>> HOMEpage

Voogden en voogdessen Klaarkampster weeshuis Franeker

Bron: A. Hallema, Het Klaarkampster weeshuis te Franeker van 1597 tot 1897. Leiden [1929], 252-256.
Internetbewerking: M.H.H. Engels, juli 2011; toegevoegd juni 2013: De oudste wetten (1602) en de Naamlijst Hiddema

Weesvoogden, 1597 -- ca. 18971)

Jhr. Carolus van Sternsee, administrateur, 1597--1615.
Sijoucke Rijuerdtsz. Bants, oud-burgemeester (2), 1597--.... (3).
Abbe Fransz., burgemeester, 1597--1612.
Mr. Wilhelm Ghemmenich, 1597--1602.
Paulus Wilhelmus (van) Ghemmenich, secretaris en notaris, 1602--1626, administrateur, 1615--1635.
Sytse Johannesz. Weerstins, 1612--....
Jhr. Dominicus van Botnia, Ontvanger-Generaal van Friesland, 1615--1617.
Sijuerdt Obbesz., burgemeester, .... --....
Jhr. Duco van Jongama, grietman van Franekeradeel, ....--1639.
Dr. Horatius Doman, Mede-Gedeputeerde Staat van Friesland en burgemeester, ....--1639 en 16..--1653.
Syuerd Henrickx, ....--1636.
Lambertus Anthonis Staeckmans, oud-burgemeester, 1636--....
Sijbrandt Agges Brunia, 1626--1648.
Dr. Bernardus Schotanus, Prof. Juris, 1639--1637.
Douwe Hendrix, burgemeester, 1639--1641.
Johannes Pieters, 1637--1663.
Dr. Theodorus Fogelsang, secretaris van Franekeradeel, 1641--1663.
Agge Eijtses Eysma, burgemeester, 1648--1658.
Dominicus Haertmannus Feijonis, Notarius Publicus, 1653--1657.
Frans Pijters, 1657--1658.
Dr. Henricus Schotanus a Sterringa, 1658--1674.
1) De bronnen voor de samenstelling van deze lijst in chronologische volgorde zijn: Boek I, fol. 9-34, 26-29; Losse stukken, passim, Rekeningen in het Oud-Archief der Gem. Franeker en die in het Weeshuisarchief.
2) Ambten en bestuursfuncties in de grietenij Franekeradeel worden in deze lijst bij de titulatuur apart vermeld.
3) Trots allerlei nasporingen konden sommige jaartallen van benoeming en aftreden niet ingevuld worden, doordat aanvankelijk alleen de namen der nieuw gekozen voogden en voogdessen werden geboekt, doch geen verdere bijzonderheden.

