|
>> HOMEpage
Jan Janszoon de Stomme in Franeker en Leeuwarden
Vondsten en vragen
M.H.H. Engels, juni 2013
♣ In een mail van 25 april 2013 vroeg Ben Broos mij naar gegevens over Jan Jansz. Vogelzang
wiens zoon de schilder Jan Jansz. de Stomme
als burgemeesterszoon betiteld werd. In de door mij samengestelde
naamlijst van de Franeker magistraat komt vanaf 1620 een burgemeester voor met de naam
Jan Janszoon, maar in of vóór het geboortejaar van J.J. de Stomme, ca. 1615 was die nog nooit burgemeester geweest.
Dat J.J. de Stomme als burgemeesterszoon werd geafficheerd, is vanwege het latere aanzienlijke ambt van de vader wel begrijpelijk. Met dat inzicht
kwamen we beiden terecht bij de Jan Janszoon, burgemeester van Franeker in de
twintiger jaren, zonder de familienaam Vogelzang als de vader van J.J. de Stomme. Dat is in 2003 al door de auteurs van het fraaie boek
Van Fûgelsang tot Fogelsanghstate op blz. 118 (met noot 50)
geopperd.
♣ Raadplegen van microfiches van de archieven van het nedergerecht Franeker in Tresoar is geen onverdeeld genoegen. De resultaten vergoeden echter veel en zullen vooral Ben Broos plezieren, die aan een artikel werkt voor publicatie in de Kroniek van het Rembrandthuis, omdat J.J. de Stomme volgens familie-aantekeningen ook enige maanden bij de beroemde schilder in Amsterdam gewerkt heeft.
De vader
Nedergerecht Franeker
inv.nr. 228
171 verso
500 gg.
Jan Jansz. ende Pytke Buwke dr. echtel. /
begeren boden, consent ende inwisinge over /
d'koop van een huys ende schuyre alhier /
op de Coornmerckt aen de Noorder sijde van /
het diepte staende, mettet achterlant /
daetoe behorende, waaraff Siboldt Tzallings /
d'ander helfte competeert, hebbende Reiner /
Henrix ten Oosten ende Anneken Jorys ten /
Westen, belast aan Peter Ens met /
d'helfte van XXII st. jaarl. grontpacht /
bij de proclamanten in cope vercreghen van /
Anneken Jorys nae vermoge d'coop- /
brieve daeraff.
Consent in forma gepasseert /
den XVIen Decembris anno / 1614
[links boven in de marge:]
Ia proclamatio 2° Xbris 1614 / IIa 9° eiusdem / IIIa 16° eiusdem
inv.nr. 229
94 recto
310 gg.
Jan Jansz. burgemr. ende Pytke Buwcke dr. echte- /
luyden binnen Franeker begeren bode, consent /
ende inwisinge over d'koop van den vierdepart huysinghe /
ende plaetze waeraff d'proclamanten de drievierdeparten /
zelffs competeeren, staende op de Noordermolenstrate /
bij henzelffs althans bewoont, metten gerechtich. /
daertoe behorende, bij de proclamanten in cope verkregen /
van Antge Ate dr, wed. van Sybolt Tzallings /
nae luit d'coopbrieff.
Consent in forma gepasseert den /
5en Maij 1620.
[links boven in de marge:]
Ia proclamatio 7° Aprilis 1620 / IIa 28en eiusdem / IIIa 5° Maij 1620
inv.nr. 230
5 recto
Men laet een yder weten dat d'Burgemr. Wybe /
Jacobsz. uuyt crachte sijnder commissie /
gedenckt bij decrete ende adprobatie van den gerechte /
eerst bij 't uuytgaen van den brandenden keerse ende daernae /
bij 'r aftrecken van den segelen uuyten wasse alles /
ten profijte van den ghenen die bevonden sullen /
worden daertoe geraeckt ende gerechticht te zijn, /
te vercopen z. Burgemr. Jan Jansz. backers /
huys ende schuyre metten leedige plaetze daertoe /
behorende, tsampt backgereetschap darbij zijnde, /
staende ende geleghen opte Coornmerckt ter noorder /
sijde, hebbende Reyner Henrix ten oosten ende Syurd /
Henrix erven ten westen, metten mitleren eigendom /
der stede belast aen Jacob Popta nomine uxoris /
met seven[en]twintich stuivers jaarl. grontpacht, /
voorts all 't geneaardt, vast ende nagelvast es /
ende alle vordere gerechticheden daertoe behorende /
die daervan gadinghe heeft, mach comen op den achtsten /
decembris 1628 toe een uuyre nae noen ten huyse /
van Sybolt Syboltsz. herbergier Int Bour- /
goins Cruys, ende kopen op den articulen ende conditien /
den omstanders voor te lesen. So oock emant /
daertegens enige verspieringe ofte protestatie heeft ofte /
gedenckt te doen, die mach sijn redenen van /
oppositie pertinentl. aengeven bij versteck. /
D'ene secht den anderen voort.
