detail boeken naar het totaal
detail boeken naar het totaal

Erasmiana in Leeuwarden


Alles wat van Erasmus was, wordt ook wel omschreven met het Latijnse meervoud Erasmiana. Men kan "van Erasmus" op verschillende manieren opvatten. Eigendommen van Erasmus worden Erasmiana genoemd, maar ook werken die door hem zijn geschreven, ja zelfs geschriften over hem. Van alle soorten Erasmiana bezit de Provinciale Bibliotheek van Friesland (PB) voorbeelden. Dit opstel is beperkt tot de eerste twee categorieën.

M.H.H. Engels, juni 2002

Uit de bibliotheek van Erasmus

"Sum Erasmi"

tekeningetjes

vijf Erasmiana

Zeven Wijzen



tip: van de tekst terug naar het begin
via

Werken van Erasmus, o.a.

Adagia

Brieven

Verzamelde werken

Klacht van de vrede

door Erasmus uitgegeven resp. vertaald

>> HOMEpage

Uit de bibliotheek van Erasmus

In 1517 heeft Erasmus zich voor het eerst laten portretteren. De toen vijftigjarige humanist is door Quinten Matsijs schrijvend afgebeeld. Op het schilderij zijn de boeken in de nis ten dele van een titel op snee voorzien. Goed te lezen zijn op de detailopname - klik op de boeken - in hoofdletters Novvm Testament., Loukianos (Grieks) en Hieronvmus. Op het boek rechts boven heeft HOR gestaan; de letters OD zijn op het derde boek van beneden te onderscheiden op een infrarood opname van het schilderij; vgl. L. Campbell [a.o.], Quentin Matsys, Desiderius Erasmus, Pieter Gillis and Thomas More. In: The Burlington magazine for connoisseurs, vol. 20, London 1978, p. 716-724.
* Of het werken van Erasmus zelf zijn of boeken uit zijn bibliotheek en ook of het symbolische verwijzingen zijn dan wel concrete boeken, daarover verschillen de meningen. Het handschrift van Erasmus is in elk geval wel realistisch weergegeven: de openingswoorden van zijn parafrase van Paulus' brief aan de Romeinen zijn zojuist uit de pen gevloeid. Waarschijnlijk heeft Erasmus de voor hem belangrijkste boeken uit zijn bibliotheek zorgvuldig gearrangeerd. Het zou dan gaan om de werken van de kerkvader Hieronymus, van de Griekse satiricus Lucianus (123), van de dito historicus Herodotus (311), het Nieuwe Testament (328, Erasmus' Griekse en Latijnse editie van 1516) en Erasmus' favoriete Latijnse auteur Horatius (88).

Er is een lijst in handschrift van de bibliotheek van Erasmus bewaard gebleven. Deze wordt sedert de eerste uitgave in 1936 nog steeds Versandliste, verzendlijst genoemd, hoewel in 1986 gebleken is dat hij niet is opgemaakt na Erasmus' overlijden in 1536, toen zijn bibliotheek werd ingepakt voor verzending naar koper Johannes a Lasco in Polen. In feite is de lijst door secretaris Gilbertus Cognatus uiterlijk in augustus 1535 geschreven naar aanleiding van de ontruiming van Erasmus' huis in Freiburg. De hierboven tussen haakjes toegevoegde nummers hebben betrekking op die zogenaamde verzendlijst. Niet alle boeken die Erasmus bezat, komen op die lijst voor. Bovendien zijn de 413 omschrijvingen zo kort, dat identificatie van de specifieke editie niet altijd met zekerheid mogelijk is. De oud-bibliothecaris van de gemeentebibliotheek Rotterdam E. van Gulik (overleden 8 oktober 1998) heeft de publicatie van zijn bibliografisch speurwerk niet mogen meemaken: het manuscript zal door de University of Toronto Press worden uitgegeven.

Via via in Friesland

Genoemde Johannes a Lasco ging over tot het protestantisme en trok als reformator naar Emden en Engeland (1540-1555). Hij gaf boeken uit de Erasmuscollectie aan vrienden of verkocht ze om financiële redenen. Zo is de kostbare bibliotheek uiteen geraakt. Voor zover bekend zijn er maar 20 boeken uit Erasmus' bezit bewaard gebleven, de meeste in Emden, Engeland en Nederland.
* Een protestantse vluchteling uit de Zuidelijke Nederlanden te Emden, Gerardus Mortaigne, kocht in 1554 boeken van Lasco en heeft die korte tijd daarna al weer verkocht. Koper was Regnerus Praedinius, de rector van de Sint Maartensschool te Groningen. Diens leerling en vriend Johannes Arcerius was de volgende eigenaar. De bibliotheek van Arcerius, die van 1589 tot zijn dood in 1604 hoogleraar Grieks te Franeker was, werd aldaar geveild. Menelaus Winsemius, hoogleraar geneeskunde (overleden 1639) werd de trotse bezitter van enkele boeken uit de bibliotheek van Erasmus. Uiteindelijk kwamen in het tweede kwart van de zeventiende eeuw zeker vijf Erasmiana in de universiteitsbibliotheek van Franeker terecht. Zoals bekend is de Provinciale Bibliotheek van Friesland sedert 1852 de erfgenaam van de boeken van de voormalige universiteit. Zij is zodoende meer boeken uit het bezit van Erasmus rijk dan de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, de universiteitsbibliotheek te Leiden en de gemeentebibliotheek Rotterdam. Sterker nog, er is geen tweede bibliotheek in de wereld die zoveel boeken uit de bibliotheek van Erasmus bezit.