Dirck Bauckes, schuytmaecker, 1658--1677.
Haitze Epes Kiestra, burgemeester, 1663--1692.
Agge Andries Brunia, vroedsman, 1663--1681.
Dr. Johannes Wubbena, Professor Theologiae, 1674--1681.
Eidse Ages Eidsma, oud-burgemeester 1677--....
Dr. Theodorus Arents, 1681--1704.
Dr. Rudolphus Petri, 1681--1706.
Age Brunia, secretaris van Franekeradeel, ....--1690.
Leonardus Strick, burgemeester, 1690--1702.
Dr. Suffridus Westerhuijs, 1692--1732.
Dr. Tarquinius Brunia, 1702--1715.
Ageus Ennema, burgemeester, 1704--1708.
Lambertus Hilarides van Houwerda, 1706--1722.
Johannes Reinalda, oud-vroedsman en secretaris, 1708--1734.
Boudewijn Wellens, oud-burgemeester en vroedschap, 1715--1755.
Jacobus Scheltema, secretaris, 1722--1761.
Johannes Agges Eijdsma, vroedsman, 1732--1754.
Lieuwe (Livius) Midverda, burgemeester, 1734--1754.
Cornelis Scheltema, secretaris, 1754--1790 en 1795--1801.
Aggeus Eidsma, 1754--1791.
Mr. Harmannus Ulricus Hamerster, burgemeester en Raadsheer in het Hof van Friesland, 1756--1779.
Andries Pieters Salverda, burgemeester, 1762--1780.
Jhr. Hans Willem van Aylva, raad in de vroedschap 1), 1779--1781.
Mr. Tjeerd Banga, 1780--1789 en 1795--1810.
Jhr. Lamoraal Joachim Johan Rengers, burgemeester, 1781--1795.
Broer Adama, burgemeester, 1789--....
Dr. Willem Nauta, burgemeester, 1790--1793.
Johan Frederik Mauritz Herbell, secretaris, 1791--1795.
Claas Mulder, burgemeester, 1793--....
"Burger" Paulus Haitsma 2), burgemeester, 1795--1814.
"Burger" Adam Lentz 3), 1795--1805.
"Koopman" C. F. de Jong, 1801--1811.
Izaäk Telting, achtereenvolgens secretaris, stadsrentmeester, griffier, notaris, wethouder, 1805--1846.
1) Door zijn benoeming tot grietman van het Bildt in 1781 bedankt.
2) Door de verdwazing van den "Franschen tijd" de vervanger en opvolger van J.F.M. Herbell.
3) Desgelijks van (Jhr.) L.J.J. Rengers, wiens adellijke titel nu verzwegen werd!

Nicolaas Everts Scheltema, 1810--1814.
Wijbe Lolcama, 1811--1819.
Johannes Pook, 1814--1848.
Johannes Stinstra, 1817--1843.
Reiner Fontein, 1830 1)--1843.
Mr. Gijsbertus Schot, 1843--1885.
Jillert Jellema D?., 1843--1878.
Mr. Albartus Telting, achtereenvolgens secretaris, Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Kantonrechter te Harlingen, 1848--1863.
Broer Lolcama, 1848 2)--1860.
Mr. C. Wijbenga, secretaris van Franekeradeel, 1860--1893.
O.P. de Hoop, 1864--1879.
D. Fontein Az., 1878--1883.
R. Fontein, 1879--1884.
J. Mulder, 1883--1893.
G. Haima van der Wal, 1884--1899.
E. Feikema, 1885--1899.
Y. v.d. Meulen, 1893--1901.
K. van Riesen, 1893--1915.
1) Deze was de opvolger van Wijbe Lolcama, 15 Sept. 1819 overleden. In de vergadering van H.H. Voogden d.d. 2 Maart 1830 tot voogd benoemd, werd koopman Reiner Fontein enkele dagen daarna als zoodanig geïnstalleerd. "En is daarvan bij missive van den 7 Maart aan Burgemeesteren kennis gegeven."
2) Ook van deze benoeming werd "bij missive van 30 December 1848 aan Burgemeester en Wethouders kennis gegeven".


Weesvoogdessen, 16031)-- ca. 1897

Jkv. Lucia van Cammingha, echtg. van Jhr. Carolus van Sternsee, 1603--1604.
Jkv. Fokel van Walta, echtg. van Jhr. Julius van Botnia, 1603--1613
Jkv. Barbara van Burmania, wed. van Jhr. Johan van Burmania, kapitein van een vendel Ned. soldaten, 1613--....
Evertgen Ghemmenich, echtg. van Lambertus Staeckmans, oud-burgemeester, .... --....
Wijbrich Martensdr., wed. van Abbe Fransz., burgemeester, ....--.... 2).
--
--
--
"Vrouw" Margariete Geertruida Steindam, "huisvrou" van den Heer Professor Petrus Latane, 1709--1737.
"Vrou" Antje Lammerts Salverda, "huisvrou" van den burgemeester Aemilius Jacobides, 1709--1734.
Corneliske Wellens, wed. Houwerda, 1734--1739.
Baukjen Doekes, wed. burgemeester I. Brunia, 1737--1739.
Hiltie Aemilides, wed. van den secretaris Johannes Reinalda, 1740--1745.
Juffrouw Geelida Arentz 3), wed. van Hans Gonggrijp, 1745--....
"Vrou" Jeltje Pieters Salverda, wed. van burgemeester Syds Banga, 1739--I777.
1) Eerst in 1602 werden krachtens artt. 14 en 15 der oudste gestichtswetten van dat jaar zg. "buyten-moeders" of voogdessen aangesteld. Zie bladz. 67 hiervoor. De bronnen zijn dezelfde als voor de lijst der weesvoogden.
2) Verder worden er voor de 17de eeuw geen namen van voogdessen meer aangetroffen. Eerst op het jaar 1709 leest men: "Den 3 Februari 1709 zijn door de Heeren Voogden tot Voogdessen van Clara campster (sic!) Weeshuijs verkoren": (volgen de namen).
3) .... "die sulcks danckbaerlijk heeft aengenomen den 39 Decembris I745".

