>> HOMEpage Begrafenis Maria Louisa 1765Bron: Tresoar (bibliotheek) G 132/1 resp. archief Leeuwarder Courant Ordre en Reglement der Lykstatie I. Dat op den Dag der Lykstatie de Burgerye der Stad Leeuwarden en de Militie, zo van deze Stad als uit de andere Steden dezer Provincie, in de Wapenen zullen moeten verschynen. II. Dat dezelve zullen worden geplaatst van 't einde van de Kleine Kerkstraat over de Duco Martenase Pyp, de gehele Nieuwestad langs tot aan de Dyk, de St. Jacobstraat op tot aan de hoek, als dan de regterhand af tot aan de Grote Hoogstraat over de Pyp, dog in de Kleine Hoogstraat niet, wederom by de Fransche Kerk te beginnen, en alzo regt uit tot aan dc deur onder 't Orgel in de Kerk. III. Dat dezelve zullen geschaart staan in twee reijen, eerst de Burgerye zo verre dezelve kan strekken en als dan de Militie, en zo 'er manschap mogte komen te deficieeren, van die gene alwaar de train en Lykstatie is gepasseert, derwaarts zal worden gedetacheert. IV. Dat de Guarde te voet zal worden gerengeert voor de Hofstoet, de Kleine Kerkstraat in, welke zal worden voorzien van Krippen, aan Vaandel, Charpen en Degens voor de Officiers, benevens zwart Flennêl voor de Trommen, en wit Cabretleeren Handschoenen voor de Officiers. V. Dat op de Guarde te voet zal volgen het Hofgezin van wylen Haare Doorl. Hoogheid, geleid wordende door den jongsten Edelman den Heere Willem Hendrik van Hambroick, in manieren als volgt: 1. Den Edelman van Hambroick. VI. Dat hier op zal volgen de Keteltrom met agt Trompetters en de Keteltrom met zwart Laken bekleed, en de Trompetters kwarten en koorden worden overtrokken met zwarte Floersen.
VII. Na zulks een Edelman leidende de Ornamenten, den Heere Fredrik Baron van Schwartzenberg. VIII. Vervolgens de Ornamenten zelve, gedragen wordende door zes Edellieden. 1. Het 1ste Quartier van Brandenburg gedragen wordende door den
Heere Age Tjepke Ruurd van Sixma. IX. Dat alle deze bovengemelde Heeren zig zelven zullen moeten voorzien van Mantels, en dubbelde Sleuyers hangende zo lang als de Mantels, gelyk mede van losse Hoeden en wit Cabretleren Handschoenen. X. Dat hier op zal volgen den Heere Opperhofmeester R. H. van Hambroick met een Staf in de hand leidende het Vorstelyke Lyk, zullende zig moeten voorzien van het benodigde, exempt de Marschalks Staf. XI. Dat hier op zal volgen het Vorstelyke Lyk zelve, gezet zynde op een Wagen onder een zwart Fluwelen Verhemelte met zilveren Galon, Franjes en Larmes afgezet. XII. Dat vorengemelde Wagen of Lykkoets zal getrokken worden door agt Paarden met zwart Fluwelen Kleden bekleed. XIII. Dat over 't Lyk zal leggen een zwart Fluwelen Kleed, waar op gehegt zullen zyn vier Wapens van Oranje en Nassau en vier van Hessen, dus agt te zamen. XIV. Dat vier Edellieden dezer Provincie zullen dragen de slippen van 't Kleed, namentlyk de Heeren Jan Andries van Sytzama, Tjalling Homme van Haersolte, Binnert Philip Aebinga van Humalda, en Duco Martena van Burmania. XV. Dat agt Gedeputeerden van de Steden zullen geplaatst worden aan de vier hoeken en in 't midden van 't Verhemelte om 't zelve te houden met de koorden daar aan zynde, namentlyk: 1. Uit Bolsward, Gerryt van Velzen. XVI. Dat 'er 24 Bodens zullen worden geëploieert tot het dragen van het Vorstelyke Lyk op de Baar of Lykwagen, het nemen daar af, en het dragen door de Kerk. XVII. Dat als dan in de eerste plaatze zullen volgen drie Marschalken van de
