>> HOMEpage

Begrafenis Maria Louisa 1765

Bron: Tresoar (bibliotheek) G 132/1 resp. archief Leeuwarder Courant
Internetuitgave: M.H.H. Engels, april 2014


Ordre en Reglement der Lykstatie
van Haare Doorlugtige Hoogheid, Mevrouwe de
Princesse Douairiere van Orange en Nassau,
geformeert by de Ed. Mog. Heeren Commissarien
van 't Collegie der Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde
Staten van Vriesland, met en benevens Commissarien
van 't Hoog Vorstelyke Huys, in manieren als volgt:

I.

Dat op den Dag der Lykstatie de Burgerye der Stad Leeuwarden en de Militie, zo van deze Stad als uit de andere Steden dezer Provincie, in de Wapenen zullen moeten verschynen.

II.

Dat dezelve zullen worden geplaatst van 't einde van de Kleine Kerkstraat over de Duco Martenase Pyp, de gehele Nieuwestad langs tot aan de Dyk, de St. Jacobstraat op tot aan de hoek, als dan de regterhand af tot aan de Grote Hoogstraat over de Pyp, dog in de Kleine Hoogstraat niet, wederom by de Fransche Kerk te beginnen, en alzo regt uit tot aan dc deur onder 't Orgel in de Kerk.

III.

Dat dezelve zullen geschaart staan in twee reijen, eerst de Burgerye zo verre dezelve kan strekken en als dan de Militie, en zo 'er manschap mogte komen te deficieeren, van die gene alwaar de train en Lykstatie is gepasseert, derwaarts zal worden gedetacheert.

IV.

Dat de Guarde te voet zal worden gerengeert voor de Hofstoet, de Kleine Kerkstraat in, welke zal worden voorzien van Krippen, aan Vaandel, Charpen en Degens voor de Officiers, benevens zwart Flennêl voor de Trommen, en wit Cabretleeren Handschoenen voor de Officiers.

V.

Dat op de Guarde te voet zal volgen het Hofgezin van wylen Haare Doorl. Hoogheid, geleid wordende door den jongsten Edelman den Heere Willem Hendrik van Hambroick, in manieren als volgt:

1. Den Edelman van Hambroick.
2. Twee Keuken Borsten.
3. Twee Port Chaise Dragers.
4. Twee Lacqueys van Haar Hoogheit.
5. Twee Lacqueys.
6. De Mondschenk Gunst en de Hovenier Semler.
7. Twee Mondkoks Benfort en Creser.
8. Twee Kamerdienaars Wattié en Hebel.
9. Wehrman Dispensier en Chirurgyn, Hurter Clercq ter Secretarye.
10. Colon Hofs Doctor, Hildenberg Rentemeester.
11. De Professor Ouwens Lyf-Medicus van wl. Haare Vorstelyke Hoogheid.

VI.

Dat hier op zal volgen de Keteltrom met agt Trompetters en de Keteltrom met zwart Laken bekleed, en de Trompetters kwarten en koorden worden overtrokken met zwarte Floersen.

VII.

Na zulks een Edelman leidende de Ornamenten, den Heere Fredrik Baron van Schwartzenberg.

VIII.

Vervolgens de Ornamenten zelve, gedragen wordende door zes Edellieden.

1. Het 1ste Quartier van Brandenburg gedragen wordende door den Heere Age Tjepke Ruurd van Sixma.
2. Het 2de Quartier van Brandenburg gedragen wordende door den Heere Schelto vam Hiemstra.
3. Het Quartier van Courland gedragen wordende door den Heere Sicco Douwe van Aylva.
4. Het Quartier van Hessen gedragen wordende door den Heere Onno Schotto Tamminga van Burmania.
5. Het grote Blason gedragen wordende door den Heere Daniël Anthony van Plettenberg.
6. De Vorstelyke Kroon op een zwart Fluwelen Kussen gedragen wordende door den Heere Laas van Burmania.

