>> HOMEpage

Rinsumageest: woning grietman Suffridus SAECKMA 1656 verkocht

Bron: Nedergerecht Dantumadeel proclamatieboek inv.nr. 73 fol. 96r
Internetuitgave: M.H.H. Engels, september 2012,
met dank aan Jarich Renema voor de signalering van de bron
en Paul Noomen voor de lokalisering van de vicariefenne

Jurgien van de Ley secretaris deeser deele doet
proclameren seker huis, hoff, bomen en plantagie,
bloem- en keukentuinen, brouwhuis en verdere annexen

vandien, en dat met alle 't geen daerin van en aen aerd-,
spijker- en nagelvast is, staende en gelegen op Rin-
smageest
, hebbende ten Oosten juff. Maria van Tiaerda,
Mirk Jans en Antie Wouters, Take Claesz. ende
Hendrick Pyters assistenten elx met hunnen breedte
en langdte van yder hunnen respective huisen en plaetsen,
d'heerewech en de straete aen de vaert, Pyter Joris
Pyphroen en notaris Johannes Swart ten Suiden ende d'
erven van w. Claes Jacobs ende proclamant elx
voor een gedeelte ten Westen, ten Noorden de vica-
ryefinne
ten naesten, beswaert int geheel met een floreen

rente en vijff en veertig strs. s'jaers aen de kercke van voors.
dorpe tot grondpacht, ende voorts met de geheele
staekettinge van voors. juff. Maria Tiaerda
plaetse [doorhaling] en alle andere lasten,
servituten ende gerechtigeeden als vanolds daerop en aen
behoren, en in vougen de nages. verkopersche met haer
w. man d'selvige huisinge en plaetse beseten hebben,
in kope bekomen van juff. Tietie Thomas Ooster-
baen weduwe van d'heere Sioerd Saekma, in leven
grietman van Dantumadeel, ende Theodorus Saeckma,
raed ordinaris in den Hove van Frieslandt als g'authoriseer-
de curator over Johannes Saeckma, voor de somma
van tweduisendt twehondertnegentig gg. en een
gouden ducaton vermogens coopbrief van den 10en
Martij 1656.
de 1e procl. den 14 April 1656
2e procl. den 21 [er staat XI] dito
3en proclamatie den 28en dito



secretariswoning ten tijde van Jacob Fenema, 1722 >>

<< grietman Suffridus Saeckma's huis, in de achttiende eeuw eigendom van lt. col. Johan van Molenschot -
J. v. M., gedoopt Zutphen 5 januari 1649; zoon van lakenkoper Christoffel en Geurtjen Rauwers; kap. 1674, serg.maj. 1690, luit.kol. 1693, kol. 1721; x 1. Susanna (Sjouck) van Roorda, x 7 maart 1684 2. Sippina (Saepck) van Aylva (* Rinsumageest 1656 - † Lwd. 9 april 1721); † Lwd. 20 april 1721, 72 jr. oud; begr. te Sexbierum; koopt 3 april 1682 [derde proclamatie] huis en hof te Rinsumageest; vgl. Ndl. Leeuw 104(1987), 318-321 (met z/w-foto portret 1684 door Julius de Geest)