[links boven in de marge:]
1a. proclamatio 21° 9bris 1628 / 2a. 28° eiusdem / 3a. 5° Xb. 1628
fol. 6 recto
Men laet een yder weten dat men op den 19en /
decembris 1628 tot tien uuyren voor noen alhier /
op den Raadthuyse den dach van verhoginge bij /
't intrecken van den segele uuyten wasse zal holden /
van de twee naevolgende huysen, te weten /
van d'huysinge, schuyre, erve met het back- /
gereetschap bij d'burgemr. z. Jan Jansz. /
bewoont naegelaten, staende op de Coornmarckt, /
waeraff bij het uutgaen van den brandenden keerse /
koper gebleven is Joannes Dionisius, daervooren /
geboden hebbende duisent eenentzeeven- /
tich gl. gl.
Oock van d'huysinge van Harmen Boonker staende bij de /
Noorder poorte, waeraff bij 't uuytgaen van den brandenden /
keerse koper gebleven is Lyuwe Boorsma, /
daervooren geboden hebbende 231 gg.
So wie d'eerste kopen gedenckt te verhogen die /
mach komen ten daege, uuyre ende plaetze boven /
verhaelt, ende verhogen nae sijn believen. So /
emant oock alsnoch enige verspieringe ofte protestatie /
gedenckt te doen, die mach sijn redenen van oppositie /
pertinentl. aengeven bij versteck.
Korenmarkt en Noordermolenstraat (10 resp. 9; tegenwoordig 't Noord) lagen in elkaars verlengde; de benamingen werden
door elkaar gebruikt. N.B. Op de plattegrond is het Zuiden boven!
Jan Jansz. de Stomme
Jan Jansz. de Stomme is volgens familie-aantekeningen in het handschrift Der Kinderen (van een van zijn nazaten) voor zijn vertrek naar Groningen korte tijd in de leer geweest bij Rembrandt. De beginselen van het schildersvak heeft hij in Leeuwarden wellicht bij Harmen Willemsz. Wieringa geleerd; P. Bakker blz. 220. Overeenkomst van zijn schilderstijl met die van Wybrand de Geest doet vermoeden dat JJdS in de dertiger jaren van de zeventiende eeuw in diens atelier te Leeuwarden heeft geleerd en gewerkt. Een contract is helaas niet bewaard gebleven. Misschien betaalden zijn voogden - JJsS was eind 1628 wees geworden; zie hieronder - het leergeld en hadden zij bedongen dat zij tijdens diens leertijd schilderijen van de hand van hun beschermeling zouden ontvangen; vgl. een contract bij Mathijs Harings, P. Bakker blz. 48. Was het voogdijschap bij familie, de Fogelsanghs? In 1635 op panelen geschilderde portretten van Sjouck van Fogelsangh, aetatis 38, Dirck van Fogelsangh, aetatis 38, Geertke van Scheltinga, aetatis 35, en Geertke, Hylcke en Douwe Gerrit van Fogelsangh, aetatis 11, 10 resp. 8, in Fogelsanghstate te Veenklooster, worden toegeschreven aan JJdS.
Dirck/Theodorus (1600-1663) promoveerde 25 juni 1626 te Leiden tot Dr. in de rechten. Op 13 juli van dat jaar liet hij zich als advocaat inschrijven bij het Hof van Friesland te Leeuwarden. Vervolgens werd hij secretaris van Franekeradeel. Zijn eerste vrouw was Ibeltje Douwes Wringer (x Franeker 1622),
zijn tweede echtgenote Geertje Lieuwesdr. Scheltinga (x Franeker 23 juni 1633); kinderen alleen bij zijn eerste vrouw: Geertruida/Geertke, Hilarius/Hylcke, Dominicus/Douwe.
Sjouck Vogelsang overleed 28-10-1652 te Leeuwarden 77 jaar oud - zij is begraven op het oud kerkhof te Oosterwierum, waar de boerderij Klein Hania, later Vogelsangh van Hania ligt, de oorsprong van de familienaam;
vgl. Ph.H. Breuker, De Greidhoeke: Lân en minsken fan 800 oant 1800 en letter, Wijdemeer
2012, blz. 242-243. Sjoucks man Jacob Pybes Doma was 24 december 1627 op 48-jarige leeftijd in de hoofdstad gestorven.