IX.

Dat alle deze bovengemelde Heeren zig zelven zullen moeten voorzien van Mantels, en dubbelde Sleuyers hangende zo lang als de Mantels, gelyk mede van losse Hoeden en wit Cabretleren Handschoenen.

X.

Dat hier op zal volgen den Heere Opperhofmeester R. H. van Hambroick met een Staf in de hand leidende het Vorstelyke Lyk, zullende zig moeten voorzien van het benodigde, exempt de Marschalks Staf.

XI.

Dat hier op zal volgen het Vorstelyke Lyk zelve, gezet zynde op een Wagen onder een zwart Fluwelen Verhemelte met zilveren Galon, Franjes en Larmes afgezet.

XII.

Dat vorengemelde Wagen of Lykkoets zal getrokken worden door agt Paarden met zwart Fluwelen Kleden bekleed.

XIII.

Dat over 't Lyk zal leggen een zwart Fluwelen Kleed, waar op gehegt zullen zyn vier Wapens van Oranje en Nassau en vier van Hessen, dus agt te zamen.

XIV.

Dat vier Edellieden dezer Provincie zullen dragen de slippen van 't Kleed, namentlyk de Heeren Jan Andries van Sytzama, Tjalling Homme van Haersolte, Binnert Philip Aebinga van Humalda, en Duco Martena van Burmania.

XV.

Dat agt Gedeputeerden van de Steden zullen geplaatst worden aan de vier hoeken en in 't midden van 't Verhemelte om 't zelve te houden met de koorden daar aan zynde, namentlyk:

1. Uit Bolsward, Gerryt van Velzen.
2. Uit Franeker, Johannis Haitsma.
3. Uit Sneek, Yge Mollema.
4. Uit Dockum, Harmanus Hoek.
5. Uit Harlingen, Fedde Acronius.
6. Uit Stavoren, Fongerus Domna.
7. Uit Sloten, Claas Neyenhuis.
8. Uit Workum, Tomas Pytters Allinga.

XVI.

Dat 'er 24 Bodens zullen worden geëploieert tot het dragen van het Vorstelyke Lyk op de Baar of Lykwagen, het nemen daar af, en het dragen door de Kerk.

XVII.

Dat als dan in de eerste plaatze zullen volgen drie Marschalken van de Ceremonie met Marschalks Staven in de hand, namentlyk
De Heeren H. van Harinxma toe Heegh.
E. H. van Burmania, en
G. W. van Doys.

XVIII.

Dat hier op zal volgen de Heraut van Staat, waar toe benoemd is Petrus Winck, bloots hooft met een Staf in de hand.

XIX.

Vervolgens de beide Kamerbewaarders der Ed. Mog. Heeren Staten R. Keyert en J. Storm, met ongedekten hoofde, voorzien met een Stok waar op een verzilverde Kroon; na zulks de Ed. Mog. Heeren Staten gecommitteert uit het quartier van Oostergo, H. D. E. van Aylva, C. van Scheltinga, W. Bergsma, T. AE. J. H. van Eysinga, als dan twee Bodens van Staat; hier op wederom de Ed. Mog. Heeren Staten gecommitteert uit 't quartier van Westergo, J. van Glinstra, S. van Haersolte, E. S. v. B. Rengers, H. U. Huber, hier aan wederom twee Bodens van Staat; na dezelve de Ed. Mog. Heeren Staten van 't quartier der Zevenwouden, A. Lycklama a Nyeholt, Joh. Vegilin van Claerbergen, Joh. Wielinga, Joh. van Beucker, als dan wederom twee Bodens van Staat; en hier op de Ed. Mog. Heeren Staten gecommitteert uit 't quartier der Steden N. Arnoldi, J. O. Faber, H. van Sloterdyk, D. B. van Scheltinga, benevens de 's Lands Secretaris Jr. v. Sminia, en de twee Clercquen ter 's Lands Secretarye.