H.M. van den Berg, Noordelijk Oostergo: Dantumadeel, 's-Gravenhage 1984, blz. 135: Siniaweg 9 [voorheen Hereweg]
In aanleg 17e-eeuws pand, met aan de linkerzijde van de ingang onderkelderde opkamer, die blijkens de plaatsing van de straalsgewijs geplaatste natuursteenblokken in de strekken boven de vensters aanvankelijk smalle vensters had. Onder twee van de strekken staan thans even grote vroeg 19e-eeuwse ramen als in de rechterhelft van het huis. Naast de vensters is nog een derde strek te zien van een smal venster, dat in de hal licht gaf en in de vroege 19e eeuw gedicht zal zijn, toen de ingang van een destijds moderne omtimmering is voorzien. Wanneer men voorts ziet, dat de ankers van de balklaag thans voor de natuursteenblokken heengrijpen, treft de overeenkomst met het door Stellingwerf [ca. 1720] getekende gebouw, dat het onderschrift heeft: 'Huis van de Lt. Colonel Molenschot op de Geest'. In het begin van de 19e eeuw zal het huis zoals meer grotere huizen in Friesland van een verdieping zijn ontdaan, waarbij de vensters gemoderniseerd werden (vergelijk Harsta State, Hogebeintum en Tjessens bij Holwerd). Inwendig zijn in de opkamer nog een vroeg 19e-eeuwse schouwomtimmering, de oorspronkelijke spiltrap links achter in de hal en in het rechtervertrek een 18e-eeuws bedschot. In de hal rond de trap is de tegelbekleding van de wanden nog aanwezig. Tegen de linkergevel het koetshuis.
Artikel in Nieuwsblad van Friesland, 26 juli 1933, blz. 8, bewerkt
Saeckma - state sate
AKKERWOUDE. Bijna steeds is het aan de omgeving te zien, waar vroeger een slot of kasteel gebouw heeft gestaan. Sommige plaatsen eischen echter, om dit vast te stellen, een nauwkeurig onderzoek. Zoo ook de plaats, waar vroeger Saeckma-state sate te Akkerwoude heeft gestaan.
• Aan de omgeving is hier niet veel van te merken. Geen terreinverhooging, zooals op vele andere plaatsen waar vroeger buitens hebben gestaan, wordt hier aangetroffen. Wel zijn er eenige kleine kampjes land, die op vroegere bebouwing wijzen.
• Een der kampjes bleef tot dezen tijd den naam van "de kersenhof" behouden. Hier was dus vroeger, in den tijd, toen het buiten door de Saeckma's werd bewoond, de kersenhof aangelegd.
• Waarschijnlijk was het niet noodig, om de plaats waar de adellijke woning vroeger stond, te verhoogen. Deze plaats en de omgeving bestaan tenminste uit hoogen zandgrond.
• Van grachten is hier niet veel meer te zien. Slechts aan de Oostzijde is tot dezen tijd een stukje gracht, ter lengte van eenige 10-tallen meters overgebleven. Van bijzonder opvallende wijdte is deze gracht echter niet. Wel echter onderscheidt ze zich van de andere slooten in de omgeving, doordat er in droge zomers bijna altijd water in staat. De diepte is dan ook aanzienlijk.
• De flora in de gracht onderscheidt zich van die in de andere slooten in de omgeving. Op heldere plekjes liggen de snoeken te blakeren in de zon.
• Op het eene eind staat als overblijfsel van het vroegere geboomte een oude eschdoornstruik. Dit zijn de eenige overblijfselen, die er op wijzen, dat hier in vroeger tijden een slot sate heeft gestaan.



Schotanus-atlas 1718
De sate "Groot" resp. "Klein Saeckma" lag in Akkerwoude
ten Noorden van de Herewei (Herenweg)
resp. ten Zuiden daarvan tussen Finnewei en Singel
nabij de westgrens met Rinsumageest



Tjaardastate naar een tekening van J. Gardenier Visscher, waaronder geschreven staat: dit rondom met boomen beplant
De state, het poortgebouw en de gebouwen op het voorterrein zijn in 1834 gesloopt.
H. Potter schrijft in Wandelingen en kleine reizen door sommige gedeelten van het vaderland (Amsterdam 1807) over Rinsumageest: dorp ... groot en schoon ... versierd met vele zeer schone huizen en tuinen, omringd door welig geboomte, in welk des zomers eene groote menigte vogelen, en onder deze vooral de nachtegaal, hunne lieflijke toonen laten hooren; deel I, blz. 220.
Stadhouder Willem Frederik is menigmaal "mit de slee uyt gewest bij de jufferen te Rintzemergeest"; 3 januari 1645 en 3 januari, 11 en 14 februari 1646, 21 en 27 januari 1647; in zijn dagboek voegt hij op 21 januari 1647 daaraan toe "daer se veel van juffer Jouckema [d.i. Maria van Tjaarda, weduwe Juckema] prateden".


