>> HOMEpage
♦ Oprichting universiteit Franeker 14 april 1584 ♦
M.H.H. Engels, mei 2013
De Staten van
Friesland namen het voorstel van Gedeputeerde Staten tot oprichting van een
universiteit te Franeker aan op 14 april 1584. Op dat moment waren
Gedeputeerde:
Oostergo
Keimpe Donia
28/7/82
Sjoerd Fockesz
28/8/82
Westergo
Jelger van Feitsma
15/2/81
Dirck Fogelsang
31/3/84
Zevenwouden
Eylardus Augustini
Reynalda 31/3/84
Abel Frankena 15/2/81
Steden
Christoffel Aernsma
31/3/84
Hobbe Sjoerds Baerdt
31/3/84
Doecke Teetlum
31/3/84
De drie
Gedeputeerden uit de steden waren kort daarvoor vervangen, evenals Fogelsang
voor Westergo en Reynalda voor Zevenwouden.
Het genoemde
voorstel werd bekrachtigd door de Statenleden:
Oostergo
Sixtus van Mockema
Feye van Hemstra
Kempo Sjoerds Wiarda
Zevenwouden
Elardus Augustini
Reynalda
Sybren Hiddesz.
Hepcko Fockens
Steden
Hessel Lywezn. Aisma,
Leeuwarden
Schuyrdt van Vrielsma,
Dokkum
Jacob Symens
zn., Bolsward
Ipe Jacobs [Juckema],
Franeker
Syurdt Syrcx
zn., Harlingen
Jeltze Thomas, Sneek
Wybrant Jelles, Stavoren
S[joerd] Potter,
Sloten
Hydde Jarichs
zn., Workum
Wat opvalt, is
dat geen statenlid uit Westergo heeft getekend.
De emeritus-predikant
Gellius Snecanus had zeer geijverd voor een universiteit in Friesland om
predikanten op te leiden. Stadhouder Willem Lodewijk bevorderde de plannen.
Volgens Boeles, Frieslands hoogeschool, I,14 noot citeert prof. Sixtinus Amama
die in de twintiger jaren van de zeventiende eeuw Elardus Reinalda "primarius fundandae
Academiae primarius author" noemde. Gellius had zich eveneens zeer positief uitglaten
over Reinalda; Boeles p. 20. Reinalda kon bogen op ervaringen opgedaan in
Amsterdam en Leiden. Hij werd de eerste hoogleraar Latijn aan de universiteit
van Franeker. Donia werd in 1586 de eerste en enige curator; in 1604 werd hij
wederom curator, toen in een viermanschap. Jelger van Feitsma maakte er vanaf
1605 deel van uit. Abel Frankena hield de openingsrede; Boeles 21, noot 4. Na
examens en uitreiking van prijzen aan studenten begin 1594 gaf Frankena een
tijdlang rechtenonderwijs ter ontlasting van Henricus Schotanus, die er in de
rechtenfaculteit tot de komst van Beyma alleen voor stond; brief van Marcus Lycklama
uit Franeker 23 januari 1594 aan Johannes Saeckma te Dokkum. Van Doecke Teetlum
is een distichon op de universiteit bewaard gebleven aan de Westerpoort; Boeles
21. De belangrijke rol van Sjoerd Fockens blijkt uit de inscriptie op zijn grafsteen
in de Grote Kerk te Leeuwarden.
Hier rust Sjoerd
Fockens, de lof van Friesland en niet de geringste
Hij blonk uit
door de grootste kennis van het recht en van het woord Gods
Het
laatstgenoemde sierde hij met trouw en liefde jegens God, [en] jegens zijn
naaste
Terwijl hij de
moeilijkheden van het vaderland bestuurt, koestert hij de kerk van God
Hij sticht een
lyceum gewijd aan de vrome muzen, is vasthoudend in het rechtvaardige, hij
straft het kwaad
Hij geeft niets
om geld, niets om gunst.
Gewillig
verdraagt hij de zwaarste smarten van een langdurige ziekte
Als hij hier had
mogen blijven, was hij het vaderland zeer ten voordele geweest, echter zijn
loon en rust heeft de vermoeide verdiend
Met het 'lyceum'
is de universiteit van Franeker bedoeld.
Blijkens een
brief d.d. 19-5-1591 van Suffridus Hania/Hanja, toen advocaat te Leeuwarden,
aan Johannes Saeckma, toen student te Franeker, waarin H. het overlijden van Suffridus
Fockenius de dag daarvóór meldt, was Sjoerd Fockens niet Doctor in de rechten
maar Licentiaat. Hanja schrijft: M. Suffridus Fockenius heri circa decimam ante
meridiem obiit, d.i. om 10 uur 's morgens; M. staat voor Magister, titel van
iemand die het licentiaat in de rechten had behaald. Van laag naar hoog waren
de graden te behalen in de rechten: baccalaureus, licentiatus, doctor. Waar Suffridus/Sjoerd
Fockenius/Fockens gestudeerd heeft is niet bekend.
Op de grafsteen
in de Grote of Jacobijnerkerk te Leeuwarden staat: Ao. 1591 den 18 Maij sterf
de welgeleerde en froeme Siurdt Fockens oldt 57 iaer. Zijn geboortejaar blijkt daaruit: 1534.
>> begin