XX.

Vervolgens de Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde Staten, 's Lands Fiscâl en Advocaat, de Commis ter Finantie, drie Clercquen ter Secretarie, een Clercq ter Finantiekamer, gepraecedeert door de vier Deurwaarders zonder Mantels, met ongedekten hoofde en hunne Staven in de hand met zwart Floers bekleed, benevens de twee Kamerbewaarders van 't Collegie E. Rinsma en H. Nauta, zonder Mantels met ongedekten hoofde en Stokken in de hand, en waar op mede een verzilverde Kroon.

XXI.

Gevolgd door de Ed. Mog. Heeren Raden in den Hove Provinciaal, de Rentemeester der Domeinen, de Procureur Generaal, Griffier, Substituit Procureur Generaal en Secretaris, benevens andere Suppoosten van den Hove.

XXII.

Na dezelve de Ed. Mog. Heeren Rekenmeesteren dezer Provincie, gelyk mede de vier Heeren Provinciale Ontvangers Generaal.

XXIII.

Na zulks de Magistraat en Vroedschap der Stede Leeuwarden.

XXIV.

Hier op zullen volgen de Gecommitteerdens uit de respective Steden dezer Provincie, namentlyk

Uit Bolsward twee, Gosling Braaksma, Pyter Coopmans.
Uit Franeker twee, Keimpe Rengers, Pier Hessels Dykstra.
Uit Sneek twee, Jobannes Feikens, Dekken Coops.
Uit Dockum twee, Gerhardus Brantsma, Claas Crans.
Uit Harlingen twee, Jane van Sloten, Syds Altena.
Uit Stavoren twee, Dooitze Hagtingius, Gerrit Intema.
Uit Sloten twee, Wybrandus Haanstra, Herke Jans.
Uit Workum twee, D. F. Riemersma, Klaas van Dyk.
Uit Ylst twee, M. Schaafsma, W. Hoextra.
Uit Hindelopen twee, Anne Clases, Anne Tymens.

XXV.

Verders de Praedicanten der Stad Leeuwarden.

XXVI.

De Fransche Pradicant.

XXVII.

De agt oudste Advocaten voor den Hove van Vriesland.

XXVIII.

En eindelyk de Burgerye der Stad Leeuwarden, wordende gerepraesenteert door één Perzoon, namentlyk Taeke Bruining.

XXIX.

Dat op den Dag der Lykstatie alle de Klokken in deze Stad zullen worden geluid, een aanvang te maken wanneer de Lykstatie begint, en daar in te continueren zo lang dezelve duurt.

XXX.

Dat meede al 't Canon om de Stads Wallen zal worden gelost, drie maal, als eens wanneer het Vorstelyke Lyk op de Baar of Lykwagen zal worden gezet, nogmaals wanneer het zelve aan de Kerkdeur zal zyn genadert, en laatstelyk wanneer men zig gereed bevind om weder den Afmarsch te beginnen.

XXXI.

Dat het Vorstelyke Lyk in de Capelle bygezet zynde, de Kerkdeur de Orange-boom genaamt zal geopent worden, en de Lykstatie op haare ordre daar door marscheeren, het Crommejat om, de Fransche Kerk voorby, de Grote Kerkstraat in, en vervolgens na het Hof.

XXXII.

Dat de Edellieden die de Slippen hebben gedragen in de retour direct zullen marcheeren op de Ornamenten dragers, twee aan twee.

XXXIII.

Dat de agt Gedeputeerden uit de Steeden op de retour zullen volgen op de Edellieden die de slippen hebben gedragen.

XXXIV.

Dat de Hooge Collegien en Corpsen in Ceremonie na 't Hof van wyl. Haare Doorlugtige Hoogheit zullen gaan, het Collegie voorby, door de Ooster- en Peperstraat, langs de Breedzyde van de Nieuwestad, door de Kleine Kerkstraat, voorby het Hof, de Ooster Deur in.