Sum Erasmi

Waaraan is te zien dat boeken van Erasmus geweest zijn? En waarom is dat nu zo'n bijzonder bezit? Meestal schreef Erasmus op de laatste bladzijde van een nieuw gekocht of cadeau gekregen boek "Sum Erasmi". Dat Latijn betekent "Ik ben van Erasmus". Alsof het een persoon is, zegt het boek aan de lezer wie zijn eigenaar is. Erasmus was zo'n groot liefhebber van boeken, dat hij ze zijn beste vrienden noemde.

Ook als de naam van de bezitter niet in het boek geschreven staat, zijn boeken van Erasmus te herkennen, en wel aan de notities die hij naast de gedrukte tekst maakte. Deels in tegenspraak met de tegenwoordige definitie van een bibliofiel meende Erasmus: "Niet zij houden van boeken, die ze onaangeroerd en in kisten weggestopt bewaren, maar zij die ze dag en nacht raadplegen en daardoor vuil maken, kreuken, verslijten, en zij die de bladranden overal met aantekeningen en varianten bedekken, die liever een spoor van een weggekrabde fout willen zien dan een foutieve tekst."

Men moet natuurlijk wel kenner van Erasmus' handschrift zijn om boeken met aantekeningen van zijn hand te kunnen herkennen. Bewonderaars waren dat en zij waren vanwege dat eigendomsmerk en die aantekeningen tuk op dergelijke boeken. Als iemand niets met Erasmus had, met diens handschrift niet vertrouwd was of alleen boeken zonder aantekeningen wilde hebben, dan kon het gebeuren dat een boek uit de bibliotheek van Erasmus verloren ging. Persoonlijke eigendommen van idolen zijn altijd zeer gewild bij hun bewonderaars, of dat nu een gitaar van Jimi is of een boek van Erasmus. Of je er dan ook op speelt of het boek gebruikt en bestudeert, dat is een tweede. Johannes a Lasco en Johannes Arcerius maakten wel enkele aantekeningen naast die van Erasmus, ook Winsemius voegde nog een opmerking toe. In de regel lieten de nieuwe eigenaars uit ontzag de boeken verder onaangetast.

Vier van de vijf boeken die in de collectie van de Franeker universiteit terecht kwamen, zijn door de academieboekbinder opnieuw gebonden in een standaard boekband van de universiteit. Daarbij is het boekblok bijgesneden. Wist hij veel? Dat dat boeken met waardevolle aantekeningen van Erasmus waren? Dat had de bibliothecaris hem wel mogen zeggen! Delen van de aantekeningen zijn toen dus verloren gegaan.

Tekeningen van Erasmus in zijn exemplaar van Plutarchus' Moralia. Van links naar rechts en van boven naar beneden:
Zonnewijzer of klok waarop de vleier kijkt of het al etenstijd is
krab
scepter
wereld
vis (N.B. boekblok bijgesneden)
hart
vijgenblad
put
kapmantel
hond aan een galg



Voor de Erasmuswetenschappers van nu zijn de handschriftelijke aantekeningen van groot belang. Vooral voor hen die zich bezighouden met de nieuwste uitgave van de door Erasmus verzamelde Griekse en Romeinse spreekwoorden, de Adagia. Erasmus' aantekeningen, zowel in het Grieks als in het Latijn, slaan vaak op vindplaatsen daarvan. Naast de gedrukte tekst herhaalde hij een markant woord, maakte hij een tekeningetje, zette een verticaal golflijntje, drie puntjes of een wijzend handje; soms onderstreepte hij alleen een stukje tekst. Erasmus las boeken met de pen in de hand. De notities waren geheugensteuntjes om bij herlezing iets gemakkelijker terug te kunnen vinden. De Griekse benaming voor spreekwoord, gezegde en vergelijking noteerde hij heel wat keren. Met de Adagia verwierf Erasmus zich een groot deel van zijn roem en rijkdom. Hij was de eerste en lange tijd de laatste die in het christelijke Europa van de opbrengst van zijn boeken kon leven.

