hilarionis de Comput[atione] annorum a principio mundi ad sua tempora cum not[is] Suffridi
103. Chronologia rerum Frisicarum ab exordio gentis ad Carol. magn.
104. 't Landrecht
105. Vitae Pontificum a D[ivo] Petro ad Iul[ium] II pontif[icem]
106. Dispositio orat. Ciceronis pro Lege Manilia m[anu] Suffridi
107. Chronicon Germanicum ab Alb. Bavaro ad funda[tionem] arcis
Leovard. Item fundat. civit. Duysburch. In anteriore libri parte C. Sigonii index in Hist[oriam] Imp[erii] occid[entalis]
108. Chronicon Frisiae
109. E vita S. Suidborti quaedam
110. De rebus Groningensibus & Frisicis varia Betus [?] Item Suffr. de orig. Scot. ac Coloniis Frisiorum liber ms.
111. Annales Ducum & Regum Franciae Item Chronica Slavorum Helmoldi
112. Ad Frisiae descriptionem pertinentium lib.
113. De Princi[pi]bus ac regibus Frisiae a Frisone usque ad Carol[um] magnum
114. Leges Frisicae additis statutis quibusdam Provincialibus
115. Antiquae Saxoniae seu Westphaliae descriptio
116. Sigeberti Gemblacensis Chronicon
117. Chronicon Eusebii e bibliotheca Suffridi
Finis
Reperti postmodum a me hi MSS. codices:
- Sibrandus Leo de vitis abbatum in Frisia
- 't Landtrecht lingua Frisica
- Worperi Thaboritae lib. MSS.
- Chronique van Groeningerlandt
- Fassiculus Temporum cum annot. Suffridi & mss. Lib. ms. de comit[ibus] Teisterbantiae
- Chronicon Eusebii cum annot. Suffr.
- Conciliatio Genealogica Christi
Onder stondt geteeckent: P. Winsemius.
Leger stondt: pro D.D. Deput. ordinum.
Op huyden den 24en januarii 1617 is gecompareert hier in 't Statenhuys binnen Leeuwarden dr. Pierius Winsemius, 's Lantschaps historieschrijver, ende heeft volgende d' apostille der heeren Gedeputeerden hier voorgaende belovet ende aengenomen, dat hij in gueder bewaeringe sal nemen ende holden die boecken, pampieren ende registeren in 't voorgaende catalogo gespecificeert, ende van deselvige alletijt verantwoorden, ende die wederome in gelijcke staat ende voegen als soe hiervooren bij hem ontfangen, opleveren daer ende wanneer hem sulcx bij de heeren Gedeputeerden sal worden geordonneert; ofte soe daer inne eenige mangel vallen mochte is hij tevreden daervoor inne te staen, tot dien fine oock sijn persoen ende guederen voor de verseeckeringe derselviger weder opleveringe submitterende soedanige reale executie als landtspenningen geïnnet worden; 't orconde sijn handt [w.g.] Pierius Vinsemius
Besluit van Gedeputeerde Staten van 5 december 1616, waarbij dr. Pierius Winsemius als landshistorieschrijver wordt aangesteld
Bron: T5, inv.nr. 2310 (d.d. 5.12.1616).
Is dr. Pierius Winsemius bij eenparige stemmen bij advis van de heeren Curatoren vercoren tot historischrijver deser Landtschappe in plaetse wijlen Bernardi Formerii op gelijcke tractement als deselve genoten heeft, des dat hij de Vriesche historie sal continueren daer 't Furmerius heeft gelaten, soe cort ende claer als enichsins moegelijcken sal wesen, midts sorge dragende dat tselve geschiede naer waerheyt tot meeste orde ende dienste van 't landt, met affweringe van tghene tot disreputatie ende nadeel vandien, van emant soude moegen geschreven wesen, houdende in goede bewaringe alle acten, monumenten, brieven ende chartres, raeckende de vrijheden ende privilegiën van 't landt, bereets onder hem berustende, ofte die noch hiernamaels souden moegen comen te berusten, daervan hij gehouden sal sijn t' allen tijden des noodt sijnde te verantwoorden.
>> begin
Historieschrijvers van Friesland volgens Eekhoff
1. Magister SUFFRIDUS PETRUS, Leeuwarder, "der Rechten
Licenciaet en Professor Juris binnen Coelen", geb. in 1527, overleden
in 1597. Hem volgde op:
2. BERNARDUS GERBRANDUS FURMERIUS, Leeuwarder, geb. in
1542. Hij was bij zijne aanstelling in 1597 Praeceptor aan het
Leeuwarder Gymnasium en overleed in 1616.
3. PIERIUS WINSEMIUS, in 1586 geb. te Leeuwarden, was daar
Advokaat, toen hij 5 December 1616 werd aangesteld. Hij is de
werkzaamste geweest van allen, die deze, meest verwaarloosde,
betrekking ooit hebben bekleed. Na in 1636 benoemd te zijn tot
Hoogleeraar in de welsprekendheid en geschiedenis te Franeker,
overleed hij daar in 1644.