XXXV.

Pat de Collegien na het eindigen van de Lykstatie, wederom van 't Hof zullen gaan door de Grote Kerkstraat, tot aan de Bollemanssteeg, door dezelve, de Bagynestraat langs, het Hof voorby, de Eewal langs, door de Minnema- en Korfmakersstraat, en vervolgens een yder na Hoogstdeszelfs Vergaderplaats.

XXXVI.

Dat 'er Levrey-bedienden zullen worden geëmployeert by de Lykstatie.

XXXVII.

Dat eindelyk van dezen Afdrukzels door 's Landschaps Drukker zullen worden gemaakt, tot onderrigtinge van een yder, behorende tot deze Lykstatie.

TE LEEUWARDEN,
Gedrukt by WILLEM COULON, Landschaps en Academiedrukker der Ed. Mog.
Heeren Staten van Vriesland, 1765.

Uittreksel Leeuwarder Courant 13 juni 1765

Marie-Louise van Hessen-Kassel treedt na de dood van haar man,
stadhouder Johan Willem Friso, op als regentes voor haar zoon.
Als die volwassen is, trekt ze zich terug in het stadhouderlijk hof te
Leeuwarden. Daar is zij door haar vriendelijkheid en gulheid enorm
geliefd en krijgt ze de koosnaam Marijke Meu. Na haar dood
brengt een lange rouwstoet haar naar het familiegraf van de Friese
Nassaus in de Grote Kerk. De burgerwacht is daarvoor al vroeg op pad.


Des morgens ten 5 uuren wierd op het Waagplein de vergade-
ring geslagen door 40 burger tambours, in ordre gestelt en
geleid wordende door den burger tambour-majoor B.
Stapert.
Na dat dezelve dus met slaande trommen driemaal heen en weder
't gemelde plein gemarcheerd waren, begaven ze zig met stille
trommen ieder naar het huis van den vaandrig zyner compagnie.
(..)
De burgers, van te voren ieder door zyn corporaal verzogt zynde
zig des morgens ten 6 uuren voor derzelfs deur te vervoegen,
voorzien van snaphaan en degen, ordentlyk in 't zwart gekleed een
rouw lint op den hoed, witte handschoenen enz., verscheenen
dusdanig op gemelde tyd, en marcheerden van daar, ieder rot
geleid wordende door deszelfs corporaal, naar hunne vaandels, al
waar ze compagny's wyze in order geschaard wierden; zynde de
gantsche burgery alvorens, om alle disorder voor te komen,
eenigen tyd in den wapen handel geoeffend door eenen daar toe
gestelt en verzogt zynde militair officier. (..)
Alle de compagnyen dus op marsch zynde, kwamen genoegzaam
op een zelven tyd, te weten voor zeven uuren, op de Lange Pyp, om
zig aldaar naar den rang der espels by elkanderen te voegen. (..) Dit
alles, benevens het rouwgewaad van de in de wapenen zynde
burgers (gelyk wy reeds gemeld hebben), leverde eene deftige
vertoning uit voor den aanschouweren, en gaf niet duister te
kennen welke eene liefde en hoogachting de talryke inwooners
dezer stad voor de overledene vorstin gevoelden.
De burgery op de Lange Pyp in orde gesteld zynde, marcheerde
van daar over dezelve Pyp heene, de Weert voorby, de Tontjes Pyp
over, de geheele breed zyde van de Nieuwestad langs, tot haare
gedestineerde plaats, de Kleine Kerkstraat, toe, alwaar ze zig
gerangeerd hebben in twee gelederen, regt over malkander, met de
aangezigten na elkander toe. (..)
Alle de straaten waar langs de lykstatie zoude passeeren waaren
met zand van te vooren bestrooid, en de toegangen met houte
staketzels afgesloten, om disorder voor te komen. Op de Orange
Ewal by het Prince Hof was van te voren het water dat daar
doorloopt met planken overdekt, om voor te komen dat door den
drang den menschen geen ongelukken zouden geschieden.
Alle de wegen waar langs de optogt geschiede waaren opgepropt
met aanschouwers, zo ingezetenen als vreemdelingen, van alle
rang, staat en ouderdom, dat by menschen geheugen zo een
toevloed van menschen niet gezien is; zynde niet alleen de ven-
sters tot de hoogste verdiepingen toe, maar ook de gooten, daaken
en boomen met menschen vervuld, om deze plegtigheit te zien; er
zyn menschen die hunne kamers voor deze dag verhuurd hebben
voor 60 tot 100 gl.
Op order van de Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde Staten, heeft de
Wel. Ed. Agtbare Magistraat alle de klokken in deze stad doen
luiden zo lang de lykstatie geduurd heeft, en de kanonnen rondsom
de stadswallen zyn driemaal gelost, als, ten eersten toen het lyk op
den lykwagen gezet wierd, en de tweedemaal wanneer het aan de
kerkedeur genaderd was, en de derdemaal wanneer den afmarsch
begon. (..)
Om 10 uuren wierde door den gemelden heer Fortuin, en de
bouwmeesteren Semler en Coulon, aan de 24 daar toe gestelde
bodens order gegeven, om het vorstelyk lyk uit de kamer te
dragen, en op den lykwagen te zetten. Dit gedaan zynde marcheer-
de de garde voor het hofgezin af, welk hofgezin bestond in 22
perzoonen, geleid wordende door den jongsten edelman den heere
Willem Hendrick van Hambroick. (..)
Het vorstelyk lyk door de 24 bodens op den lykwagen gezet zynde,
wierde door agt paarden, welke geheel met zwart fluweel bekleed
waaren, van booven tot de voeten uit, getrokken. Boven den
lykwagen was een verhemelte van zwart fluweel, met zilvere
galons, franjes en larmes, zierlyk afgezet; boven op het zelve
stonden zes grote zwarte en witte doorgewerkte pluimen; over het
lyk, was ook een zwart fluweel kleed, waar op gehegt waaren vier
waapens van Oranje, en 4 waapens van Hessen. (13-6-1765)