Vijf Erasmiana

De vijf Erasmiana in de Franeker collectie van de PB zijn alle Griekse werken uit de drukkerij van de beroemde Venetiaan Aldus Manutius, specialist voor Griekse klassieken. Sommige van die boeken bevatten meerdere werken in één band. De Griekse of in het Latijn vertaalde titels worden hier achterwege gelaten. De namen van de auteurs, een omschrijving van de inhoud en de jaren van verschijnen volgen.
  • Dioscorides, over geneesmiddelen; Nicander, over gif en tegengif, 1499
  • Lucianus, satiren; Philostratus, over beelden, helden en sofisten; Callistratus, over beelden, 1503
  • Plutarchus, over ethiek, 1509
  • Plutarchus, vergelijkende levensbeschrijvingen: in 24 paren volgt op de biografie van een Griek die van een Romein en dan een vergelijking tussen die twee, 1519
  • Galenus, vijf boekdelen over geneeskunde, 1525

Deze boeken zijn in de tamelijk gedetailleerde gedrukte catalogus uit 1644 van de Franeker academiebibliotheek voor het eerst duidelijk beschreven: de handschriftelijke aantekeningen van Erasmus worden vermeld met uitzondering van die in de Lucianus.

Het "Sum Erasmi" achterin de Lucianus is vaag. De op het titelblad en op het laatste blad geschreven latere eigendomsmerken zijn doorgehaald en die vooraan waren zelfs overgeplakt; vertaald uit het Latijn luiden ze: Ik ben een van de boeken van Andreas Roorda, uit de schenking van diens collega, de zeer beroemde Doctor Menelaus Winsemius. Ooit was ik eigendom van de zeer beroemde Erasmus van Rotterdam, wiens handschrift her en der op mijn bladranden te zien is. Andreas Roorda was hoogleraar in de logica te Franeker; hij overleed op 1 augustus 1626 en werd bij zijn vader Carel begraven in de Grote Kerk te Leeuwarden.

Bijzonder is de laatste bladzijde van de Plutarchus uit 1509. Bijna onderaan heeft Erasmus het gebruikelijke "Sum Erasmi" geplaatst. Het drukkersmerk van Aldus Manutius, de dolfijn en het anker waarom deze zich windt, heeft hij met pennenstreekjes reliëf gegeven. Direct daaronder heeft Erasmus een lofdicht op de drukker in het Grieks geschreven. Daarin herinnert hij aan de ZevenWijzen, staatslieden uit de 7de en 6de eeuw vóór Chr., die hun levensleer in spreekwoordelijk geworden korte gezegden hebben geformuleerd, bijv. Ken uzelf en Overdrijf niets. Mogelijk heeft Erasmus zich laten inspireren door het aan Plutarchus toegeschreven "Gastmaal van de zeven wijzen". De namen van de wijze mannen zijn Thales van Milete, Solon van Athene, Periander van Corinthe, Cleobulus van Lindus, Chilo van Lacedaemon, Bias van Priëne en Pittacus van Mytilene. Hoeveel bewondering Erasmus had voor drukker Aldus Manutius, mag blijken uit de volgende vertaling van de dichtregels: Er waren ooit zeven wijzen in het oude Griekenland; nu is onder ons Aldus de Romein als achtste opgestaan.
* De Galenus was mogelijk al vóór 1626 in de collectie van Frieslands universiteit beland; de catalogus van dat jaar geeft geen herkomst van dit boek aan.

Vergeten en herontdekt

De eerder genoemde Franeker catalogus van 1644 is mogelijk samengesteld door Winsemius' leerling en opvolger Johannes Antonides van der Linden, die tevens een bekwaam (medisch) bibliograaf was; in januari 1975 - ik was toen pas driekwart jaar als wetenschappelijk medewerker in dienst van de Provinciale Bibliotheek - is een zeer zeldzaam exemplaar van die catalogus aan de PB geschonken door J.J. Kalma, de Friese bibliograaf, historicus en vroegere bibliothecaris van het Fries Genootschap. In latere catalogi is de herkomst "van Erasmus" steeds minder overgenomen. De Franeker Erasmiana zijn in vergetelheid geraakt. Bij de Erasmusherdenkingen van 1936 en 1969 waren ze ook niet bekend.