4. HENRICUS COLDE, Rector van het Gymnasium te Leeuwarden,
werd door de Staten benoemd den 26 Maart 1646; hij overleed
in 1652. Hem volgde
5. Dr. ARNOLDUS COPIUS, benoemd den 21 Augustus 1652;
een onbekend persoon, die in 1670 overleed, nadat hij de betrekking
had overgedragen aan
6. SIMON ABBES GABBEMA, geb. te Leeuwarden in 1628, aangesteld
den 30 April 1659, overleden in 1688.
7. Dr. JOHANNES VAN DER WAEIJEN, geb. te Amsterdam in
1639, sedert 1677 Hoogleeraar in de godgeleerdheid en Hebr.
taal te Franeker, werd benoemd den 21 Maart 1689 en overl. in
1701. Aan het ambt was toen eene bezoldiging van 600 gulden verbonden.
8. Dr. HERMANUS ULRICUS HUBER, geb. in 1663, sedert 1682
Landschaps Secretaris, werd aangesteld den 11 November 1701.
Hij was daarna Burgemeester van Sneek en lid van Gedeputeerde
Staten, en stierf in 1730.
9. HANS WILLEM Baron VAN AYLVA, in 1714 Raadsheer, in
1722 Grietman van Baarderadeel en in 1728 Gedeputeerde, werd
den 7 Februarij 1731 benoemd tot Historieschrijver. Hij overleed
in 1733.
10. Jhr. ONNO ZWIER VAN HAREN, geb. te Leeuwarden in
1713, zag zich reeds den 13 Maart 1734 met de benoeming tot
deze waardigheid vereerd, hoewel hij na zijne bevordering tot
Grietman van West-Stellingwerf daarvan afstand deed ten behoeve van
11. ALBERTUS HUBLINGH, van Oudebercoop, die 9 Januarij
1743 werd aangesteld. Na het overlijden van dezen verzocht zijn
zoon
12. ALBERT BARELS HUBLINGH hem op te volgen, hetgeen den
3 Augustus 1753 werd toegestaan.
13. WYBRAND VAN ITSMA, geb. te Leeuwarden in 1693, had
als geleerde en staatsman een roemrijke loopbaan vervuld en was
Burgemeester van Harlingen, toen hij 20 Maart 1758 benoemd
werd, hoewel hij reeds in het volgende jaar overleed.
14. Jhr. TJALLING DOUWE ROORDA VAN SIXMA, geb. in 1734,
Geregtsscholt en Voorzitter van het Krijgsgeregt in Friesland, werd
benoemd den 6 Julij 1759.
Volgens de hierbij geraadpleegde Resolutiën van Gedeputeerde
Staten, hadden nu sedert 1689 de benoemingen altijd plaats gehad
ter dispositie van die leden der Vergadering, ter wier begeving dit
ambt op de groote politieke tour stond, zoodat men zijn zoon,
een neef of bekende, ja zelfs (als bij no. 9 het geval was) zich
zelven voordroeg ter vervulling van eene betrekking, waarvoor, zoo
als men meende, toch niets anders te doen viel dan het traktement
te ontvangen. Men verdeelde dus de ambten onderling, zonder
naar bekwaamheid of geschiktheid te vragen, en zoo was ook dit
ambt in een blooten titel ontaard. Maar, toen laatstgenoemde
Heer ROORDA VAN SIXMA den 15 December 1770 stierf, was er
een man, die dezen titel verdiend en het ambt zich waardig gemaakt
had. Men verhaalt toch, dat toen het voornemen bij de
Regeering moet hebben bestaan, om den verdienstelijken FOEKE
SJOERDS, onderwijzer te Nijkerk, die 8 deelen Beschrijving en
Historische Jaarboeken van Friesland had uitgegeven, tot Historieschrijver
te benoemen. Dan, reeds drie dagen later stierf deze,
en nu werd, weder op gelijke wijze als vroeger,
15. Jhr. HECTOR LIVIUS VAN HEEMSTRA den 11 Januarij
1771 met dien titel vereerd. Hij was geboren in 1740 en overleed
in 1783 op Vogelzang-state te Feenklooster, zonder eenig spoor
zijner werkzaamheid na te laten.
Het blijkt niet, dat er daarna eene nieuwe benoeming heeft
plaats gehad, zoodat deze eervolle betrekking, welke gedurende
twee eeuwen door slechts één van de vijftien benoemden waardig
is vervuld geworden, verviel, zonder voor het vaderland en de
wetenschappen die vruchten gedragen te hebben, welke de instellers
daarvan beoogden.
>> begin
Handschriftenverzameling Gabbema (9056 Hs) in de Provinciale Bibliotheek van Friesland, nu onderdeel van Tresoar
Optical Character Recognition: men melde niet verbeterde leesfouten! Dat deed Arjen Dijkstra 1/9/2009, waarvoor dank.