"Vrou" Ynsk(j)e van Houwerda, echtg. van burgemeester Johannes Eidsma, ....--1754.
"Vrou" Sibbeltje Terpstra, wed. van burgemeester Sjoerd Salverda, 1754--1767.
"Vrouwe" Johanna Petronella Stelt, "echtg. van den Weledelgestr. Heer W. Ouwens, Medic. Prof. honor., oud-burgem., mede-gecommitteerde staat ten landsdage," enz. enz. 1767--1777.
"Hoogwelgeb. Vrouwe" Cornelia van Aylva, geb. van Brakel, 1779--....
Aaltje Salverda, echtg. van Mr. Tjeerd Banga, 1780--....
Juffr. Cornelia Eidsma 1), echtg. van burgemeester Joh. Ennema, 1783--....
Juffr. Jeltje Altena, echtg. van burgemeester Andries Salverda, 1783-....
"Burgeresse" Tetje Scheltema, echtg. van A. Telting, 1795--....
Aalladijn(?) . . . ., echtg. van Izaäk Telting, 1805---....
Mej. Anna Wijtema, echtg. van Nicolaas Everts Scheltema, 1810--....
Mej. Trijntje Sijsverda, echtg. van Wijbe Lolcama 2), 1811--1835.
Mej. Hiltje Groeneveld, echtg. van Johannes Pook, 1814--1843.
Mej. E. Banga, echtg. van Johannes Stinstra 3), 1814--1864(?).
Mej. Cath. Marg. Zeper, echtg. van Mr. Schot, 1843--1885.
Mej. E. Brandsma, echtg. van Jillert Jellema Dz. 4), 1843--1893 5).
Mej. Jantje Pook, echtg. van Broer Lolcama, 1854--1860.
Mevr. M.S.P. Wijbenga--Zijlstra 1860--1891.
Mevr. Joh. de Hoop-Banga, 1864--1884.
Mevr. Haima van der Wal-Bölger, 1884--1899.
Mevr. P. Feikema-Schot, 1885--1899.
Mevr. A. van Riesen-Halbertsma, 1893--1915.
Mevr. A. v.d. Meulen-Van Hout, 1893--1901.
1) Deze en de volgende benoemde werden toen voor het eerst verkozen ingevolge de resolutie der voogdij d.d. 22 October 1777, welke bepaalde, dat voortaan ook het college der voogdessen uit vier leden zou kunnen bestaan en de vrouwen van 2 voogden of andere door hen genomineerde Franeker dames in het vervolg de eigenlijke voogdessen zouden zijn, die het recht kregen ook de vrouwen der beide andere voogden in haar vergadering toe te laten of te ontbieden. Zie hiervoor bladz. 68.
2) Zij bleef als voogdes aan op verzoek der voogden na het overlijden van haar man in 1819.
3) Als voren.
4) Als voren.
5) Haar 50-jarig voogdesschap is indertijd nog feestelijk herdacht.