J.S. Theissen, Centraal gezag, blz. 291: SYDS TJAERDA († 1546) koos MOED, een dochter van SYDS SYTSEMA, tot vrouw; een 8-tal kinderen, 5 dochters en 3 zoons, werden uit dit huwelijk geboren. Dat hij veel voor die kinderen gevoelde, blijkt overtuigend uit de wijze, waarop hij over hen spreekt; en uit het boven aangehaalde gesprek met zijn vrouw komt mij iets als de aanduiding van een uitnemende verstandhouding, ook met haar, tegen. Buitendien, het vruchtgebruik van een paar staten uit zijn oorspronkelijk bezit wordt haar toegewezen en op Tjaerda-slot zal zij wonen, zoo lang zij leeft. Kan zij met den toekomstigen eigenaar overweg, des te beter; anders mag zij voor zich een deel afsluiten: dye grote camer van dat Stins, dye coeken, onse slaepcamer, dye camer daer bij dat brouhuus, met dye uuthganck tot der brugge, daer uuth ende ingaende.

Huisarchief Tjaardastate
Toegang 313 inv. Nr. 30
Coop
Wilco van Holdinga vrijheer toe Swartsenbergh,
Ritmr. ende mayor over een regement te peert
Ende Pytter Nannes bijsitter, als kerckvochden
In den dorpe van Rinsmageest sampt Jr.
Werp van Juckema ende Jr. Sioerdt van
Aylva special. tot desen saecke gecommitteert
ten overstaen van Franciscus Bavius praedicant
in denselven dorpe ter eenere ende den E. heere
grietman Saeckma ter andere sijde vercla-
ren mettenander gemaeckt te hebben seeckere
wandelcoop in voegen ende manieren nae beschreven.
Eerstel. bekennen wij opgemelte persoonen in onse
verhaelde qlt. aen den E. heere Saeckma sijne
erven uytgewandelt ende int eeuwich overgedra-
gen te hebben sulckes doende bij desen seeckere halve
pondamate lants soo deselve op dato onderges.
bepaelt ende affgemeten is, gelegen in de viccarie-
fenne nu tegenwoordich bij Benne Meynerts
gebruckt, hebbende den E. heere grietman
vs. ten Suyden met conditie dat den E. heere
grietman daerop sal holden ende int eeuwich
sal dragen een floreen rente in de schattin-
ge; daertegens ick grietman aen de opge-
melte heeren in hunne voorverhaelde qlt. hebbe
opgedragen seeckere drie pondamaten landts ge-
legen op d'Bolten in voegen als ick deselve nu
laest in coop hebbe becomen van Jacob Outgers
woonende in de Trynwolden. Maer alsoo de opge-
melte drie pondamaten op voorenae in prijs met
de halve pondamate niet gelijck sijn, soo ist
dat ick grietman vs. belove ende aenneme
tot een ter saecke aen de opgemelte heeren
in qlt. als vooren te geven (ende dat bij 't aen-
vaerden van de meergemelte halve pondte.
lants) een hondert ggl. tot 28 stuyvers
't stuck.
[verso:] Item neme ick grietman mede aen tot mijne last
het holt leggende aldaer op voetpadt altijt op mijn
costen bequamel. met een goet steyger te
onderholden ende int eeuwichduyrende. Ende alsoo de
opgemelte Benne is verhuyrt, soo neme ick
grietman aen omme 't gene hij Benne hee[t]
te praefenderen daervoor in te staen. Aen welcke
contracte ons contrahenten wel genoecht.
Geloven elck in sijne qlt. 't selve in alles
nae te comen ende te onderholden, onder verbant
onser goederen met excempt. Submitterende
tot dien finne onse persoonen ende goederen vs. onder
den Hove van Fryslant, ende voorts alle andere
heeren gerechten. Orconde d'waerheyt hebben
wij desen onder twe gelijckluydende met onse
gwoontel. verteickeninge bevesticht, met d'hant
van de onderges. not. pub. Actum Rinsmageest
vs. den 7en 9ber Anno 1644.
Onder den prinsepale stonde W. H. Swart-
senbergh, Pytter Nannes, S. v. Aylva, Werp van
Juckema, F. Bavius ecc[lesias]tes in R.geest, S.
Saeckma, N. Johannis not. pub. elck met
sijne gewontel. streecken ende toogen.
Nae gedane collatie is desen
met sijne originale bevonden
te accorderen. In kennisse van
mij onderges. not. pub. Actum
Rinsmageest desen 8en 9ber
Anno 1644.
N. Johannis
not. pub.
L. Mr.