Ceremonie met Marschalks Staven in de hand, namentlyk XVIII. Dat hier op zal volgen de Heraut van Staat, waar toe benoemd is Petrus Winck, bloots hooft met een Staf in de hand. XIX. Vervolgens de beide Kamerbewaarders der Ed. Mog. Heeren Staten R. Keyert en J. Storm, met ongedekten hoofde, voorzien met een Stok waar op een verzilverde Kroon; na zulks de Ed. Mog. Heeren Staten gecommitteert uit het quartier van Oostergo, H. D. E. van Aylva, C. van Scheltinga, W. Bergsma, T. AE. J. H. van Eysinga, als dan twee Bodens van Staat; hier op wederom de Ed. Mog. Heeren Staten gecommitteert uit 't quartier van Westergo, J. van Glinstra, S. van Haersolte, E. S. v. B. Rengers, H. U. Huber, hier aan wederom twee Bodens van Staat; na dezelve de Ed. Mog. Heeren Staten van 't quartier der Zevenwouden, A. Lycklama a Nyeholt, Joh. Vegilin van Claerbergen, Joh. Wielinga, Joh. van Beucker, als dan wederom twee Bodens van Staat; en hier op de Ed. Mog. Heeren Staten gecommitteert uit 't quartier der Steden N. Arnoldi, J. O. Faber, H. van Sloterdyk, D. B. van Scheltinga, benevens de 's Lands Secretaris Jr. v. Sminia, en de twee Clercquen ter 's Lands Secretarye. XX. Vervolgens de Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde Staten, 's Lands Fiscâl en Advocaat, de Commis ter Finantie, drie Clercquen ter Secretarie, een Clercq ter Finantiekamer, gepraecedeert door de vier Deurwaarders zonder Mantels, met ongedekten hoofde en hunne Staven in de hand met zwart Floers bekleed, benevens de twee Kamerbewaarders van 't Collegie E. Rinsma en H. Nauta, zonder Mantels met ongedekten hoofde en Stokken in de hand, en waar op mede een verzilverde Kroon. XXI. Gevolgd door de Ed. Mog. Heeren Raden in den Hove Provinciaal, de Rentemeester der Domeinen, de Procureur Generaal, Griffier, Substituit Procureur Generaal en Secretaris, benevens andere Suppoosten van den Hove. XXII. Na dezelve de Ed. Mog. Heeren Rekenmeesteren dezer Provincie, gelyk mede de vier Heeren Provinciale Ontvangers Generaal. XXIII. Na zulks de Magistraat en Vroedschap der Stede Leeuwarden. XXIV. Hier op zullen volgen de Gecommitteerdens uit de respective Steden dezer Provincie, namentlyk Uit Bolsward twee, Gosling Braaksma, Pyter Coopmans. XXV. Verders de Praedicanten der Stad Leeuwarden. XXVI. De Fransche Pradicant. XXVII. De agt oudste Advocaten voor den Hove van Vriesland. XXVIII. En eindelyk de Burgerye der Stad Leeuwarden, wordende gerepraesenteert door één Perzoon, namentlyk Taeke Bruining. XXIX. Dat op den Dag der Lykstatie alle de Klokken in deze Stad zullen worden geluid, een aanvang te maken wanneer de Lykstatie begint, en daar in te continueren zo lang dezelve duurt. XXX. Dat meede al 't Canon om de Stads Wallen zal worden gelost, drie maal, als eens wanneer het Vorstelyke Lyk op de Baar of Lykwagen zal worden gezet, nogmaals wanneer het zelve aan de Kerkdeur zal zyn genadert, en laatstelyk wanneer men zig gereed bevind om weder den Afmarsch te beginnen. XXXI. Dat het Vorstelyke Lyk in de Capelle bygezet zynde, de Kerkdeur de Orange-boom genaamt zal geopent worden, en de Lykstatie op haare ordre daar door marscheeren, het Crommejat om, de Fransche Kerk voorby, de Grote Kerkstraat in, en vervolgens na het Hof. XXXII. Dat de Edellieden die de Slippen hebben gedragen in de retour direct zullen marcheeren op de Ornamenten dragers, twee aan twee. XXXIII. Dat de agt Gedeputeerden uit de Steeden op de retour zullen volgen op de Edellieden die de slippen hebben gedragen. XXXIV. Dat de Hooge Collegien en Corpsen in Ceremonie na 't Hof van wyl. Haare Doorlugtige Hoogheit zullen gaan, het Collegie voorby, door de Ooster- en Peperstraat, langs de Breedzyde van de Nieuwestad, door de Kleine Kerkstraat, voorby het Hof, de Ooster Deur in. XXXV. Pat de Collegien na het eindigen van de Lykstatie, wederom van 't Hof zullen gaan door de Grote Kerkstraat, tot aan de Bollemanssteeg, door dezelve, de Bagynestraat langs, het Hof voorby, de Eewal langs, door de Minnema- en Korfmakersstraat, en vervolgens een yder na Hoogstdeszelfs Vergaderplaats. XXXVI. Dat 'er Levrey-bedienden zullen worden geëmployeert by de Lykstatie. XXXVII. Dat eindelyk van dezen Afdrukzels door 's Landschaps Drukker zullen worden gemaakt, tot onderrigtinge van een yder, behorende tot deze Lykstatie. TE LEEUWARDEN,
Leeuwarder Courant 13 en 14 juni 1765Leeuwarder Courant, 14 oktober 2002: >> begin |