>> begin

BIJLAGE III.
(De oudste gestichtswetten van het Klaarkampster Weeshuis).
1602.
Alzo bij Juncker Carolo van Sternsee, Sijoucke Rijuerdtsz. Bants
ende Abbe Fransz., mitsgaders bij zalighe Mr. Wilhelm Ghem-
menich als eerste Regenten vande weeshuijse deeser Stede Frane-
ker (: volgende den last hen gegeven:) zeeckere Articulen ende
Wetten, toucherende de fundatie ende bedieninghe vanden voorsz.
weeshuijse, zijn geconcipiëert, sijn dzelve bij den Raedt, Gesworen
Gemeente ende Arme Voochden alhier binnen Franeker opden
Raedthuijse tot dien fine bescheiden ende eendrachtelijck vergadert,
geëxhibeert, gevisiteert, geëxamineert, naer behoren overgewoghen,
bij gemeene advijse gecorrigeert, voorts eintlicken geratificeert
ende geadprobeert ende eensamelyck geresolveert, dat dzelve
altoos onverbreeckelicken onderholden ende naegekomen zullen
worden, dwelcke tot dien einde, volgende het besluit vande Magi-
straet, Gesworen Gemeente ende Arme Voochden voorsz. alhier,
bij mij, Paulo Ghemmenich, der Stadt Franeker Secretaris ende
Openbare bij den Hove van Frieslandt geadmitteerde Notaris,
zijn geregistreerd.