Aantekeningen

• Suffridus/Sjoerd Saeckma † 21 december 1655
• Johannes Saeckma, gedoopt op donderdag 3 juli 1642 te Rinsumageest, op 10 maart 1656 als 13-jarige nog in leven; drie eerdere zonen Johannes kort na hun geboorte overleden
• Maria van Tiaerda † 1661, weduwe van Ruurd van Juckema

Nedergerecht Dantumadeel, inv.nr. 72, fol. 188r
Doctor Focko Feikens mede advocaet voor den Hove van Frieslandt b[egeert] b[oden] ende consent op de cope van sekere huisinge ende schuere met hoff, bomen, plantagie sampt profijtel. grondt daerop d'selve staet, ende annexen ende aenbehoorten vandien, staende ende gelegen tot Rinsmageest, hebbende Buwe Anis bewoonde huysinge met Aeltie Jan Wessels ende Jan Gerbens plaetsen ten Oosten, den heere grietman Saeckma huysinge ende grondt met Jr. Juckema hovinge ten Westen, de Vicarye Fenne ten Noorden ende gemene straet ten Suyden ten naesten, gecocht op redemtie van vier iaren (ende dat den vercoper daerinne sal mogen blijven innen gedurende deselve iaren) voor den somma van tweduysent golde ghereet gelt nae breder inholden van den coopbrieve daeraff sijnde, van Eduardo Aeneae secretario van Dantumadeel voor hem ende in qltt.
1e proclamatie den 3e 7bris 1638, 2e ... 10., 3e ... 17en ...
De grietman en zijn vrouw woonden niet op "Sakema State" in Akkerwoude zoals T.E. Teunissen beweert op blz. 182 en 183 van 'Ald Dantumadeel: De Dokkumer Walden yn eardere en lettere tiid', Kollum 1938, en zoals J. Botke eerder schreef in 'De gritenij Dantumadiel' (1932).

fol. 285v
Doctor Theodorus Saeckma ... c[onsent] op de cope van de gerechte helfte ... van groot ende cleyn Saeckma Staten ende landen in den dorpe Accerwolde gelegen ... de vercoperse van wijlen Lucas Jarges ende Auck Saeckma haer olderen aenbeerffd ... in cope becomen van Anna Jarges huysvre. van Berent Overhagen wonende binnen Steenwijck ... voor den somma van 3200 Caroli gl. vrij ende gereedt gelt ... coopbrieve in dato den 16en Septemb. 1642
1e procl. 26 Septemb. 1642, 2e ... 3 8br., 3e 10 8bris 1642

Mr. Georg [Jurjen] van de[r] Ley, secretaris 1643-1657, * Dokkum 25 juni 1607, † vóór 12 dec. 1657 (boedelinventaris)
Nedergerecht Dantumadeel, weesboek inv.nr. 45, fol. 268v:
Inventarisatie ende beschrivinge sampt tauxatie gedaen ten overstaen van ons onderges. grietman Sioerdt van Aylva als commissaris ende secretaris Jo. Canter sampt de gemeensman Boucke Sacharias, Buwe Ritskes ende Hiltie Keimpes als veredigde tauxateurs daartoe specialijck versocht sijnde, ten sterffhuise van Jurien van der Ley, in leven secretaris van desen deele, van alle de goederen bij sijn w. huysve. Sioertie van Reen bij hem secretaris ingebracht, ten versoecke van Tzietske van der Ley [Tjitske Jans van der Ley * Leeuwarden 4 maart 1598 † Leeuwarden 1657(?)] haar dragende als universeele erffgenaem van haar w. broeders nagelaten goederen, om hetwelcke in alle getrouwheyt te doen sij allen Godt tot een getuige hebben genomen, huyden desen 12 Xbris 1657. ... [einde: 176v; Sioertie van Reen bezat veel zilver; totaal van de taxatie: 2160-9-4]

