>> HOMEpage

Internetbewerking (met enkele aanvullingen) van artikelen in "De Tweebakstrommel: personeelsorgaan provincie Friesland", 17e jaargang no. 1 januari 1986, blz. 30-33 (1); no. 3 maart 1986, blz. 21-23 (2); nr. 5 mei 1986, blz. 24-26 (3); 19e jaargang no. 3 maart 1988, blz. 28-31 (4)
M.H.H. Engels, mei 2012

[1] DIERKUNDE-BOEKEN uit de 16de eeuw
van GESNER en ALDROVANDI

Naar aanleiding van de "Geschichte und Bibliographie" die Claus Nissen in 1953-1978 geschreven heeft van "Die illustrierten Vogelbücher", "Die botanische Buchillustration" en "Die zoologische Buchillustration", zijn [in 1986] in de vitrines van de Provinciale Bibliotheek werken van twee 16de-eeuwse biologen tentoongesteld: Konrad Gesner en Ulisse Aldrovandi. Deze boeken van groot formaat (folianten) behoren tot de collectie van de voormalige universiteit van Franeker.
Over dit oudste bezit van de PB is in 1985 een boekje uitgegeven onder de titel "Franeker folianten. Frieslands universiteitsbibliotheek 1585-1713".

Konrad Gesner
Gesner (Zürich, 1516-1565) was een geleerde met een uitgebreide kennis van geschiedenis, letterkunde en taalkunde. In 1541 promoveerde hij tot doctor in de geneeskunde te Bazel. Kort daarna werd hij hoogleraar te Zürich, eerst in de filosofie, later in de natuurwetenschappen. Hij gaf veel klassieke schrijvers uit en schreef onder andere een beroemde "Bibliotheca Universalis" (1545). De dierkunde verrijkte hij door het schrijven van zijn Historia animalium. Als plantkundige was hij de eerste die naar de aard van zaden en bloemen het plantenrijk indeelde in klassen, geslachten en soorten. De universiteitsbibliotheek te Franeker kreeg van de daar woonachtige edelman Julius van Botnia (overleden 1614) onder meer Gesners Natuurlijke historie der dieren ten geschenke. Dit werk is gesteld in het Latijn, tot in de 17de eeuw de taal van de wetenschap. Van deze Züricher uitgaven zijn de delen I over de levendbarende viervoeters, III over de vogels en IV over de vissen en andere waterdieren tentoongesteld. Ze zijn gedrukt in de periode 1551-1558. Deel II (1554) over de eierleggende viervoeters, geen geschenk van Botnia, bevond zich al in 1635 niet meer in de collectie; deel V (1587) heeft Franeker nooit bezeten. Op het titelblad van deel I staat de handtekening van de schenker en een Latijns gedicht:
Nobilis ecce Viri quèm verè nobile munus:
Nam voluit magnus non nisi magna dare.
Si quis sit quaeres: donavit JULIUS illud
BOTNIA: Franekerae motus amore Scholae.
At qui tot Pisces, tot Aves, Animalia qui tot
Donat, an hunc nobis parva dedisse putas?
Restat ut haec quoties versabis candide Lector
Scripta, pereximio fausta precêre Viro.


Vertaling:
Ziehier welk waarlijk edel geschenk van een edelman,
want een groot man heeft iets groots willen geven.
Als ge vraagt wie: Julius van Botnia heeft dit
uit liefde voor de (hoge)school te Franeker geschonken.
Of denkt ge soms dat deze man die zoveel vissen, zoveel
vogels en zoveel (zoog)dieren schenkt, ons weinig heeft gegeven?
Blijft nog over, beste lezer, dat gij zo dikwijls als ge
in deze geschriften bladert, de uitnemende man alle goeds toewenst.


Het uit vier disticha bestaande Latijnse gedicht is blijkens het handschrift door Martinus Lydius in dit boek geschreven. Ook in de twee andere delen en in het eveneens door Botnia geschonken exemplaar van het kruidenboek van Rembert Dodoens (Antwerpen 1583) staan versregels van de hand van Lydius.
Martinus Lydius († 1601) was hoogleraar theologie te Franeker en de eerste rector magnificus in 1586. Tot 1602 was de professor, die het jaarlijks wisselende rectoraat bekleedde, tevens bibliothecaris. Hoewel Lydius in 1598 voor de tweede maal rector/bibliothecaris was, is 1586 als jaar van schenking van genoemde boeken het meest waarschijnlijk. Ten eerste omdat deel V (1587) ontbrak en ten tweede om het feit dat de in 1585 gestichte universiteit toen officieel van start ging: de Franeker hogeschool kreeg in 1586 haar statuten en haar eerste studenten.
Dier- en plantkunde vielen onder de medische faculteit. Boeken op dit gebied stonden in de naar wetenschappen ingedeelde universiteitsbibliotheek van Franeker bij de medische werken in de kasten.