Bij de beschrijving in 1977 van de incunabelen in de PB, de tot en met 1500 gedrukte boeken, werd de Dioscorides herontdekt. Tot op de dag van vandaag prijs ik mij gelukkig dat de toenmalige directeur dr. S. Douma mij voor die catalogisering had aangetrokken. Begin 1974, twee maanden vóór mijn aantreden medio maart, heb ik bij toeval voor het eerst een boek gekocht over Erasmus: "rebel tegen wil en dank", door Annet van Battum (Amsterdam 1969). In februari bezocht ik de tentoonstelling "De vijfhonderdste verjaring van de boekdrukkunst in de Nederlanden". Dat was te Utrecht waarheen de tentoonstelling van de Koninklijke Bibliotheek te Brussel verhuisd was. Ik kocht de catalogus, in feite een handboek dat duidelijk maakt wat het boekbedrijf tijdens de 15de eeuw in de Nederlanden te betekenen heeft gehad. Dat ik prof. Dr. E.G.A. Galama en andere medewerkers aan die tentoonstelling naderhand te Leeuwarden en elders zou ontmoeten, kon ik toen nog niet bevroeden. Evenmin dat ik Erasmiana zou herontdekken.
* Een vervolgonderzoek van de postincunabelen (1501 tot en met 1540) bracht in 1979 de andere vier Erasmiana weer aan het licht. Tien jaar later en verder uitgewerkt in 1994 verscheen: Erasmus' handexemplaren: vijf Griekse Aldijnen in de Franeker collectie van de Provinciale Bibliotheek van Friesland te Leeuwarden. Voor De Vrije Fries werd in 2000 onder de titel Vroeger eigendom van Erasmus nogmaals een artikel geschreven over Erasmiana, en wel met de ondertitel Boeken uit zeventiende-eeuwse veilingcatalogi en in Praedinius' brief van 1554.

Werken van Erasmus

In 1986 werd herdacht dat Erasmus 450 jaar geleden was gestorven. Die herdenking is in de PB aangegrepen voor de uitgave van een Catalogus van werken door Erasmus van Rotterdam geschreven of uitgegeven, aanwezig in de Provinciale Bibliotheek van Friesland. Ook de Buma-bibliotheek, de bibliotheek van het Hof van Friesland en de boekerij van de voormalige Jezuïetenstatie te Leeuwarden zijn hierbij betrokken, alle in hetzelfde gebouw aan de Boterhoek 1 ondergebracht. Bij de 124 titelbeschrijvingen zijn de eigendomsmerken van vroegere bezitters vermeld.
* Ook zijn enige bijzonderheden van de boekbanden aan de titelbeschrijvingen toegevoegd. Voor de rangschikking van de titels is de indeling gevolgd van Ferdinand van der Haeghen, Bibliotheca Erasmiana, Répertoire des oeuvres d'Erasme: I Éditions de ses oeuvres, II Auteurs publiés, traduits et annotés par Erasme, III Sources, Gent 1983; reprints Nieuwkoop 1961, 1972.
* In welke steden en door welke drukkers/uitgevers de beschreven Erasmiana zijn geproduceerd vindt men aan het eind in een register. Een tweede register vertelt wie de eigenaars, schenkers e.d. van de boeken waren.
* Van de vroegere eigenaars noemen we hier alleen Friezen. Wie de PB enigszins kent, zal zich er niet over verbazen dat de namen universiteitsbibliotheek Franeker, Joost Hiddes Halbertsma en Fries Genootschap het vaakst voorkomen. Petrejus Tiara, zoals Pieter Tjeerds zich chique noemde, was de eerste hoogleraar Grieks te Franeker. Na zijn overlijden in 1589 is zijn bibliotheek aangekocht om de universiteitsbibliotheek van een basis te voorzien. Bekende en minder bekende namen zijn verder o.a. die van Johannes Arcerius Theodoretus, Seerp Brouwer, L. van Burmania, P. de Clercq (acht maal), J. Dirks, Aggaeus Gellii, Anthonius Kann, Sibrandus Leo, Sibrandus Lubbertus, Georgius Roorda, P.H. van Terwisga, Willem Frederik. Een keuze uit de titelbeschrijvingen volgt hieronder.

Spreekwoorden en gezegden

De oudste aanwezige Adagia-uitgave is door Johann Froben gedrukt, te Bazel in 1526; nr. 1 van de catalogus. Deze uitgave in folio, groot formaat, is voorzien van een alfabetisch register van de spreekwoorden. Een selectie uit de 4151 Adagia is tien jaar geleden in het Frans vertaald en samen met de "Eloge de la folie" te Parijs uitgegeven; B 38044. Misschien meer algemeen toegankelijk maar in elk geval erg mooi gedrukt op dun papier is "Adagia: vom Sinn und vom Leben der Sprichwörter", Zürich, Manesse, 1984, "ausgewählt, übersetzt und erläutert von H. Knecht"; A 4570.
* Van "Apophthegmatum ex optimis utriusque [= Gr. & Lat.] scriptoribus per Des. Erasmum Roterodamum collectorum libri octo (vgl. nr. 7, ed. Keulen 1547) is door Lambert van den Bosch een Nederlandse vertaling gemaakt onder de titel "Gedenkweerdige spreuken"; nr. 8. Drukker en boekverkoper Hendrik Rintjes in de Leeuwarder Peperstraat heeft de vertaling in 1672 uitgegeven. Op het titelblad drukte hij een afbeelding af van de gevelsteen "in de zaadzaaijer" waaraan zijn winkel te herkennen was. In 2001 verscheen te Würzburg een Duitse vertaling van Heribert Philips met de omslagtitel Spruchweisheiten. - Met Boeken van en over Erasmus in de Provinciale Bibliotheek van Friesland is in 1992 een aanvulling op de catalogus 1986 gegeven. De titels van sindsdien verworven boeken m.b.t. Erasmus worden verder nog steeds verzameld met het oog op een mogelijke herziene uitgave van de Erasmus-catalogus.