Regulen, Wetten ende Ordonnancien vanden Weeshuijse binnen Franeker.
1. Eerstelick dat dkinderen all gekledet zullen gaen in hemels
blauw laecken, doch dat dboordt ofte bragoen tusschen den slincker
mou ende wambes ofte lijffken respective vande knechtkens ende
meiskens gevoecht, geel zall zijn ende dat uuijthe naedt vande zelve
boordt ofte bragoen aff nederwaerts, dwers over den Arm tot aen
t' benedenste vande mouwe zall lopen een geele streep, gelijck tzelve
teecken jegenwoordelijck bij den weeskinderen gedraeghen wordt.
2. Dat gheene als Burgers kinderen (: echt geboren zijnde:) bij den
Weesmeesters zullen moghen aengenomen worden, ten ware
die inden weeshuijse bestelt worden van eemanden, die daerin een
ofte meer plaetzen gekoft hadde, sonder dat enighe regardt zall
worden genomen van wat gesintheit der weeskinderen olders ge-
weest moghen zijn, ofte datmen den weeskinderen derhalven
enichsins zall excluderen.
3. Dat dkinderen, inden Weeshuijse aengenomen wordende,
oock zullen moeten wesen gesondt van Lichame ende Verstandt,
ten minsten bequaem om een ambacht te leeren. Dat oock niet
meer als een kindt wt een sterffhuijs werde ingenomen, ten ware
om pregnante redenen anders goedt, nodich ende raedtsaem bevon-
den werde.
4. Dat dWeeskinderen in 't inkomen ten minsten drie jaren oldt
zullen wesen ende dat men die wederom zall laeten uuijtgaen ses-
tien ofte seventien jaren oldt zijnde, doch regardt neemende opde
kloeckheit ende starcheit, datse kost ende klederen zullen kunnen
gewinnen ofte verdienen.
5. Ende gelijx hiervooren zeeckere ordre gestelt es opt aennee-
men vande weeskinderen, zo zall oock eensgelijx het teecken vande
weeshuijse niemanden affgenomen werden als bijden weesmees-
teren ende weesmoederen gelijcklijck, dwelcke in zulx doende
dkinderen (: wanneer sij daertoe gequalificeert zijn:) voir hen zullen
laten komen, ende alzo solemnelicken van hunne macht ontslaen,
den zelven eerlicke kledinghe van Linnen ende Wollen mitgeevende.
Met eernstighe vermaninghe, gelijck tot dier tijt toe over hen goede
sorge gedraeghen zij, dat sij alzo voortaen oock zelffs hun deuch-
delicken zullen aenstellen ende Godt altoos voor ooghen hebben,
tot welbehaghen zo vande gheenen, dien sij dienen zullen als
van een iegelick ende tot bevorderinghe van hun eighen Sielen
Salicheit.
6. Dat gheen meer kinderen werden aengenomen, als djaerlixe
incomen vande weeshuijse zullen konnen draeghen.
7. Dat dgoederen, die op den kinderen geraecken te vervallen
ter wijlen sij int weeshuijs zijn, ten prouffijte van t'weeshuijs ge-
bruijckt zullen worden, zoo langhe als dkinderen van tweeshuijs
onderholden worden, doch uuijth het weeshuijs gaende, dat den
kinderen alsdan d'principale van sodaene aengestorvene goederen
werde gerestitueert. Ende stervende inden weeshuijse ofte ter
wijlen sij noch van den weeshuijse onderholden worden, dat in
dier gevalle het weeshuijs den kinderen zall succederen als uni-
versale erffgenaem.
8. Dat d'ommeganck int collecteren der Eleemosijnas voorden
Weeshuijse (: twelck men gewoontlick is eens in t'Jaer te doene:),
inden slachtijt oft omtrent St. Marten bij den Weesmeesters
waargenomen zall worden.
9. Dat dWeesmeesteren niet zullen moghen affbreecken nochte
enighe nijeuwe bouwinghe doen sonder advijs vanden Raedt ende
Arme Voochden tsampt Gesworen Gemeente deeser Stede ten
ware van kleijne importantie.
10. Dat dWeesmeesters oock gheen vaste goederen ofte Renthen
zullen moghen veralieneren ofte d'incomen vanden Weeshuyse
verminderen.
11. Dat dWeesmeesters altoos vier int getall sterck zullen wesen
ende van vijff jaren tot vijff jaren verkoren, ofte van nijeus gecon-
tinueert zullen wesen ende dat bij een der weesmeesters (: bij hen
te verkiesen:) d'Administratie, Ontfanck ende Vuijtgave vande
Weeshuijse zall worden bedient, die daerinne geduirende voorsz.
tijt van vijff jaren zall continueren.
12. Des dat d'andere weesmeesters den Administrateur int
versorghen vande provisie int weeshuijs zo inden slachtijt als ander-