De weduwe Sjouck Fogelsangh-Doma verkocht in 1638 een huis op de Kelders in de Friese hoofdstad, nadat zij in 1631 het daarachter gelegen huis aan de Poststraat van de hand had gedaan.
Niet zij, maar haar zoon Theodorus (Dirck) Fogelsangh werd in 1639 eigenaar van een deel van het terrein waarop het in 1580 geconfisqueerde en
daarna afgebroken klooster Olijfberg te Veenklooster had gestaan; vgl. A.J. Andreae in het Jaarboekje v.d. Frieschen adel, 1884, p. 66 en Mulder-Radetzky/B.H. de Vries, p. 5. Hij liet er tussen 1646 en 1659 Fogelsanghstate bouwen,
waarvan broer Pibo Doma mede-eigenaar was.
Siouck Fogelsangh weduwe van w. Jacob Pybes Doma in levene coopman wonende binnen Leeuwarden, ende in desen voor sooveele noodich gesterck[t] met Dre. Theodoro Fogelsangh secretaris van Franekeradeell filio meo ... vercoft ... aen de eersame mannen Jacob Selis ende Tiaerd Gerryts beyde borgers alhier, voor haer selven ende respectivel. gecaveert hebbende voor Grietie Jans dr. ende Hendrickien Selis dr. hunne huysfrouwen ... elx voor de gerechte helfte ... huysinhe cum annexis ... op de Kelders daert de gulden bel uytsteckt hebbende Rompt Jacobs huysinge ten suyden ende Dre. Alberto Loo cum socia ten noorden ... 2975 ggl. ... consent 20 April 1638; HCL Groot consentboek fol. 37 recto.
Siouck Fogelsang wedue van wilen Jacob Pibis Doma als moeder ende administratrice van Pibe Doma mijn zoon ... mij sterckmakende Doctor Theodorus Vogelsang secretaris van Franekeradeel voor mijselven ende Dr. Andreas Hemstra secretaris der stede Harlingen als voocht van Wytske Doma mijn echte huisvrouwe ... [verkoop aan] Dyrck Annesz. backer ... husinge staende in de Poststraet after den husinge op de Kelders alwaer de rode pel uythangd[!] ... Tierck Boelens ten oosten ende den wedue ende erfgen. van wilen den burgemr. Govert Tiepkes ten westen ... loods tusschen dese husinghe ende d'husinge op de Kelders vs. blijven tot profijte van de eigenaer van de husing op de Kelders ... den regenwatersback ende gemack ... half ... half ... 956 ggl. ... den 29 Aprilis anno 1631.
Dirck Vogelsangh kocht in 1627 te Franeker een huis aan de 'Coornmarckt' ZZ; in 1631 en 1637 deed hij aankopen (een huis resp. grondpacht) aan de 'Vischmerckt'.
Nedergerecht Franeker inv.nr. 229, fol. 223 verso vermeldt onder de koopprijs van 2200 £: Doctor Dirck Fogelsangh geadmitteerdt / Advocât 's Hoffs van Frieslandt ende secretaris / van Franekeradeel, met Ibeltie Douwe dr. / echteluyden binnen Franeker begeren boden, consent / ende inwisinghe over d'koop van een huys, schuyer, / somerkoecken [= buitenkeuken], tsampt hovinghe, vrije steegh, / staende en de gelegen op d'suydercant van de Coornmarckt / hebbende Rintske Peter Everts ten oosten, ende de / erffgen. van Jr. Aemilius Adama ten westen / metten mitleren eigendom der stede belast aen / d'erffgenamen van Jr. Tzallingh van Bothnya / met 28 str. jaerlixe grontpacht, doch bij de zelve / weduwe ad vitam te ontfangen, voorts met sijn lasten / ende profijten, gelijck d'zelve duslanghe bij den / vercopers is bewoont ende gebruyckt, bij den proclamanten / in cope becomen van den gewesene secretaris Peter / Kingma ende Tyetzke Pybes Wyaarda echtel. tot / Franeker, vermoghe d'coopbrieve daeraff sijnde.
[Links boven in de marge:] 1a proclamatio 9° Martij 1627, 2a 16° eiusdem, 3a 6° Aprilis.