Aanwinsten 1911, blz. 45-53: Gabbema. Handschriften en stukken, afkomstig van S. A. Gabbema. Geschenk van de heeren Voogden van het Old Burger Weeshuis te Leeuwarden. Deze handschriften en stukken behooren tot het zgn. "Gabbema-archief" (vgl. De Vrije Fries, XI), waarvan het Rijksarchief in Friesland en andere archieven het overige ontvingen. Zie Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven 1911, blz. 405 vg.
• A. Cronijck en waarachtige bescrijvinge van Vrieslandt. Eerst deur OCCAM SCHARLENSEM zeer vlytlycken bij een geteekend, ende andermaal deur JOANNEM VLIETERP weder vernyeuwt en verbetert. Als oeck dardemaal deur ANDREAS CORNEL, organist tot Harlingen is geschied. Alles tot nut ende vorndeel, oeck welbehaegen van de nacomelingen ende lieffde voor haar beminden vaderlandt. 2 bndn. fol.
16e Eeuwsch hs. Het is eenigszins verschillend van en uitvoeriger dan de uitgave en eenige andere handschriften van deze kroniek. Vgl. het 33e verslag (1860/61) van het Friesch genootschap blz. 411.
• B. De origine, antiquitate et situ totius Phrysie libri decem ..... authore "anomalo Christi voluntario exule." 1567. 1 bnd. fol.
Bevat slechts Lib. I, II. BOËTHIUS AB HOLDINGA wordt vermoed de schrijver te zijn. Vgl. De Vrije Fries VIII, 384; zie ook de inliggende aanteekening van Mr. M. de Haan Hettema. Hierbij eenige losse bladen, waarop o.a. "Miscellanea ex Plinio aliquot loca selecta".
• C. Handschriften van het Landboek van KEMPO VAN MARTENA. 3 hss. fol.
1. Handschrift uit de 16e eeuw. Met eenige bijvoegingen tot 1554, en een inhouds-register.
2. Handschrift uit de 16e eeuw. Met eenige bijvoegingen tot 1573.
Op blz.1 staat: "Ita exemplar domini senatoris Petri ab Harinxma thoe Sloten".
• D. Gesta Frisiorum aliaque. 837 blz. 4o.
Hierbij: Inhouds-opgaven van Mr. M. de Haan Hettema en van de hand van S. A. Gabbema. Vgl. Suffridus Petrus, De script. Fris. blz. 136. Het eerste gedeelte van dit hs. is vermoedelijk in het klooster Klaarkamp geschreven (vgl. blz. 29).
Inhoud:
Blz. 1. Gesta Frisiorum. Uitgeg. in de werken v. h. Friesch Gen. Dl. II.
35. M. ALVINI Tractatus. Uitgeg. als boven.
101. Privilege van Karel de Groote. Chtb. I, 44.
107. Vertaling van dat privilege. Chtb. I, 46.
114. Bevestiging daarvan door keizer Frederik. 1479 (vertaling). Chtb. I, 686.
126. Bevestiging v. h. gebod tegen de Groningers. 1493. Chtb. I, 760.
132. Bevel van keizer Maximiliaan aan hertog Philips. 1493. Chtb. I, 762.
142. Hertog Johans privilege. 1421. Vgl. blz. 158.
147. Privilege v. keizer Sigismund v. h. klooster Thabor. 1420. Chtb. I, 409.
157. id. v. hertog Johan 1422. Chtb. I, 453.
158. id. 1421. Chtb. I, 425.
165. Ordonnantie v. hertog Albrecht. 1398. Chtb. I, 288.
173. Verdrag m. Willem, graaf v. Oostervant. 1398. Chtb. I, 281.
176. Volmacht v. Ooster- en Westergo. 1470. Chtb. I, 631.
177. "Handelingen" over de huldiging v. d. Hertog. 1470 Chtb. I, 631.
199. "Gaerlegger" v. Westergo. 1452.
199. id. (v. Gemeene landen). 1456.
206. id. v. Westergo. 1466. Vgl. Chtb. I, 617.
207. Verbond. 1482. Chtb. I, 710.
211. id. 1484. Chtb. I, 724.
213. id. 1486. Chtb. I, 732.
214. id. v. Westergo. 1487. Chtb. I, 740.
220. Verdrag (m. Groningen). 1420. Chtb. I, 412.
212. id. 1420. Chtb. I, 416.
229. id. 1422. Chtb. I, 445.
241. Bevestiging van dit verdrag. 1422. Chtb. I, 450.
245. Verdrag (m. Groningen). 1477. Chtb. I, 669.
248. "Dit sint die honderden in Wymbritseradeel".
249. Verdrag tot onderhoud v. dijken. 1427. Chtb. I, 471.
251. Uitspraak v. P. Ockinga c.s. 1427. Chtb. I, 472.
253. Verdrag over h. onderhoud v. IJsbrechtumerdijk. 1473 Chtb. I, 656.
257. Ordonnantie o. d. dijken. 1533. Chtb. II, 627.
258. "Aanbreng" voor Oegerzijl. 1505. Chtb. II, 245.