[Op het titelblad van 856 Ntk fol/III heeft professor Martinus Lydius in beeldende bewoordingen Julius van Botnia bedankt voor de schenking van dit boekdeel, dat handelt over de vissen:

Hos Pisces animi suavissima fercula docti
Debemus IULI BOTNIA clare tibi:
Ergo pro dapibus grates tibi dicet inemp[tae]
Quisquis erit nostrae pars aliquota Sc[o]
la[e]

Vertaling:
Deze allerheerlijkste visschotels van een geleerde geest
     Danken wij aan jou, vermaarde Julius Botnia:
Derhalve zegge je dank voor de niet gekochte maar uit eigen vijver stammende spijzen
     Alwie enig deel zal uitmaken van onze school


Rechts bovenaan staat de toenmalige signatuur geschreven, die de plaats van het boek in de universiteitsbibliotheek aangaf:
13{8
Vgl. Catalogus librorum bibliothecae academiae Franekerensis - Franekerae, excudebat Aegidius Radaeus, Ordinum Frisiae typographus, 1601 - fol. B3: In plutei 13. facie prima, 8. Eiusdem [Gesneri] de piscibus liber quartus [d.i. in het eerste vak van de 13e lessenaarkast als boek nummer 8].


Ulisse Aldrovandi
Aldrovandi (Bologna 1522-1605) was arts en natuuronderzoeker. Hij legde grote verzamelingen aan en werd hoogleraar te Bologna (1560-1605) in de botanie, zoölogie en palaeontologie. Hij stichtte ook één der eerste botanische tuinen (1567). Zijn encyclopaedisch werk omvat alle natuurrijken. Tijdens zijn leven verschenen slechts de delen over de vogels en de insecten, na zijn dood de overige.
In de universiteitsbibliotheek van Franeker waren zijn werken eerst vertegenwoordigd door Frankforter uitgaven (1610-1629, 11 banden). Ook deze stonden bij de medische werken. Ze waren door Menelaus Winsemius, hoogleraar geneeskunde (1616-1639), aangeschaft.
Bij de controle van het boekenbezit van de universiteitsbibliotheek in 1648 werden ze vermist. Er zijn toen trouwens meer dan 100 werken gestolen. Johannes Antonides van der Linden, hoogleraar geneeskunde van 1639 tot voorjaar 1651, te Franeker, en bibliothecaris van 1648 tot najaar 1650, heeft een grote inzamelingsactie gehouden en de bibliotheek op voortreffelijke wijze met talrijke aankopen aangevuld. Zo kon hij, dankzij een gift van de leden en de secretaris van de rekenkamer van Friesland, de Bolognese uitgave in 12 banden (1638-1649) van de werken van Aldrovandi kopen. Een gedrukte oorkonde met de namen van de schenkers is voorin de boeken geplakt.
Zeven van de twaalf delen zijn tentoongesteld:
  •   1 - De quadrupedibus solidipedibus, 1649 (viervoetige hoefdieren)
  •   2 - De quadrupedibus digitatis, 1645 (viervoetige teengangers)
  •   4,5 - Ornithologia sive de avibus, I, II, 1646 (vogels)
  •   7 - De piscibus et de cetis, 1638 (vissen, andere zeedieren)
  •   9 - De animalibus insectis, 1638 (insecten)
  • 10 - Historia serpentum et draconum, 1640 (slangen en draken)
In de tekst wordt onder "Usus in medicina" verwezen naar het gebruik van de dieren in de geneeskunde. Het gaat dan meestal om dierlijke extracten.
Uit: De Quadrup. digit. Vivip. Lib. I. p. 138 en 139 (Usus in Medicina)
Het nijlpaard bij Aldrovandi


>> begin

[2] BIJZONDERE HERKOMST, BIJZONDERE BANDEN

Folianten uit de afdeling "geschiedenis"