sins vannoden elx naer sijn qualiteit, condicie ende bequaemheit
zullen verlichten, ende wes alzo wordt uuijtgegeven, dat zulx
deur ordonnantie vande andere weesmeesters bij den Administra-
teur wederom zall worden betaelt.
13. Dat wanneer emanden vanden Weesmeesteren geraeckt
te versterven binnen zes weecken nae desselven overlijden bij den
andere weesmeesteren mitsgaders bijden Raedt, gesworen gemeente
ende Arme voochden gelijcklijck ende eenstemmich op den Raedt-
huyse (: nae gedaene gebeth:) wederom een gequalificeert persoon
gekoren zall worden.
14. Datter oock twee buijten Weesmoeders gelijck jegenwoor-
delick zullen zijn ende vijff Jaren lancq continueren omme sorghe
te draegen wat binnenshuijs vannoden es.
15. Dat nae het versterven van eene derzelver weesmoeders in
plaetze vandien binnen zes weecken bij den weesmeesters tsampt
bijden Raedt, gesworen Gemeente ende Arme Voochden een-
drachtelick wederomme een vrome, kloecke, verstandighe vrouwe
(: nae vorige gebeth:) tot weesmoeder genomineert, oft anders bij
lotinghe (: gelijck vande weesmeesters geseijt es:) gekoren ende zulx
gedaen zijnde, datelick opden weeshuijse oock ontboden ende
geconfirmeert zall worden.
16. Dat de binnen Vader ende Moeder vanden weeshuijse bij den
weesmeesteren ende buijten moeders oock altoos tsamen zullen
aengenomen worden.
17. Dat dWeesmeesteren ende Weesmoeders alle Maendagen
op een Uuijre nae Noen opden Weeshuyse zullen vergaderen,
omme vande binnen Vader ende Moeder int weeshuijs Reeckeninghe
te verstaen, wat binnen dien weecke bij hen ontfanghen ende uuijt-
gegeven es, ende voorts om aff te doen alle voorvallende saecken,
gelijck jegenwoordelick geobserveert wordt.
18. Dat d'Administrateur geholden zall zijn alle jaren, opden
Weeshuijse voorden andere weesmeesters van sijne administratie
behoorlick Reeckeninghe te doene ten overstane vanden Burge-
meesteren, gesworen Gemeente ende Arme Voochden.
19. Dat d'Administrateur in tzelve doende altoos geholden zall
zijn eerst ende voor all sijn Ontfanck conform te maecken metten
Incomen des naest voorgaende Jaers omme daertegens van post
tot post geconfereert te worden ende dat int particulier zo van
Landthuijren, huijshuijren als vaste ende losbare Renthen, item
renthen van Obligatien, enz.
20. Ende off enighe hooftsommen van losbare Renthen ende
obligatien tzedert voorgaende sloth van Reeckeninghe opge-
bracht waren, zall d'Administrateur geholden zijn pertinentlicken
aen te wijsen, wanneer, waer ende aen wien dzelve wederomme
bekeert ende uuijtgestelt zijn, welcke penningen bij advijs vande
andere weesmeesteren zullen uuijtgestelt worden tot hun laste.
21. Waernae d'Administrateur in volgende Capitule zall stellen
den Nijeuwen Ontfanck te weten: wat binnen dien Jare tot prouffijte
vanden weeshuijse gegeven, besproocken, oft anders geschoncken
ende extraordinaris opgekomen zall zijn, opdat d'staet ende inco-
men vande weeshuijse niet onseecker ofte vermindert, nochte het
olde mettet nijeuwe niet vermenght en werde, maer dat in perpe-
tuum geblijcken moghe, wat d'Inkomen vande weeshuijse van jaer
tot jaer geweest zijn, altoos de nijeus te doene Reeckeninghe uuijthen
naest voorgaende formerende.
22. Dat alle penninghen tot profijte vanden Weeshuijse gegeven
ofte besproken, bedragende vijftich carolus glds. ende daer over
bij den Administrateur binnen zes weecken naeden Ontfanck
vandien op Renthen gestelt zullen worden, ofte anders tot sijnen
laste onder hem blijven.
23. Dat van gelijcken alle penninghen uuijtgestaen hebbende
ende opgebracht zijnde (: twelcke alzo vervallende d'Administra-
teur den anderen weesmeesteren all terstondt communiceren ende
te kennen geven zall:) bij den Administrateur oock binnen den tijt
van zes weecken wederom op prouffijte uuijtgestelt zullen moeten
worden, oft anders dat hij vande Interessen geholden zall zijn tot
sijnen laste te verreeckenen.
24. Dat van alle Incomenden vanden Weeshuijse, item wes
daertoe hun vorder gegeven ende besproken wordt, pertinente
rolle ende legger opden Weeshuyse geholden zall worden.