261. Ex cronico conventus nostri. 1411-1501.
269. Ex cronico coenobii Franciscanorum. 1413-1501.
277. Kroniekje (Friesch). 1467-1515.
287. Doccumanae stragis ..... descriptio, autore HENR. A BRA. (Vgl. Suffr. Petrus, Descript. Fris. Dec. 16, 7), en De Vrije Fries VI, 131.
333. Prophetie van blinde Simon en van bruer Hankis. Op 1 los blad: Aanteek. o. onderhoud v. dijken in Westergo, enz. 1527. ('25)
• E. Diversi tractatus. 175 bldz. fol.
Hierbij eene inhouds-opgave van Mr. M. de Haan Hettema. Bevat, behalve eenige stukken van Suffridus Petrus, een aantal verschillende, vermoedelijk alle, door hem verzamelde stukken. Inhoud:
1. SUFFRIDUS PETRUS, De Viltis.
2. _____ De familia Cammingana.
3. _____ Apostrophe ad Frisonem.
4. JANCO DOUWAMA, Boeck der partijen. Vgl. de uitgave in de werken v. h. Fr. Gen. I.
5. _____ Instructie a. s. huisfrou. (Fragment.)
6. Copie van een brief van (W. v. Burmania aan S. Petrus) ter begeleiding van afschriften.
7. Extract uit de kroniek van J. v. Froissart.
8. 3 Copiën van den vrijheidsbrief van Karel de Groote. Chtb. I, 44.
9. Copie van den confirmatiebrief v. keizer Frederik III. Chtb. I, 686.
10. Copie eener notarieele acte, waarin translaat van den vrijheidsbrief uit het Friesch in het "Alemannisch" (Latijn). Sneek 1456.
11. Copie van den confirmatiebrief van keizer Sigismund. 1417. Chtb. I, 396.
12. Les ducques, les comtes ..... qui furent sur le Kuynre en Frize l'an 1396. (Uitgeg. 's Grav. 1889).
13. Ad illustrissimum principem Georgium Saxoniae ducem ..... carmen .....
14. Register en ordonnantie van Franekeradeel (Gedeelt.) Chtb. I, 498.
15. Besogne van Ada Harkema. 1581.
16. SUFFRIDUS PETRUS, Praefatio in pandectas. 1578.
17. _____ in Δραπετας Luciani. 1556.
18. _____ in opus Basilii magni De utilitate capienda ex libris gentilium. 1575.
19. D. Wernherus Schenck. U. L. anno 67 ... dictavit .....
20. SUFFRIDUS PETRUS, Praefatio in librum II Digestorum. 1579.
21. Drie catalogi van de werken van Suffridus Petrus (De uitgegevene en nog niet gedrukte).
22. Wesseli Ganssfortii Phrisii vita.
23. Vita Rodolphi Agricolae, auth. G. GELDENHAURIO.
24. Suffridus Petrus, Praefatio in Plutarchi libellum de educandis liberis. 1575.
25. _____ Latijnsch gedicht.
26. _____ (aan E. Nicolai).
27. _____ In laudem universitatis Lovaniensis.
28. Brief van Sigismund, koning van Polen, aan den magistraat en de burgers van Emden. Znd. j. Copie.
• F. Varia Bernardi Furmerii. 2 Bndn. 4o.
Hierbij inhouds-opgaven van Mr. M. de Haan Hettema. Bd. 1 bevat o.a. Stukken van Beka en and., eenige geschiedkundige aanteekeningen, gedeeltelijk in chronologische volgorde, "Diplomata quaedam comitatibus Hollandiae data", Privilege van Karel de Groote, Annalium Frisicorum lib. 4-6 (768-880); (Vgl. de uitgave. Franek. 1609). Bd. 2 bevat o.a. uittreksels uit J. Dousa en A. Krantzius, en verschillende historische aanteekeningen, gedeeltelijk in chronologische volgorde.
• G. Excerpten uit eenige schrijvers; voorts verschillende aanteekeningen enz., meerendeels de geschiedenis van Friesland betreffende. In 2 bndn. 4o.
HSS. uit de 16e eeuw. In bnd. 1. o. a.: excerpten uit Suffridus Petrus, De Frisii antiquitate et origine; in bnd. 2. o.a. eene Latijnsche bewerking van een gedeelte van het 5e boek van de kronyk van Worp v. Thabor.
Bnd. 2 waarschijnlijk van B. Furmerius. Vgl. inliggende aanteekening van Mr. M. de Haan Hettema, De Vrije Fries III, 106 vg., en de hss. 352 en 353 System. catal. V, 1819.
• H. "Liber quartus Worperi Taboritae, conversus in Latinum a me historico WINSEMIO". In 1 omslag. fol. Vertaling van gedeelten van het 4e boek (tot 1491).
• I. Excerpten uit de aanteekeningen van HEYMANS, griffier van het Hof van Friesland, betreffende gebeurtenissen in Friesland in 1571-1580. In 1 omslag, fol.
Copie van de hand van P. Winsemius. Vgl. Gabbema, Nederl. Watervloeden. Blz. 284, 288.