Bij de inventarisatie en nieuwe opstelling van de folianten (grote oude boeken) van de Provinciale Bibliotheek kwamen ons enkele bijzonderheden in handen, die nu [1986] tentoongesteld zijn. Eén en ander houdt verband met herstel en conservering van beschadigde banden uit deze oude collectie in 1986 en 1987. De restauratie is mogelijk gemaakt door een extra bijdrage van de Staten van Friesland. Aanleiding was de herdenking in 1985 van de in 1585 gestichte voormalige universiteit van Friesland te Franeker. De PB bezit de bibliotheek van universiteit en athenaeum van Franeker (1585-1843). Bij haar stichting in 1844 kreeg de PB ook de bibliotheek van het gouvernementshuis, waarin de boeken van de oude landskwartieren vertegenwoordigd zijn. De PB is in 1852 voor het publiek geopend.
De tentoonstelling bevat de volgende boeken:
- Rerum germanicarum scriptores aliquot insignes. Straatsburg 1717. 3 delen folio.
Uit de bibliotheek van Zacharias Konrad von Uffenbach (Frankfort a.d. Main 1683-1734). Uffenbach maakte een jarenlange reis door Europa, waarbij hij veel bibliotheken bezocht, zoals in 1710 de universiteitsbibliotheek van Franeker.
- Jo. Spelman, Aelfredi Magni, Anglorum regis, vita. Oxford 1678.
Legaat van Joost Hiddes Halbertsma (Grouw 1789 - Deventer 1869). Blijkens het bibliotheekstempel op het titelblad eertijds in het bezit van de universiteitsbibliotheek van Leiden; aldaar als doublet verkocht met toestemming van J. v(an) Roijen D(avid) Z(oon), secretaris van curatoren te Leiden 1753-1783.
- P. Bor Cz., Oorspronck, begin en vervolgh der Nederlandsche Oorlogen. Amster- dam 1621-1630. 5 delen in 6 banden folio.
Banden afkomstig uit de bibliotheken van Gedeputeerde Staten (met het wapen van Friesland als bandstempel), de Staten van Oostergo, Westergo, Zevenwouden en de Steden. Deel 3/2 bevat de handschriftelijke aantekening: Dit boeck hoort in der Steden camer, 1635.
Afb.: Boekbandstempels van de kwartieren: Oostergo, Westergo, Zevenwouden (zeven bomen) resp. de Steden (de stedenmaagd bovenaan en verder van links naar rechts, van boven naar beneden de wapens van 1. Leeuwarden 2. Bolsward 3. Franeker 4. Sneek 5. Dokkum 6. Harlingen 7. Workum 8. Sloten 9. Stavoren 10. Hindelopen 11. IJlst; centraal een pijlenbundel, symbool van de Zeven Verenigde Provinciën)
Over boekenkasten in het "landschapshuis" (dat rechts naast de Kanselarij stond) en het "Kollegie der Edele Mogende Heeren Gedeputeerde Staaten van Friesland" (nu bekend als provinciehuis) kan men lezen in de Tegenwoordige staat van Friesland, 1785, II, 75-77.
- Lieuwe van Aitzema, Saken van Staet en Oorlogh in ende omtrent de Vereenigde Nederlanden, beginnende ... 1621 en eyndigende ... 1669. 's-Gravenhage 1669-1672. 6 delen in 7 banden folio.
Band uit de bibliotheek van het Mindergetal. Het Mindergetal was een commissie van vier maal twee volmachten (Statenleden) uit de vier kwartieren of kamers (Oostergo, Westergo, Zevenwouden, de Steden), waaruit de Staten van Friesland in de periode 1580-1795 waren samengesteld.
- Conciliorum omnium Generalium ac Provincialium collectio Regia Parijs 1644. 37 delen folio.
In 1679 aan Frieslands hogeschool geschonken door Hendrik Casimir II, stad- houder van Friesland en curator magnificentissimus van de universiteit van Franeker.
De perkamenten band vertoont in het achterplat onderaan bij de rug twee gaatjes van een niet meer aanwezige kettingklamp. De boeken waren in Franeker tot 1684 geketend. De bevestigingsplaats wijkt hier af van de andere Franeker folianten, die aan de zijkant van het achterplat gaatjes van kettingklampen laten zien. De "Concilia" stonden mogelijk op hun lange sneezijde in de kast.
- Synodi Florentiae acta. (Grieks). Rome 1577.
Geschenk van Johannes Cloppenburch, hoogleraar theologie, aan de bibliotheek van de Franeker academie, 14 mei 1644. Band met goudstempeling.
- Acta Synodi Nationalis, Dordrechti habitae anno 1618 et 1619. Leiden 1620. Geschenk van Johannes Bogerman, voorzitter van de synode, later (1633) benoemd tot hoogleraar te Franeker, waar hij vanaf 1636 tot zijn dood in 1637 in functie was.