Dr. Jacobus Canter, secretaris over Dantumadeel [1659-1673], doet [mei 1660] proclameren seekere huisinge, hovinge, boomen ende plantagie cum annexis, staende ende geleegen in den dorpe Rinsmageest, hebbende d'erven van w. de secretaris Jurgien van der Ley ten Oosten, de strate ten Suyden, Douwe Doedes ten Westen, de wyckeryefenne [= vicariefenne] ten Noorden ... in coop becoomen van Mr. Thomas Heeres Sybersma ende Hiltie Rombartus echtel. tot Rinsmageest voor de somma van veertienhondert ggls., breeder vermogens den verkoopbrieve van dato den 12en Aprilis 1659; proclamatieboek fol. 208v.
In 1673 werd Nicolaus Bavius secretaris, in 1686 Bavius Nauta; Jacob Fenema was het van 1693 tot 1737.

inv.nr. 74, fol. 33r
kopers: Jelle Jacobs ende Anscke Cornelis
notaris Swart O, strate S, witte swaen W, Tietske van der Ley N
verkopers: Mr. Beernd Crab ende Riemcke Heeres Peyma (Peima)
koopprijs: 1050 gold. gls.
1664

inv.nr. 74, fol. 264r
De Here Johan [van] Molenschot capitain van een compagnie te voet doet proclameren sekere huisinge en hovinge ende alle 't gene aan deselvige aard, bandt, spijcker en nagelvast is, staende ende gelegen in den dorpe Rinsmageest ... hebbende de kerckelanden ten Oosten [moet zijn: Noorden], de Eed. Here Tiaardt van Aylva ten Westen, de vaart ende straat ten Zuiden ende vrou Alathea van Juccama ten Noorden [moet zijn: Oosten], in coop becomen, bij decreet van den Hove, van Ericus Ha[e]rsma, advocât 's Hofs van Vrieslant, geauthoriseerde curator over Dr. Jacobus Canter ende Doutjen [Douwes] Swin[g]ma echtel. voor de s[o]m[m]a van een duysendt twintigh ggls. vermogens decreetbrieff van den 26e 8bris 168[?].
De 1 p. den 20e Martii 1682, de 2e p. den 27e dito, de 3e p[roclamatie] den 3e Aprilis 1682
Alathea = Ael van Juckema † Minnertsga 20 augustus 1703, oud 91 jaar, echtgenote van Gosse Tjallings van Camstra † 27 juli 1663

271r
kopers: Joannes Schonenburgh chirurgijn ende Imckjen Sybrants
de erven Swartzenbergh ende de capitain Molenschot ten O., de patroon van voorseyde dorp ten N, de secretaris Bavius ten W ende het diept ten Z
in coop becomen van Doytse Jans cum uxore, erfgen. van wijl. Nanne Joannes Swart ende Dominus Schregardus pastor van voorn. dorpe
koopprijs: 290 golde guldens met drie silvere ducatons gereed gelt
22 Jan. 1683 [eerste proclamatie]

inv.nr. 75 fol. 1r
Bavius Nauta secretaris van Dantumadeel en Rixtie Metz echteluiden op Rinsmageest woonachtig, doen proclameren sekere huisinge, schuire, hovinge, bomen en plantagie, staende en gelegen in voors. dorpe, soo en als deselve bij de olde secretaris Nicolaus Bavius cum uxore is bewoont en gebruyckt geweest, beswaert met drie Car. guld. jaerlijcxe grontpacht, aen de kercke van meergemelte dorpe te betalen, hebbende tot naestlegers Johannes Schonenburg, Mr. chirurgijn, ten Oosten en Noorden, de gemene straet ten Zuyden en het huys alwaer de witte swaen uithangt ten Westen. Wijders met servituten en gerechticheden daertoe en aen behorende, ende invoegen deselvige van de erfgen. van w. Jelle Jacobs door de vercoper in cope becomen is, alsoo in cope becomen van de olde secretaris Nicolaus Bavius en Johanna Vastrick voor de somma van een duisent Car.guld. met een aem van de beste Rijnsche wijn, en een gouden ducaton tot vijftien Car.guld. in gereden en vrijen gelde, breder vermogens de coopbrieff van den 9. Maii 1680 daeraf sijnde.
Den 6e Septemb. 1686 1e p., den 13 dito 2e p., den 20 dito 3e p[roclamatie].