• J. Korte historische beschrijving van het Bildt vanaf de eerste bedijking in 1505 tot 1631. 1 omslag, fol. Hierbij eene kaart en eenige stukken betreffende het Bildt.
• K. Stukken betreffende de geschillen tusschen de Buitendijksters en de ingezetenen van Westergo. 1573. In 1 omslag, fol. Copiën van de hand van P. Winsemius.
• L. Ephemerides Leovardienses. Verhaal van het voorgevallene binnen Leeuwarden in de jaren 1566, 1567 en 1568, door ANTHONIUS JOOSTZ., notarius. In 1 omslag, fol.
Door Mr. W. W. Buma uitgeg. in De Vrije Fries IX, 387. Hierbij: Copiën van eenige brieven en stukken betreffende het verbond der edelen enz. In 1 omslag, fol.
• M. Varii tractatus ab anno 1584 ad ann. 1587. 1 bd. fol.
Bevat copiën van stukken betreffende het gezantschap naar de Koningin van Engeland en de onderhandelingen met den Engelschen ambassadeur; voorts copiën van resolutien en andere stukken betreffende o.a. de belastingen, de kosten van den oorlog, de weg langs de Eewal van Leeuwarden tot Dokkum, enz. 1587. Voorin eene copie van het rapport van Dr. Rombertus Ulenburgh, burgemeester van Leeuwarden, omtrent zijne missie naar graaf Willem Lodewijk en prins Willem, bij wiens dood hij tegenwoordig was, d.d. 14 Augustus 1584.
• N. Handschrift, bevattende copiën van stukken, van de hand van S. A. Gabbema. 259 blzn. fol.
Blz. 1. Korte aanteekening omtrent het leven v. d. H. Fredericus en de stichting van h. klooster Hortus S. Mariae. Voorts eene inhoudsopgave v. h. hs.
la. Vita venerabilis patris Frederici, primi abbatis Horti S. Mariae eiusdemque abbatiae fundatoris diligenter conscripta per ... SIBRANDUM VI eiusdem monasterii abbatem. Uitgeg. in Acta SS. Boll. 3 Maart. I, 289-293. Vgl.Wybranda, Gesta abbatum Orti S. Mariae. Inleid. blz. XVIII.
11. Fragmentum vitae B. Siardi, abbatis V ab eodem D. SIBRANDO diligenter conscripta.
Vgl. Wybrands l. c.
15. Chronicon abbatum Floridi Campi vulgo Olde-kloester, per THOMAM GRONINGENSEM, XXX ejus monasterii abbatem. Door Dr. M. Schoengen uitgeg. in h. Archief v. h. Aartsbisdom Utr. dl. 29.
35. Chronicon Egmondanum auctore Anonymo eius loci religioso. Ab anno Christi MCXXXXVII ad annum usque MCCV, quo tempore vixit. Describebat atque emendabat ex antiquissimis membranis PETRUS SCRIVERIUS. Met aanteeken. van varianten v. verschillende hss.
Uitgeg. o.a. in Matthaeus, Analecta. 2e ed. III, 425-496. Vgl. Muller, N. Ned. kronyken blz. 9.
91. Isti sunt Breviculi Parvi quos olim Theodoricus a Leydis ..... posuit super sepulcra comitum et comitissarum Hollandiae in monasterio Haecmundensi quiescentium .....
Uitgeg. in Johannes de Leydis, Chronicon Egmund. ed. A. Matthaeus. Blz. 144, 145.
93. Forma maiorum breviculorum cuin epitaphiis comitum et comitis sarum in monasterio Haecmundensi quiescentium.
Uitgeg. ibid. blz. 146 vg.
115. Vita sancti Adalberti Levitae et confessoris Christi. (Non inter-polata).
Uitgeg. o. a. in: Surius, Vitae SS. Vgl. Muller, N. Ned. kronyken,
3, en v. Heussen, Batavia sacra, 44.
139. De adventa sancti Adalberti cum sancto Wilbrordo Trajectensis ecclesiae episcopo historia, per unum monachorum Haecmundae composita.
163. SIBRANDUS LEO, Vitae et Res gestae abbatum Horti D. Virginis seu Mariengerd, et abbatum in Lidlum. Met aanteekening v. varianten v. 2 hss.
Uitgeg. in Matthaeus, Analecta 2e ed. II, 241; III, 537.
• O. Copiarum Frisicarum, excerpente S.A. Gabbema, lib. I, II. 2 Bndn. 4o.
Hierbij inhouds-opgaven van Mr. M. de Haan Hettema.
Inhoud Bnd. I:
Bl. 1. Handelingen op dagvaarten in verschillende Friesche steden. 1482-1486. Chtb. I, 712-730.
21. "Ontzegh brief" aan den abt van Gerckesklooster. Chtb. I, 707.