Inv.nr. 230, fol. 55 recto onder de kop '2595 gg. met 1 portu gelofte': Doctor Dirck Fogelsangh secretaris van Franekeradeel b. b. consent ende inwisinge over d'koop van een huys, schuyren, hovinge, bleeckvelt ende de ledige plaetze daertoe behorende metten vrijen steegh ten Westen leggende, sampt den besloten banck in St. Martens kerck, ende wijdere gerechticheden daertoe ende aen behorich, staende de vs. huysinge op de Vischmerckt, hebbende Ulcke Balck ten Oosten ende Peter Maeves weduwe ten Westen, metten mitleren eigendom der stede belast aen 't Weeshuys alhier met twee gg. ende achtiendehalve strs. ... grontpacht ende voor negen floreen huysschatting, bij de proclamant in kope verkregen van Juncker Julius Dominicus van Hottinga tot Wommels ...
Ulricus Balcq ordinaris boeckedrucker 's Landschaps van Vrieslant protesteert ...
Fiscus nomine reipublicae der stede Franeker protesteert ...
Regnerus Joannis secretaris van Hennaerderadeel protesteert ...
[De protesterenden worden schadeloos gesteld.] Alle vordere handen sijn affgewesen ... Actum den III Feb[rua]rii 1631.
[Links boven in de marge:] Ia proclamatio 28° Ja[nua]ri[i] 1631, IIa 4° Feb[rua]rii 1631, IIIa 11° eiusdem
Na de verkoop van het ouderlijk huis aan de Korenmarkt NZ in 1628 is wees Jan Janszoon de Stomme - met zijn zus Katrina, die ouder was en in 1638 trouwde met ds. Franciscus Raarda; het echtpaar leefde 1641 te Leeuwarden volgens Kuiken blz. 119 - wellicht opgenomen in het huis van Dr. Dirck Fogelsangh aan de overzijde van de Korenmarkt te Franeker; de weesboeken van voor 1664 zijn helaas niet bewaard gebleven, evenmin de autorisatieboeken (met de aanstellingen van voogden) van voor 1645. Tijdens zijn leertijd bij Wybrand de Geest te Leeuwarden (Minnemastraat) kon hij logeren bij de weduwe Sjouck Fogelsangh-Doma aan de Poststraat/Kelders.
Ook Poppo van Burmania, Oostendenaar, zou van zijn hand zijn en wordt gedateerd rond 1638. Poppo en echtgenote (1637) Clara van Andreae woonden te Leeuwarden in de Grote Kerkstraat, in het Julius van Geelhuis, het latere 'Mata Harihuis'. Volgens Poppo's kroniek 'Enege gedenckwerdige geschiedenissen', ed. W. Bergsma, Hilversum 2012, blz. 117, was hij tussen 13 oktober en 12 november 1637 met zijn compagnie uit Delfzijl naar Leeuwarden gestuurd vanwege "eenege onlusten onder de regenten ontstanden".
"De afkomst van Groningens bekendste 17e-eeuwse portretschilder Jan Jansz. de Stomme, die als
'Johan Jans de Stomme van Franeker' in 1643 het klein burgerschap van de Stad kocht,
kon ook door de auteurs van Van Fûgelsang tot Fogelsanghstate. De renaissance van een Friese boerenfamilie, Kollum 2003] niet worden opgehelderd. ... volgens het hs. Der Kinderen zou hij
een zoon zijn van een Franeker burgemeester, Jan Fogelsangh of Vogelzang, die in de Friese bronnen onbekend is."; blz. 118-119, 6.9. Aanhangsel, Fragment-parenteel van Jan Jansz. de Stomme.
De in 2010 samengestelde naamlijst van de Franeker magistraat wijst uit dat Jan Jansz. in 1600 bouwmeester en in 1625 gemeensman was; in de jaren 1620-1622 en 1627-1628 was hij een van de burgemeesters. Hij tekende met Jan Jan z. (bijv. nedergerecht inv.nr. 133, 551 verso, 13 juli 1627 als presiderende burgemeester) en ook in de proclamatieboeken komt hij niet voor met de familienaam Vogelzang.
Verder blijkt de waarde van proclamatieboeken ook hier weer eens. De naam van de echtgenote van de burgemeester, het hoofdberoep en het laatste levensjaar zijn eruit af te lezen. De naam van J.J. de Stomme's moeder Pytke Buwke dr. - Buwke = Bouke -
komt terug in Pietertje Raarda, een dochter van JJdS' zus Katrina, en in Pietertje Jansdr., dochter uit het tweede huwelijk van JJdS met Aaltje Stevensdr. (x Groningen 1650; zijn eerste vrouw was Catharina Solingius, x Groningen 1648). JJdS' vader was bakker van beroep. Uit de veilingverkoop van zijn huis blijkt dat hij is overleden in 1628, vóór 21 november. Hij is begraven in de Martinikerk; vgl. Cannegieter.