Actum ende aldus gedaen, geresolveert
ende gesloten binnen Franeker opden
Raedthuijse bij Burgemeesteren, Raeden,
gesworen Gemeentsluyden ende Arme
Voochden, eendrachtelicken vergadert den
28en Decembris 1602.

>> begin

W. Hiddema, Och, wat in lieve kienders. Vier eeuwen 'Klaarkampster Weeshuis' te Franeker. Franeker 1997, 108-113.
Lijst van voogden en voogdessen

Jhr. Carolus van Sternsee, 1597-1615
Syoucke Ryuerdtsz., 1597-1617
Abbe Fransz., 1597-1608
Wilhelm Ghemmenich, 1597-1602
Jkvr. Lucia van Sternsee-van Cammingha, 1602-1604
Jkvr. Fokel van Botnia-van Walta, 1602-1613
Paulus Wilhelmus Ghemmenich, 1602-1626
Sytse Joannesz. Werstins, 1612-1625
Jkvr. Barbara van Burmania-van Burmania, 1613
Wybrich Martensdr. weduwe van Abbe Fransz., 1613-...
Evertjen Staeckmans-Ghemmenich, 1613-...
Jhr. Dominicus van Botnia, 1615-1617
Syuerdt Obbesz., 1617-1625
Jhr. Duco van Burmania, 1617-1629
Floratius Doman, 1625-1629 en 1637-1653
Syuerd Henrickx, 1626
Lambertus Staeckmans, 1626-1637
Sijbrandt Agges Brunia, 1626-1648
Bernardus Schotanus, 1629-1637
Douwe Hendrix, 1629-1641
Johannes Pieters, 1637-1663
Theodorus Fogelsang, 1641-1663
Agge Eidses Eidsma, 1648-1658
Hartmannus Feijonis, 1653-1657
Frans Pijters, 1657-1658
Henricus Schotanus a Sterringa, 1658-1674
Dirck Bauckes, 1658-1677
Haitse Ypes Kiestra, 1663-1692
Agge Andries Brunia, 1663-1681
Johannes Wubbena, 1674-1681
Eidse Agges Eidsma, 1677-1687
Theodorus Arents, 1681-1704
Arriaentje Arents-Tallum, ....-1709
Rudolphus Petri, 1681-1706
Ageus Brunia, 1688-1690
Leonardus Strick, 1690-1702
Suffridus Westerhuys, 1692-1731
Titia Westerhuys-van Bogarda, ....-1709
Tarquinius Brunia, 1702-1715
Ageus Ennema, 1704-1708
Lambertus Hilarides van Houwerda, 1706-1722
Johannes Reinalda, 1708-1734
Margarieta G. Latané-Steindam, 1709-1737
Antje Lammerts Jacobides-Salverda, 1709-1734
Boudewijn Wellens, 1715-1755
Jacobus Scheltema, 1722-1761
Johannes Agges Eidsma, 1732-1754
Lieuwe Midverda, 1734-1754
Corneliske Houwerda-Wellens, 1734-1739
Baukje Brunia-Sineda, 1737-1751
Hiltje Reinalda-Aemilides, 1740-1745
Geelida Gonggrijp-Arents, 1745-1751
Jeltje Pieters Banga-Salverda, 1751-1777
Cornelis Scheltema, 1754-1790 en 1795-1801
Aggeus Eidsma, 1754-1791
Ynske Eidsma-van Houwerda, 1751-1754
Harmannus U. Hamerster, 1756-1779
Andries Pieters Salverda, 1762-1780
Jeltje Salverda-Altena, 1762-1780 en 1783-...
Johanna P. Ouwens-Stelt, 1767-1777
Jhr. Hans W. van Aylva, 1779-1781
Cornelia van Aylva-van Brakel, 1779-1781
Tjeerd Banga, 1780-1789 en 1795-1810
Aaltje Banga-Salverda, 1780-1789 en 1795-1810
Jhr. Lamoraal J.J. Rengers, 1781-1795
Cornelia Ennema-Eidsma, 1783-1791 (?)
Broer Adema, 1789-1795
Willem Nauta, 1790-1793
Johan EM. Herbell, 1791-1795
Claas Mulder, 1793-1795
Paulus Haitsma, 1795-1814
Tetje Telting-Scheltema, 1795-1814
Adam Lentz, 1795-1805
Claas Feddes de Jong, 1801-1811