22. Verbond. 14 Oct. 1481. Chtb. I, 701.
24. Verklaring v. grietmannen. 1427. Chtb. I, 473.
26. Aan Leeuwarden wordt het halsrecht enz. toegestaan. 1392 en 1456. Chtb. I, 252, 591.
30. Eed van de gemeene Friezen. 1473. Chtb. I, 655.
34. Volmacht v. Keizer Frederik. 1485. Chtb. I, 727.
37. Verdrag tusschen Ooster- en Westergo. 1440. Chtb. I, 519.
39. Albrecht v. Beyeren schenkt aan het Hospitaal-convent bij Sneek de heergewaden v. d. leenen in Oost-Friesland. 1399.
40. _____ geeft a. id. eenige privilegiën. 1399. Chtb. I, 299.
42. Hendrik v. Beyeren staat aan het Nieuw-Kruisland toe een parochie-kerk te hebben. Defect.
44. Statuten van het Bolswarder dekanaat. 1455. Chtb. I, 549.
54. Stadboek van Bolsward. 1455. Chtb. I, 553.
Inhoud Bnd. II:
Blz. 1. Extract uit eene Friesche kroniek.
19. Ordonnantie betreff. de jaarmarkt te Leeuwarden. Omstr. 1453. Chtb. I, 547.
23. Stukken betreffende het Hospitaal-convent, als: Verdrag van het convent m. R. Bokama 1407, koopbrief van land a. het convent Thabor verkocht 1453, wandelkoop v. land tusschen het convent en de Stad Sneek. 1478.
35. Stukken betreffende het klooster Klaarkamp, meeren-deels betreff. aankoop en schenking van goederen. 1372-1478. 32 stkn. Van enkele is het origineel nog in het klooster-archief. In het Chtb. komt bijna geen van dezen voor.
91. Willekeuren van Hunsego. Uitg. in v. Richthofen, Fries. Rechtsquell. blz. 328 vg
100. Zijlrecht d. Delfzijlen.
105. Verdrag tusschen Suameer enz. en Groningen. 1447 531.
107. Verdrag tusschen Opsterland en Groningen. 1425 . Chtb. I, 466.
112.Verdarg tusschen Oosterbroeksterland en Groningen. 1444. Chtb. 526.
117. Uitspraak in een geschil tusschen den proost van Farmsum en de gemeente int Oldampt enz. 1328.
125. id. id.
133. Bisschop Everhards brief. 1267.
141. Focka Ukana Wilkeran.
De copiën van bl. 91, 100, 105, 107, 112, 117, 125 en 133, zijn genomen naar een hs. van Warn. Emmen, raadsheer te Groningen.
• P. Excerpta de urbe Lovardiensi, ex variis authoribus, monumentis, privilegiis, epistolis etc. Pars prima, a prima origine ad annum 1600. 1 bd. 4o.
Eigenhandige aanteekeningen van S.A. Gabbema.
• Q. Aanteekeningen van S.A. GABBEMA, gedeeltelijk betreffende de geschiedenis van Leeuwarden, 1 bd. fol.
• R. Fragmenten van handschriften van S.A. Gabbema's werken. In 2 portef. fol. en 4o.
1. Friesche lustgaarde. - 2. Verhaal van Leeuwarden. - 3. Nederlandsche Watervloeden. - 4. Levensbeschrijvingen van S. Willebrord e. a. - 5. Geschiedenis van Friesland, blz. 1-16. (Vgl. de voorrede van T. Gut-berleth in de uitgave v. h. Verhaal van Leeuwarden, blz. 7). Alle van de hand v. S. A. Gabbema.
• S. Journalen, gehouden a. op het schip "De Zeven Wouden" onder commando van Auke Stellingwerff, in 1665, door BOËTHIUS GABBEMA, als schrijver op dat schip, en b. op het schip "Westergoo" onder commando van Wijtze Deyma, in 1667. 2 stks. fol.
Hierbij eenige resolutien van de Gedeputeerden van de Staten-Generaal bij 's lands vloot, voorts "rendevous", "verdelingen" en staat van 's lands vloot. 1665.
• T. Register van stukken tot Utrecht behoorende. In 1 omsl. fol.
Hierin worden ook eenige stukken uit de 14e eeuw, die Friesland betreffen, vermeld.
• U. Eenige aanteekeningen van IJSBRANDUS HARDERWIJK, abt van het klooster Lidlum, omtrent hoogen waterstand, beeldenstorm, enz. 1559-1576. 1 blz. fol.
• V. Aanteekeningen van ANDRIES GRYFF (te Oldeboorn) betreffende dure tijden, hoog water, harde winters, enz. 1557-1569. 7 blzn. fol.
• W. Verzameling origineele brieven en stukken. 17 stkn. in 1 omslag, fol.