"Het boekje van Erasmus aengaende de beleeftheidt der kinderlijcke zeden" is in 1969 door de universiteitsbibliotheek van Amsterdam met een inleiding door bibliothecaris H. de la Fontaine Verwey opnieuw uitgegeven; nr. 14. Het was een herdruk naar de Latijns-Nederlandse uitgave van 1678, ter gelegenheid van de 500-ste terugkeer van de geboortedag van Erasmus. Het niet met zekerheid bekende geboortejaar wordt tegenwoordig trouwens weer vaker op 1467 gesteld.
* De "Colloquia" van Erasmus, gesprekken van meestal twee, soms meer personen, zijn aanwezig vanaf de Elsevier-editie Leiden 1643; nr. 15. Het kleine maar dikke pocketboek bevat een "Colloquiorum index". Uit het volgende jaar stamt de Nederlandse vertaling, Tot Campen ghedruckt by Arent Benier; nr. 16. In de eerste helft verschenen in de serie Wereldbibliotheek vier deeltjes met telkens een "twaalftal samenspraken van Desiderius van Rotterdam", Amsterdam resp. Antwerpen [1905]-1939; nr. 24. De vertalingen zijn van N.J. Singels en C. Sobry.
* Een zeer nuttig boekje schreef Erasmus over het opstellen van brieven. De PB-collectie bevat twee edities, waarvan de oudste gedrukt is in 1629 te Amsterdam; nr. 26. Wat was de kunst van het schrijven van een brief, in het Latijn wel te verstaan, en aan welke compositieregels moest men zich houden? De vele nieuwe uitgaven bewijzen het succes in en zelfs ook na het tijdperk van het humanisme, zolang Latijn de wereldtaal in geletterd Europa was.
* Als onderwijsman manifesteert Erasmus zich ook in "De recta Latini Graecique sermonis pronuntiatione dialogus"; vgl. nr. 31, editie Lyon 1528. Een Duitse vertaling, Dialog über die richtige Aussprache der lateinischen und griechischen Sprache, is nummer 32 van de catalogus. Eveneens de vorm van een gesprek heeft de Ciceronianus, waarin Erasmus schrijft hoe men zich de beste stijl kan eigen maken. In beide werken toont hij zich ook weer pedagoog, omdat hij het tevens heeft over wat de beste humanistische opvoeding is. Verschillen in de uitspraak van het Latijn zijn er tegenwoordig nog, afhankelijk van het soort gymnasium dat men gevolgd heeft: Caesar wordt uitgesproken als Sézar, Tsézar of Kaizar.

Brieven

Erasmus schreef brieven zó dat ze gepubliceerd konden worden. In het algemeen waren de brieven van humanisten een soort wetenschappelijke tijdschriften. Dankzij P.S. Allen resp. diens vrouw H.M. Allen en H.W. Garrod is er een monumentale uitgave van de brieven van en aan Erasmus. Zij bestaat uit 11 delen en een twaalfde met indices. De Clarendon Press te Oxford drukte de uitgave in de periode 1906-1958; nr. 45. Een complete Franse vertaling verscheen in evenveel delen te Brussel in de jaren 1967-1984; nr. 49.
* Een Erasmiaan, een bewonderaar van Erasmus, heeft de Franeker professor voor Hebreeuws, Johannes Drusius, zich getoond met zijn uittreksels in handschrift uit de brieven van Erasmus. Een lijst met verwijzingen naar de uitgave van Allen bespaart de geïnteresseerde het lezen van het moeilijke handschrift; Leeuwarden 1991, Pc 10474/bis.
* Alleen een keuze uit de brieven is in het Duits vertaald; nr. 49a. Hetzelfde geldt voor het Nederlands; vgl. nr. 46 en "Erasmus: een portret in brieven, vert. door J. Papy, M. van der Poel & D. Sacre", Amsterdam/Mortsel 2001, in de PB onder boeknummer B 38531. In april van dit jaar maakte de Rotterdamse uitgeverij Ad. Donker bekend dat de volledige correspondentie in het Nederlands vertaald wordt. Het project zal 22 delen omvatten plus een deel met een index. De komende drie jaar zullen de eerste zes delen verschijnen, waarvan de eerste twee al in 2003. In totaal zal de publicatie van de 3600 brieven van en aan Erasmus twintig jaar vergen.