fol. 82r
Bavius Nauta secretaris van Dantumadeel en Rikztje Mets echtel. althans op Rinsmageest ter eenre ende Joannes Schonenburgh Mr. chirurgijn en p[rocureu]r postulant ende Imkjen Sybrandi echtel. tot Rinsmageest woonachtigh ter andere sijde doen proclameren sekere wandelcoop als volght. Eerstel. sekere huysinge, hovinge, somerhuys, bomen ende plantagie staende ende gelegen in de dorpe Rinsmageest, soo en als deselve cas[?] als eigen toebehoort, gel[ijck] al 'r gene daeraen aerd, band, spijker en nagelvast is, beswaert met drie Cr.gld. jaer- lijckse grondpacht aen de kercke van meergemelt dorpe te betalen, sampt met actien, servituten en gerechtigheden daertoe en aen dependerende, in voegen deselve van d'olde secretarius Bavius cum uxore in coop becomen is, hebbende de echtel. handelaer ten Oosten, de gemene straet of water ten Suyden, het huys alwaer de witte swaen uythangt ten Westen, de kerckelanden ten Noorden, waerentegens ten anderen wert geproclameert sekere huysinge, schuyre ende loods, met 't gene aen deselve aerd, bandt, spijcker en nagelvast is, met de hovinge, bomen, plantagie daerachter gelegen, invoegen wij hetselve als eigen gebruycken en bewonen, mede staende ende gelegen in den dorpe Rinsmageest, beswaert met een Car.gld. jaerlijckse grondpacht aen de kercke van voornoemde dorpe te betalen, voorts met servituten ende gerechtigheden van olds daeraen hebbende gedependeert, hebbende de d'heer Majoor Johan van Molenschot cum uxore ten Oosten, d'pastori van Rinsmageest ten Noorden, d'echtelieden aenhandelaers ten Westen, ende de gemene straet of vaert ten Zuyden, met het vrie medegebruyck van de steegh oostwaerts van de vs. huysinge, lanslopend, ende dewijle de huysinge cum annexis van de secretarius Nauta beter bevonden is als die van Mr. Johannes Schonenburgh en Imkjen Sybrands, bij 't perfecteren deses aen de secretarius Bavius Nauta en Rixtje Mets in gereden gelde sullen doen hebben uytkeren, voldoen en betalen een somma van twe hondert silveren ducatons tot zes hondert dertigh Car.gld., beneffens een golden ducaton tot een vererings aen de huysvrouw van de secretarius Nauta, alles breder vermogens coopbrieff hieraff sijnde.
[Bij het begin, in de marge links:] Dese wandelcoop per abuys den 17 Xber 1693 uyt de coopbrieff Mr. Johannes Schonenburgh te boeck gebracht omdat mijn meininge waer, dat deselve nogh niet te boeck ware gebracht.

Dr. Jacobus Fenema, secretaris van Dantumadeel, doet proclameren seeckere heerlijcke huysinge, hovinge, dominge en plantagie, met al 't gene daeraen aard, band, spijcker en nagelvast is, staande en gelegen op Rinsmageest, hebbende de here Molenschot ten Oosten, de gemene straat ofte vaart ten Zuyden, het huys daar de witte swaen uythangt ten Westen en het land ten Noorden, beswaart met drie Cargls. jaerlijxe grondpacht, aen voors. kercke uyt te keren, voorts met lasten en profijten etc., in coop becomen van Mr. [chirurgijn] Johannes Schonenburg [* ca. 1655] cum uxore [Ymkje Sybrens, * ca. 1657] voor de somma van twe duysent Cargls. op drie g[e]l[ijcke] termijnen te betalen als Maii 1700, 1701 en 1702 in een vrijen gelde geen exempt, breder vermogens coopb[rieve] daaraf zijnde.
Den 15e Jan.rii 1700 de 1e proclamatie, den 22 dito de 2e proclamatie, den 5 Feb.rii 1700 de 3e proclamatie; Nedergerecht Dantumadeel (Tresoar toegang 13-09, inv.nr. 76, fol. 9v).

>> begin