1. Brief van Karel de Stoute aan den Raad in Braband. 16 Mei 1472.
2. Christiaan II, koning van Denemarken en Zweden, aan Karel (V.) 21 Jan. 1518.
3. Lodewijk, koning v. Boheme, aan Karel V. 17 Aug. 1521.
4. Getuigschrift van Edzardt en Christoffel, graven van Oostfriesland, voor magister Bernhardus von Meppen. 12 Mei 1564.
5. Brief van den stadhouder J. v. Schouwenburg aan den magistraat v. Franeker. 29 Sept. 1572.
6. Acte, waarbij Cunerus Petri, bisschop van Leeuwarden, en het kapittel van S. Vitus, Dr. Simon Polma continueeren als hunnen pensionaris, advocaat en notaris, 1 Maart 1574.
7. Verklaring van Wibrandus ab Aytta omtrent eene afrekening in zake de nalatenschap van Viglius ab Aytta. 10 Sept. 1577.
8. Brief van D. Sonoy aan de burgemeesters van Harderwijk. 21 Sept. 1579.
9. Hendrik IV, koning van Frankrijk, aan de (ambassadeurs Janin en de Lussy). December 1608.
10. Getuigschrift van George Wilhelm, markgraaf v. Brandenburg voor Johannes Acronius. 16 Juli 1615.
11. Getuigschrift van den Senaat der Franeker academie voor Johannes Acronius. 8 Maart 1619.
12. Verklaring omtrent de huwelijks-voltrekking tusschen H. H. v. Lemmego en Helena Jansz.[?] v. Leeuwarden. 3 Juni 1620.
13. Paspoort voor Hans Teuvel. 29 Mei 1621.
14. Paspoort voor den ruiter Marten Robrecht. 24 Sept. 1627.
15. Kwijtschelding door J. Jukema van injurien enz., hem aangedaan door A. Andla. 13 Febr. 1628.
16. Verlofpas voor David Wallate. 18 Nov. 1631.
17. Rekest v. C. Fonteijne, boekdrukker, aan den Magistraat van Leeuwarden. Met daarop gestelde dispositie. 12 April 1639.
• X. Koop- en consentbrieven. 5 stkn., in 1 omslag, fol.
1. Koopbrief van een halve sloot te Oostermeer en 12 roeden veen te Opeinde, verkocht door Wermolt Pannbacker c. u. aan A. Aernsma. 7 Febr. 1537. - Hierbij: Consentbrief van het Hof. 12 Maart 1538.
2. Koopbrief van 3 roeden veen te Opeinde, verkocht aan A. Aernsma. 4 April 1540. - Onderaan: Consent van den grietman v. Smallingerland. 4 April 1540.
3. Consentbrief van den grietman van Menaldumadeel op den niaar-koop van zaadland, genaamd Boytze-wal, gelegen aan de Beetgumer vaart. 16 Dec. 1561.
4. Koopbrief van 10 pondematen land bij Sneek. 14 Febr. 1614. - In dorso: Consent van den Magistraat van Sneek. 4 Nov. 1614.
• IJ. Verzameling copiën van brieven en stukken, waarvan eenige van de hand van P. Winsemius en van S. A. Gabbema. 25 stkn. in 1 omslag, fol.
1. Bevestiging, door graaf Jan II, van de voorrechten aan Stavoren, door Floris V gegeven. 1299. Chtb. I, 134.
2. Copiën v. brieven betreff. de handelingen tussch. de hertogen v. Beyeren met Ooster-, Westergo, Zevenwouden en Groningen. 1398-1421. Vgl. Chtb. I, 281-425.
3. Verbond van koning Eduard v. Engeland met Oostergo en Westergo. 5 April 1478. Chtb. I, 675.
4. Testament van Bocke ab Aytta. 1484.
5. Handels-verdrag tusschen den koning van Frankrijk en Stavoren. 20 April 1487.
6. Overdracht van Friesland a. Karel V. 1515. Ned. vertaling. Chtb. II, 305.
7. Relaas betreffende Andries Claessen, die als wederdooper 16 Maart 1535 ter dood veroordeeld werd.
8. Uitspraak van scheidsrechters in een geschil over het graven van een vaart in Menaldumadeel. 31 Oct. 1539.
9. Brief, waarbij keizer Karel V legitimeert Folkardus, natuurlijke broeder van Viglius ab Aytta, en Maria, diens natuurlijke zuster. 30 Mei 1545.
10. Acte van advertissement van den president van het Hof v. Friesland. 10 Jan. 1553. Chtb. III, 307.
11. Antwoord van de Landvoogdes op een schrijven van de inquisiteurs te Leeuwarden, in zake de uitvoering der edicten van den Keizer. 17 Aug. 1554.
12. Institutie-brief voor Jellius Johannesz. als pastoor te Sneek. 27 Juli 1561.
13. Extract uit het testament van Viglius ab Aytta. 1575.
14. Rekest van de volmachten der steden van Friesland aan den Stadhouder. Met de dispositie daarop. 13 Maart 1579. Chtb. IV, 5.
15. Extract uit eene missive uit Arnhem. 17 Nov. 1579.
16. Brief, waarbij de steden Gent, Sluis en 't Land v. Vryen weder door den Koning v. Spanje worden aangenomen. 1584. Vgl. Bor, Ned. Oorl. II, 221.