Leeuwarder Courant 13 en 14 juni 1765




















Leeuwarder Courant, 14 oktober 2002:
De laatste grote begrafenis die Leeuwarden meemaakte, was die van Marijke Meu in 1765.
Duizenden toeschouwers togen op 13 juni van dat jaar naar de Friese hoofdstad, om de
indrukwekkende rouwstoet voor de 'moeder van het vaderland' te aanschouwen. Iedereen
wilde de groots opgezette teraarde-bestelling van prinses Maria Louisa bijwonen. Kiene
Leeuwarders verhuurden hun kamers langs de begrafenisroute voor het immense bedrag van
100 caroli guldens. Er waren genoeg mensen die dat er voor over hadden. Het stadsbestuur
was aanvankelijk minder toeschietelijk met geld, aldus oud-archiefmedewerker Willem Dolk.
Het hobbelige plaveisel moest met zand geëgaliseerd worden. Slechts f. 300 wilde de
Magistraat uit de stadskas daarvoor afstaan. Geen cent meer, omdat "des stads
financiën niet toelieten om soo een meenigte van sand als er gerequireerd werd,
tot haare costen te besorgen". Pas toen "Haar Edel Mogenden" dreigden dat er in de stoet
slechts plek zou zijn voor twee stadsbestuurders kwam Leeuwarden met meer geld over de
brug. Uiteindelijk droeg de stad 2800 caroli gulden bij aan de plechtigheid. Op de
kostenpost stonden onder andere 8 Sterke mannen die maar liefst f. 400 had gekost. In
ieder geval kregen de Leeuwarder burgemeesters en schepenen alsnog hun ereplaats in de stoet.

>> begin