En dan het bekendst gebleven werk van Erasmus, de Lof der zotheid. We noemen weer de oudste aanwezige druk, 1526 (nr. 55), met op het titelblad o.a. het wapen van Keulen waar drukker Eucherius Cervicornus werkte. Nederlandse vertalingen vindt men in de catalogus 1986 onder nummer 56 (Antwerpen 1584), 61 (Amsterdam 1666), 62 (A'dam 1700, met konstplaten), 65 (A'dam 1922, met prentjes naar penteekeningen van Hans Holbein den jongeren), 66 (A'dam 1949, Latijn en Nederlands), 68 (Kampen z.j.). Nr. 67 is een Engelse vertaling, New York [1953], illustrated with woodcuts by Franz Masereel. De pentekeningen van Hans Holbein jr. in een exemplaar van de Bazelse editie van 1515 zijn algemeen bekend sedert de gravures van Kaspar Merian in de uitgave Bazel 1676. Als Prisma-pocket 1359 produceert uitgeverij Het Spectrum te Utrecht regelmatig een herdruk van de vertaling door A.J. Hiensch uit 1969 met Holbeins illustraties. De tekst zowel in het Latijn als het Nederlands verscheen in 1992 als Prisma-boek 2828; B 36507. Er zijn nog nieuwere vertalingen in de collectie opgenomen, door P. Bange, met de tekeningen van Holbein (Nijmegen 2000; C 50371), en door H.J. van Dam (Amsterdam 2001; B 38475). Er is ook een Friese vertaling, door P.W. Brouwer: De lof van de healwizens, Rotterdam [1993]; 9192 fr/bis.

Verzamelde en kleinere werken

Omdat zijn gezondheid mede door de strijd tegen Luther achteruit was gegaan, maakte Erasmus op 20 januari 1527 een testament. Op 12 februari 1527 schreef hij zijn laatste wilsbeschikkingen; in 1534 heeft Erasmus een inventaris van zijn bezittingen opgemaakt. In zijn testament heeft hij bepaald dat zijn erfgenaam Bonifacius Amerbach en de executeurs-testamentair Beatus Rhenanus uit Schlettstadt, Basilius Amerbach en Hieronymus Froben moesten zorgen dat zijn verzamelde werken werden gepubliceerd, indien mogelijk bij Froben of bij een ander, als het maar met smaak gebeurde. Twintig exemplaar van elk boekdeel moesten zorgvuldig ingebonden worden en vervolgens verzonden naar bepaalde personen en bibliotheken: Engeland en de Nederlanden worden daarbij het vaakst genoemd. De uitgave verscheen in 1540-1541: negen delen met in deel acht een zeer gedetailleerd register. De indeling had Erasmus zelf voorgeschreven. De Franeker universiteitsbibliotheek bezat al vóór 1600 een exemplaar; nr. 69. Ook de bibliotheek van het Hof van Friesland bezat er een; nr. 70.
* De Leidse uitgever, drukker en boekverkoper Pieter van der Aa zorgde in de jaren 1703-1706 voor een nieuwe uitgave: de redactie over de tien delen in groot folio kreeg de Amsterdamse remonstrantse theoloog en filoloog Johannes Clericus, d.i. Jean Le Clerc (1657-1736). Een van de argumenten was dat complete exemplaren van de editie Bazel 1540 zeer schaars en zeer duur waren geworden. Nog steeds is deze Leidse editie de beste van Erasmus' verzamelde werken; nr. 71, uit de bibliotheek van het Hof van Friesland. Citeren naar deel en kolom van deze uitgave zal nodig blijven zolang de nieuwste uitgave, die sinds 1969 te Amsterdam verschijnt, nog niet compleet is; vgl. nr. 74.
* Een Engelse vertaling, Erasmus' Collected Works, wordt sedert 1974 uitgegegen door de University of Toronto Press; nr. 75. Een selectie in het Frans, Oeuvres [morales et philosophiques] d'Erasme, is te Parijs verschenen in de jaren 1933-1936; nr. 72. Ausgewählte Schriften, Latijn en Duits naast elkaar, zijn in acht delen uitgegeven door de Wissenschaftliche Buchgesellschaft in Darmstadt; nr. 73.