17. Verzoek van den Magistraat v. Leeuwarden aan het Hof v. Friesland. 23 Maart 1591. Chtb. IV, 764.
18. Brief van den stadhouder Willem Lodewijk aan de Staten v. Friesland. (1594.)
19. Relaas betreffende de kwestie tusschen K. Roorda en den Stadhouder, en de grieven van Gedeputeerde Staten v. Friesland tegen den Stadhouder (1597.)
20. Ordonnantie van Gedeputeerde Staten v. Friesland betreffende het gebruik en het onderhoud van 's lands tucht- en werkhuis. 22 Febr. 1610. Chtb. V, 166.
21. Verklaring omtrent den inhoud van brieven, gewisseld tusschen Christo-phorus Ostorodus en doct. Vorstius. 7 Juni 1611.
22. Verklaring omtrent het verblijf te Rome van Fonger Sybrands. 26 Mei 1614.
23. Brief van Christina, koningin van Zweden, aan Karel I van Engeland. 10 Maart 1649.
24. Brief van een wederdooper. Znd. j.
25. Genealogische aanteekeningen omtrent de geslachten Hermana, Emingha, v. Kamminga e. a. 4 blzn. .
• Z. "Leges antiquae Frisiorum, conscriptae manu Dousae, patris et filii". 1 omslag, fol.
Nederd. vertaling van een gedeelte der Oude Friesche wetten, uitgeg. d. P. Wierdsma. 1782. paragr. 1-80, dl. I, blz. 17-103.
• AA. Ordonnantie van den Hertog van Saksen. 1504. -- Met de kantteekeningen, bevattende het advies van J. v. Stavelen, president van het Hof, aan de Landvoogdes vau 23 Februari 1538. 1 bd. fol.
Vgl. Chtb. II, 50 vg.
• BB. Stadboek van Groningen. 4o.
Handschrift van de 16e eeuw. uitgeg. in Verhand. v. "Pro Excolendo" dl. 5.
• CC. Instructie en eed voor de Gedeputeerde Staten van Groningen en Ommelanden. 1598. 10 blzn. fol.
• DD. Copiën van resolutien en atukken betreffende de gecommitteerden tot het redres van den jaartax in Stad en Lande. 1599. 1 omslag, fol. Hierbij : Verklaringen, waarbij de Koning van Spanje wordt afgezworen (d. Ged. Staten van Stad en Lande).
• EE. Copiën van brieven en stukken betreffende de belegering van Groningen en de inneming van Coevorden. 1672. 1 omslag, fol.
Hierbij: Drie brieven van A. Munting te Groningen aan zijn schoonbroeder S. A. Gabbema.
• FF. SUFFRIDUS PETRUS, Chronicum principum aquilonarium. 4o.
• GG. GUILIELMI HERMANNI GOUDANI Hollandiae Gelriaeque bellum. 21 bldn. in 1 bnd. 4o.
Uitgeg. in: Matthaeus, Analecta. 2e ed. blz. 321. Vgl. Muller, N. Ned. kronyken, blz. 30.
• H.H. J.F. GRONOVIUS, Commentaria antiquitatibus referta in Plauti comoedia, 1649. - Volgen: De vitiis Sermonis collectanea. - M. SCHOOKIUS, Dictata. Groningae. 4o.
• II. SIBRANDI SICCAMA Frisi j. u. d. Commentari sacrorum seu de festis Romanis. 1 omslag. 8o.
• JJ. Index rerum et verborum in Martianum Capellam plenissimus. 1659. 1 omslag, fol.
• KK. Eenige gelegenheids-gedichten en andere stukken van onderscheiden aard. 1 portef. fol. Hierin o. a. "Prophetie v. Engeland", "Copiën uit hertog Arents brief" enz.
• LL. Handschrift, bevattende copiën van brieven van Justus Lipsius en and., en voorts copiën van verschillende (meerendeels Utrechtsche) charters en stukken uit de 11e-17e eeuw. 617 bldn. 8o.
Afkomstig van G. Lap v. Waveren, wiens gekleurd familiewapen met zijne kwartieren zich voor in den band bevindt. In dezen band is tusschen gevoegd een katern (gemerkt met 9 en (volgens oude nummering) met 6), die zich bevond in hs. no. 1470 v. d. Stedel. Bibliotheek te Utrecht onder de papieren afkomstig van G. Lap v. Waveren, en thans aan de Prov. Bibliotheek is afgestaan.
• MM. Verzameling letterkundige brieven. In 9 doozen.
Grootendeels origineelen, en voorts een aantal copiën van de hand van S. A. Gabbema. Deze verzameling bevat de brieven, door W. Eekhoff vermeld in De Vrije Fries XI, 334 vg. (Pak M, N, O, P), en voorts nog eenige brieven en gedichten uit enkele van de overige aldaar vermelde pakken. Een catalogus van deze verzameling, en van de brieven, voorkomende in bovengenoemd hs. van Lap v. Waveren, is in bewerking [Catalogus der briefverzameling van S.A. Gabbema, Leeuwarden 1930].
>> begin
|
|