>> begin

[3] EEN ITALIAANSE BOEKBAND

Johannes Cloppenburch, hoogleraar te Franeker, schonk in 1644 aan de universiteitsbibliotheek aldaar een boek met in het Grieks de Handelingen van de Synode van Florence dat in 1577 gedrukt was te Rome. Deze bibliotheek vormt het oudste bezit van de PB. De band waarin het genoemde boek gebonden is, mag als zeer bijzonder aangemerkt worden. Hier volgt een beschrijving met twee foto's.
Italiaanse band: donkerrood leer op houten borden; sluitingen op vier plaatsen, waarvan die aan kop (= bovenzijde) en staart (= onderzijde) ontbreken; koperen muiters (= sluiters) op voorplat in reliëf; sluitplaatjes op achterplat niet origineel; sluitriempjes ontbreken.
Goudstempeling op voor- en achterplat, rug en (typisch Italiaans) op de zijkanten van de hoeken (waar bij niet-Italiaanse banden vaak koperen beslag ter bescherming is aangebracht). Goud op snee.
Stempels: randversiering op de platten typisch Italiaans. Voorplat: in het midden het wapen (draak) van Gregorius XIII (eigenlijk Ugo Buoncompagni), paus van 1572 tot 1585, groot bevorderaar van de Jezuïetenorde; boven de letters IHS (= Jezus) met de drie nagels van de kruisiging, een vignet dat veel bij Jezuïetenbezit werd gebruikt; links Petrus met de sleutels; rechts Paulus met het zwaard; beneden de geseling van Christus.
Achterplat: in het midden weer het pauswapen; boven de verkondiging (Maria lezend aan lessenaar, engel met lelie, Heilige Geest, God de Vader); links de kruisafneming; rechts madonna met kind in stralenkrans (Marianum); beneden de opstanding uit het graf (met slapende soldaten).
In het achterplat op snee één gaatje van de kettingklamp die in de 17e eeuw in de Franeker universiteitsbibliotheek aan het boek heeft vastgezeten.

>> begin

[4] Bestempelde boekbanden

De restauratie van zo'n 350 folianten, die merendeels uit de bibliotheek van de voormalige universiteit van Franeker stammen, [naderde in 1988] zijn voltooiïng. Reden om weer eens aandacht te besteden aan enkele van de fraaiste boekbanden van de Provinciale Bibliotheek (PB).

Kardinaal
In het mei-nummer van 1986 is een boekband voor paus Gregorius XIII besproken. Nu bekijken we een band voor kardinaal Antonio Barberini. Deze Barberini leefde van 1608 tot 1671. Hij was kardinaal-schatmeester van de Heilige Stoel, grootaalmoezenier in Frankrijk en aartsbisschop van Reims.
De boekband van bruin kalfsleer over karton, met goud op snee, is op platten en rug rijk van goudstempeling voorzien: het is een zogenaamde Franse band. Voor de schutbladen is prachtig kammarmerpapier gebruikt. De Franse lelie op het voorplat refereert aande functies van de kardinaal in Frankrijk.
Het achterplat is versierd met de heraldische bij van het geslacht Barberini; in het midden ziet men het wapen van Antonio Barberini met daarin drie bijen en daarboven de kardinaalshoed met 15 kwasten aan weerszijden.
De inhoud is het Nieuwe Testament in het Grieks, gedrukt te Frankfort in 1601 (sign. 145 Gdg fol). Naast het titelblad is een portret van Antonio Barberini ingeplakt, een gravure gemaakt te Reims in 1667 door J. Colin. Dit boek is geen onderdeel van de Franeker collectie maar een legaat van J.H. Halbertsma (1789-1869) aan de Provinciale Bibliotheek

Prijsband
Ook uit de bibliotheek van Halbertsma stamt een uitgave van het Nieuwe Testament in het Grieks, Amsterdam 1746 (sign. 160 Gdg fol), die gebonden is in een zogenaamde prijsband. Het boek is in de 18e eeuw in Leiden aan een leerling cadeau gedaan voor de beste studieresultaten in een bepaald jaar. De gebruikelijke oorkonde ontbreekt in dit boek. Dat het prijsboek in Leiden is uitgereikt, blijkt uit het bandstempel in goud met het wapen van de sleutelstad. Over prijsboeken en prijsbanden in Franeker hebben we iets meegedeeld in Franeker academieboekbinders: Arcerius en Nauta (1664-1711).