Honderd jaar nadat de Opera omnia bij Froben waren verschenen, heeft de Leidse drukker Joannes Maire 27 deeltjes met een keur aan kleinere werken van Erasmus gepubliceerd. Een Erasmus-kenner, mogelijk Petrus Scriverius (1576-1660) die in 1650 blind is geworden, heeft de keuze gemaakt. Een groot deel van die populaire uitgave in zakformaat is in acht bandjes aanwezig in de Buma-bibliotheek; nr. 7, boeknummer Buma 911. De aankoop van de privé-bibliotheek van de Friese classicus Lieuwe Annes Buma (1796-1876) was de eerste die voor de uit diens legaat gestichte Buma-bibliotheek gedaan werd door de provincie. De genoemde Maire-Erasmiana maakten daar deel van uit. Buma was er bijna in geslaagd een kleine twee eeuwen na verschijnen een complete set bijeen te brengen. Erasmus' De conscribendis epistolis heeft hij nog onder signatuur Buma 192 (nr. 27 van de Erasmus-catalogus 1986) aan zijn collectie kunnen toevoegen: een uitgave in hetzelfde formaat maar verschenen te Amsterdam bij Henricus en de weduwe van Theodorus Boom in 1682. Niet in de Buma-collectie maar wel in die van de Provinciale Bibliotheek zijn aanwezig de edities Maire 1642 van "Erasmi Roterodami vita" met "Epistolae illustres plus quam septuaginta", die door Erasmus zelf op gevorderde leeftijd geschreven zijn en niet voorkomen in de grote Bazelse band, en Maire 1641 van "Lingua" (nr. 96) en Maire 1651 "De ratione studii" (in nr. 60).

Een parafrase of verklaring door Erasmus van vooral de canonieke brieven van de apostelen Jacobus I, Petrus II, Johannes III en Judas I is uit het Latijn in het nederlands vertaald door J.P.S. en in 1593 gedrukt door Harmen Jansz. Muller; nr. 81. Ten onrechte heeft men die vertaling wel toegeschreven aan de Zeeuw Jan Philipsz. Schabaelje (ca. 1586-1656). De initialen staan echter voor Johannes Petri Sannes, grietman/burgemeester van Weststellingwerf (1578 - ca. 1600) resp. van Visvliet (1604-1618), de heerlijkheid die in 1637 door de Staten van Friesland aan de Ommelanden is verkocht. Vanwege de Friese vertaler was dit exemplaar eertijds opgenomen in de bibliotheek van het Fries Genootschap, die in de jaren 60 van de vorige eeuw grotendeels aan de PB is geschonken.
* Zeer zeldzaam is "Een costelijc ende devoot boecxken van die bereydinge totter doot, gemaect van den eerweerdigen ende vermaerden leraer Erasmus van Rotterdam int jaer van [15]34, int latijn eert wtgegeven ende nu met groter neersticheit in onser spraken overgeset". Volgens het colofon is het gedrukt te Leiden door Jan Mathijszoon in 1555; nr. 83. Als opvolger van Peter Janszoon, die voor Bartholomeus Jacobszoon in Amsterdam rond 1540 enkele Erasmusvertalingen had gedrukt, heeft Jan Mathijszoon op het titelblad de randversiering met het merk van genoemde Bartholomeus gebruikt. Tussen 1534 en 1616 heeft deze uitgave zeker 17 drukken beleefd! Aanleiding tot het schrijven van dit boekje was Erasmus' verergerende en ondraaglijk wordende ziekte: nierstenen, jicht, gewrichtsreuma, maagproblemen. Eind mei 1535 liet Erasmus zich in een soort draagstoel uit Freiburg naar Bazel brengen, de stad die hij zes jaar eerder verlaten had. Begin oktober verkocht hij zijn huis in Freiburg en liet hij zijn bezittingen overkomen naar Bazel.

Klacht van de vrede

Van de "Querela pacis" (nr. 87: Bazel, Johann Froben, [1518]) zijn behalve in de vertaalde complete werken van Erasmus of een selectie daaruit nog aanwezig de vertalingen "La plainte de la paix" (nr. 89: Parijs 1924), "De klacht van de vrede die overal door alle volken verstoten en vermoord wordt" (nr. 90: Amsterdam 1947) en "Vrede's weeklacht ..." (Baarn 1989; C 41333). In navolging "des gheleerden ende wiitberoemden D. Erasmi Roterodami" schreef de gematigde contraremonstrant Godeschalcus Aeltius, die van 1608 tot 1616 predikant was te Bolsward, ook een Querela pacis, maar met de verklarende ondertitel "Vreden-clacht aen die Vereenichde Nederlanden". Gedrukt werd dit boekje door Abraham van den Rade te Leeuwarden in 1612; nr. 88. De Friese humanisten Sibrandus Siccama, jurist en secretaris van Bolsward 1602-1622, en Godefridus Sopingius, predikant te Bolsward 1604-1615, droegen elk een gedicht bij. Humanisten dichtten in het Neolatijn, maar in dit geval hebben Siccama en Sopingius een uitzondering gemaakt: in het Nederlands konden ze een groter publiek bereiken. Tijdens het Bestand in de oorlog met Spanje waren er, ook in Friesland, interne twisten. In de gedichten wordt de erasmiaanse vrede bepleit, opdat de eenheid van en binnen kerk en staat niet langer wordt bedreigd. Met Thomas Herbajus, die procureur-generaal was bij het Leeuwarder Hof (1603-1613) en van wie Neolatijnse hekeldichten bekend zijn, en vijf anderen hadden beiden tijdens hun studie te Franeker op kamers gewoond bij professor Johannes Arcerius. In de geest van Erasmus werd daar gestudeerd en ongetwijfeld hebben die studenten de boeken met aantekeningen van de hand van Erasmus in de bibliotheek van hun hooggeleerde hospes bewonderd.