Isaac Telting, 1805-1846
Maria Telting-Allardi, 1805-1809
Nicolaas Everts Scheltema, 1810-1817
Anna Scheltema-Wijtema, 1810-1817
Wijbe Lolcama, 1811-1819
Trijntje Lolcama-Sieswerda, 1811-1835
Johannes Pook,1814-1848
Hiltje Pook-Groeneveld, 1814-1843
Joannes Stinstra, 1817-1842
Elisabeth Stinstra-Banga, 1817-1864
Nieskia Telting-Wentholt, rond 1829
Reiner Fontein, 1820-1843
Aaltje Jellema-Houtsma, 1835-1854
Gijsbertus Schot, 1843-1885
Catharina M. Schot-Zeper, 1843-1885
Jillert Jellema Dz., 1843-1878
Ebelina Jellema-Brandsma, 1843-1893
Albartus Telting, 1848-1863
Broer Lolcama, 1848-1860
Jantje Lolcama-Pook, 1854-1860
Cornelis Wijbenga (erevoorzitter) 1860-1893
Margaretha Wijbenga-Zijlstra, 1860-1891
Oene P. de Hoop, 1864-1897
Johanna de Hoop-Banga, 1864-1881
Dirk Fontein Az., 1878-1883
Reiner Fontein, 1879-1884
Pronica Fontein-Reddingius, 1881-1884
Jan Mulder, 1883-1893
Gerrit Haima van der Wal, 1884-1899
Cornelia Haima v.d Wal-Bölger, 1884-1899
Eeltje Feikema, 1885-1899
Paulina Feikema-Schot, 1885-1899
Yme van der Meulen, 1893-1901
Anna v.d. Meulen-ter Horst, 1893-1901
Kerst van Riesen, 1893-1915
Akke van Riesen-Halbertsma, 1893-1915
Willem Ferwerda, 1899-1900
Tiete Ferwerda-Douma, 1899-1900
Feike Wassenbergh, 1900-1906
Louise W. Wassenbergh-van Deventer, 1900-1906
Edsge M. Mulder, 1900-1906
Ida A. Mulder-Geertsema, 1900-1906
Meindert Honigh, 1901-1932
Suzanne F. Honigh-Apken, 1901-1938
Isaac Posthuma, 1906-1934
Bregtje Posthuma, 1906-1928
Adriaan van Voorthuysen, 1906-1910
Johanna G. van Voorthuysen- Roessingh, 1906-1910
Sibbele Buwalda, 1910-1928
Hendrika Feikema, 1910-1941
Dirk Fontein Rzn., 1915-1942
Eritia M. Fontein, 1915-1928
Christiaan van Saarloos, 1928-1953
Siemontje van Saarloos-Buwalda, 1927-1953
Luite P. de Vries, 1932-1934
Jacoba A.C.J. de Vries-Augustijn, 1928-1934
Gerrit J.W. den Herder, 1934-1939
Jannie den Herder-Pomes, 1938-1939
Lambertus H. Beuving, 1934-1945
Liesbeth Beuving-Koning, 1934-1945
Frederik W. Steenhuisen, 1939-1967
Ytje Steenhuisen-Westra, 1939-1967
Fokke van der Veen, 1942-1951
Harmina van der Veen-van Balen Walter, 1942-1951
Marinus G. Rosbergen, 1946-1951
Hermine M. Rosbergen-ten Have, 1946-1951
Sijbren Bearda, 1950-1967
Trijntje Bearda-Weitenberg v.d. Weg, 1950-1986
Rense Boonstra, 1951-1957
Ida G. Boonstra-Dieters, 1951-1957
Cornelis C. van Saarloos, 1953-1987
Maria A. van Saarloos-Boreel, 1953-1987
Willem Reezigt, 1957-1965
Johanna A. Reezigt-Westhoff, 1957-1965
Jan Couperus, 1966-1982
Geertje Couperus-ten Kate, 1966-1982
Adriaan G. Soeting, 1968-1971
Maria Soeting-Geusebroek, 1968-1971
Houke Weitenberg, 1971-1986
Rients van der Burg, 1972-
Ymkje van der Burg-de Boer, 1972-
Jan van der Meij, 1982-
Henriëtte v.d. Meij-Wester, 1982-
Cornelis A. Eggink, 1986-
Ingrid R.C. Eggink-Boomsma, 1986-
Tjeerd Geertsma, 1987-
Janke Geertsma-Heida, 1987-

>> begin