Frisia
Het boek der psalmen nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik . . . 1773 (sign. 1330 Gdg fol) heeft vermoedelijk deel uitgemaakt van de bibliotheek van het gouvernementshuis, waarin de boeken van de oude Friese landskwartieren vertegenwoordigd waren (vgl. Tweebakstrommel maart 1986).
Op de platten van de Franse band is in goud een gekroond wapenschild gedragen door twee leeuwen gestempeld; het schild bevat in de vier kwartieren de wapens van Oostergo, Westergo, Zevenwouden (7 boompjes) en de Steden; daaronder staat FRISIA). Het ingekaderde stempel is gemaakt door J. Jongsma. Wij dateren het op het eind van de 18e eeuw.
De Friesland-stempels uit de 17e eeuw zijn ovaal. Dat op boeken uit de bibliotheek van Gedeputeerde Staten (bijv. sign. 1733 a G fol) toont twee leeuwen onder elkaar, het wapen van Friesland.
Dezelfde versie treft men aan op het achterplat van boeken uit de bibliotheek van het Hof van Friesland. Een andere versie, op een schild gedragen door twee leeuwen, komen we tegen op banden uit de bibliotheek van het Mindergetal (bijv. sign. 1903 G ter).
Het meest bekend is het ovale boekbandstempel van de Franeker universiteitsbibliotheek met in het midden het wapen van Friesland, twee leeuwen onder elkaar, en daaromheen de wapens van Oostergo, Westergo, Zevenwouden en de 11 steden (bijv. sign. 114 Gdg fol).

Franeker
De zevende band stamt weer uit de universiteitsbibliotheek van Franeker, en wel uit de tijd dat men daar overging van houten borden bekleed met leer op kartonnen platten overtrokken met perkament. De Werken van Coccejus, gedrukt te Amsterdam in 1675 (sign. 849 Gdg fol), aan de bibliotheek geschonken door professor Van der Waeijen bij zijn intrede aan de universiteit in 1677, zijn gebonden in hout bekleed met perkament. Vermoedelijk was dit het werk van Willem Nauta, die in 1677 Samuel Arcerius als academieboekbinder opvolgde. Mogelijk beschikte hij nog niet over het ovale boekbandstempel van de bibliotheek: hij stempelde in elk geval een ander ornament op het midden van de boekplatten.
De boekband vertoont in het achterplat op snee nog sporen van ketening. Van dit systeem is men in Franeker in 1683 afgestapt. De aanwezige kettingklampen werden toen verwijderd. De boeken werden niet meer met de snede maar met de rug naar de beschouwer opgesteld, niet meer in lage kasten met lessenaars maar in hoge wandkasten.
Het idee van de modernere opstelling was al eerder opgevat: 37 in 1679 ten geschenke ontvangen boekdelen (Concilia, sign. 4068 G fol) werden al met de rug(titel) naar de beschouwer in één van de lessenaarskasten geplaatst, maar wel nog geketend. De kettingklamp was blijkens de nu nog zichtbare gaatjes bevestigd aan het achterplat onderaan bij de rug.

Leer en perkament
Behalve de genoemde banden van kalfsleer en perkament, zijn na Pasen [1988] in de vitrines van de PB nog voorbeelden tentoongesteld van boeken gebonden in (bijna wit) varkensleer (147 Gdg fol), in (donkerrood) geitenleer (ook marokijn genoemd naar het land Marokko; F 460), in (typisch roze - door looien in aluin - gekleurd) schapenleer ( F 1176) en tenslotte een bijbel met een rug van zeemleer (80 Gdg fol kluis). - Halfschapeleren banden (d.w.z. alleen de rug is van leer) met marmerpapier op de platten worden ook wel burgemeestersbanden genoemd, omdat men dergelijke banden vaak aantrof in een burgemeesterskamer.
Zeemleer diende om de rug van een boek dat met de snede naar de beschouwer in de kast stond te beschermen als het tegen het achterbord stootte.
Leer is gelooide dierenhuid. Perkament, dat ook gebruikt werd om op te schrijven, is als het om boekbanden gaat vaak kalfs, schapen- of varkensperkament; de dierenhuid werd niet gelooid maar in kalkwater geloogd.
De meeste banden zijn met filetlijnen en afdrukken van losse, rol- of plaatstempels versierd, blind of met goudfolie. De oorspronkelijke afbeeldingen bij dit artikel waren reproducties van potloodwrijfsels; nu [2012] dienen foto's ter illustratie.

>> begin