In het Franeker hypotheekboek inv.nr. 290 fol. 121r, 122r, 123v, 124r, 124v, 125r, 125v en 131v zijn op 4 (2), 6, 7, 8 (2), 10 en 23 juni 1628 schuldbekentenissen van Jan Janszoon en zijn vrouw Pytie Bouckes opgenomen uit de jaren 1614 t/m 1625: in totaal bedroegen de schulden ruim 1240 goudgulden. In de op één na oudste schuldbrief, van 21 november 1614, werd Jan Jansz. als "gewesene backer" betiteld; in de laatste, van 21 november 1625, werd zijn vrouw niet genoemd,
waarschijnlijk omdat zij voordien was overleden. In de voorlaatste schuldbekentenis van 28 mei 1623 komt zij wel nog voor:
toen leefde zij dus nog. Een boedelbeschrijving naar aanleiding van haar overlijden was helaas niet te vinden. Hijzelf is blijkbaar gestorven kort vóór 4 juni 1628, vanaf welke datum de schuldbrieven in het
hypotheekboek zijn overgenomen.
Is de Franeker schilder Willem Hansz./Jansz. een broer van de vader van Jan Jansz. de Stomme
en een verklaring voor schildertalent in de familie? Hij werkte tussen 1611 tot 1620 in Franeker. Een jongen te Leeuwarden met dezelfde naam was in 1607 door zijn ouders voor drie jaar uitbesteed aan Michiel Albertsz om hem 'van het schilderen te leren'. Al na drie maanden echter, 'toen hij sijn principael fundament van conterfeiten hadde geleert', vertrok hij; P. Bakker, De Friese schilderkunst in de Gouden Eeuw, blz. 47. Was hij zo talentvol, dat hij een langer verblijf niet nodig achtte? Een leertijd kon variëren van één tot zeven jaar. Was de leerling meerderjarig dan duurde zijn opleiding tot drie jaar. - Een Mr. Willem Hansen gehuwd met Ympck Focke dr., wordt in het hypotheekboek inv.nr. 286 fol. 232 verso resp. 256 verso genoemd, 29 april resp. 24 augustus, i.v.m. een huis aan de Vijverstraat; de schilder?
Literatuur
• J. Stratingh, J.J. de Stomme, een 17e-eeuwse schilder in Groningen. Groningen 1984.
• R.L.P. Mulder-Radetzky en B.H. de Vries, Fogelsanghstate: middelpunt van het bosrijke Veenklooster. [Leeuwarden 1986].
• J. Woudstra, Siderius: de Familie en het Handschrift. Engelum 2002. 2.4.2.1. (blz. 471-481) Fogelsangh. De burgemeester en zijn zoon de schilder worden niet genoemd!
• K. Kuiken, R.H. Postma en D.J. van der Meer, Van Fûgelsang tot Fogelsanghstate. De renaissance van een Friese boerenfamilie. Kollum 2003.
• P. Bakker, De Friese schilderkunst in de Gouden Eeuw, Zwolle [2008]. Bakker vermeldt op blz. 220, naar materiaal verzameld door archivaris W. Dolk: Historisch Centrum Leeuwarden, voorheen gemeente-archief, inventarisatieboek y 35, p. 23, 'De stomme schilder burgemeesters soon van Franeker' (boedelinventaris D. Hopkens 1644).
Zijn de onderstaande in 1634 geschilderde portretten van het gezin van Lambert Starkenborgh ook aan Jan Janszoon de Stomme toe te schrijven en zodoende de aanzet geweest voor diens verdere loopbaan in Groningen?
De zwartwit afbeeldingen stammen uit
A. Wassenbergh, De portretkunst in Friesland in de zeventiende eeuw, Lochem 1967.
Hieronder de twee zelfportretten bewaard in museum Martena te Franeker. Links boven staan jaartal (1634 resp. 1635) en leeftijd (19 jaar). Een familiewapen ontbreekt, waarop de jonge schilder vast trots geweest zou zijn. Het vermoeden rijst dat hij geen familienaam had, maar als wees was opgenomen door de Fogelsanghs en later (in het hs. Der Kinderen) als een lid van die familie werd herinnerd.
>> begin
|
|