Uitgegeven of vertaald door Erasmus

Van de door Erasmus opnieuw uitgegeven werken verdienen hier in elk geval die van Hieronymus (nr. 108) en het Nieuwe Testament een vermelding. Het eerste is de negendelige uitgave die in 1536-1538 te Bazel gedrukt is door Hieronymus Froben en Nicolaus Episcopius. Dit exemplaar was al voor 1626 aanwezig in de Franeker; rond 1650 is het herbonden in vier perkamenten banden met het stempel van de academiebibliotheek in blinddruk. Het tweede, het Nieuwe Testament is met drie uitgaven vertegenwoordigd in de collectie: Antwerpen 1537, Bazel 1538, Bazel 1570; nr. 116-118. Erasmus' Annotationes of aantekeningen op het Nieuwe Testament zijn er in het Latijn (Bazel 1542; nr. 119) en in een Nederlandse vertaling van J.H. Glazemaker (Amsterdam 1663; nr. 120). In 1990 verscheen "Erasmus' annotations on the New Testament" bij E.J. Brill te Leiden; D 15860. Drie exemplaren van Erasmus' Paraphrasis, dat is Verklaringhe op het Nieuwe Testament, in de vertaling van Ellert de Veer, volgen: Den Haag 1626-1628, Amsterdam/Haarlem 1639, Rotterdam/Gouda 1660; nr. 121-123.

Uit het Grieks in het breder toegankelijke Latijn vertaald heeft Erasmus onder andere stukken van Galenus, Lucianus en Plutarchus. Bij Galenus gaat het om de eerste drie stukken aan het begin van deel I: Exhortatio ad bonas arteis, praesertim medicinam (nr. 107: Leiden 1812); De optimo docendi genere liber, in quo adversus Academicos Pyrrhoniosque disputat (in nr. 105 en 106: Antwerpen, Plantijn, 1569 resp. Parijs 1621); Qualem oporteat esse medicum. Dit zijn Aansporing tot de schone kunsten, vooral de geneeskunst; Boek over de beste soort onderwijs; Welke kwaliteiten een arts behoort te hebben.
* "Dialogi aliquot, D. Erasmo Rot. Et Thoma Moro interpret." luidt de titel van de vertalingen die Erasmus en Thomas More in een soort wedijver hebben gemaakt. In de Erasmus-collectie van de PB bevindt zich de editie Lyon 1541; nr. 113. Een schooluitgave van Lucianus' Timon met de Latijnse vertaling van Erasmus is nr. 114 (Leiden 1652). De eerste Lucianusvertalingen verschenen te Parijs, op 13 november 1506. De op de keerzijde van het titelblad van nr. 87 (Querela pacis - Bazel [1518]) opgesomde vertalingen van Erasmus resp. Thomas More ontbreken helaas aan dat exemplaar.
* Drie Plutarchusvertalingen van Erasmus zijn aanwezig in de editie Bazel, Froben, 1516; in nr. 52. De Latijnse titels kunnen als volgt geïnterpreteerd worden: Hoe een vleier van een vriend te onderscheiden; Hoe te profiteren van vijanden; Een vorst moet ontwikkeld zijn, vooral de filosoof moet met hem disputeren.
* De Griekse uitgaven uit de drukkerij van Aldus Manutius die Erasmus bezat, zijn behalve voor het opsporen van spreekwoorden, gezegden e.d. ook gebruikt voor vertalingen: de Lucianus van 1503, Plutarchus' Moralia van 1509 en de Galenus van 1525. Op het titelblad van de eerstgenoemde uitgave schreef Thomas More nog eens de naam van de auteur Lucianus: voor zijn vertalingen heeft More het exemplaar van zijn vriend Erasmus gebruikt. Men denke hierbij aan het eerste adagium van Erasmus:

"amicorum communia omnia", d.i.
onder vrienden is alles gemeenschappelijk.