|
>> HOMEpage
De grote resp. Latijnse school te Leeuwarden
Aantekeningen m.b.t. Johannes Fungeri
M.H.H. Engels, februari 2013
Johannes Fungerus verwisselde in 1607 het rectoraat van de Grote of
Latijnse School in Oost-Oldehoofster espel (West-Minnema) te Leeuwarden met dat van de Latijnse school te Franeker. Zijn opvolger in de Friese hoofdstad werd Edo Neuhusius. Wopke Eekhoff situeerde de toenmalige Leeuwarder school in "Aed Lewerd", Grote Kerkstraat hoek Wijde Gasthuissteeg; vgl. Geschiedkundige beschrijving van Leeuwarden 1846, dl. I, blz. 151.
Dat de school echter oostelijker, tegenover de gasthuiskerk lag, blijkt uit een transportakte van 1587 (consent 3 febr.), volgens welke de
echtelieden Jan van Loo en Syouck Abbe dochter aan Machtelt Dirck Beyermans dochter verkocht hebben de "huysinge mette
leedige plaetse, putte ende schuyre tsampt het bleeckfelt ende den vrijen utganck achter nae't water ... in de
Kerckstraet, hebbende voor ande straate het Gasthuyskerck op 't Zuydt, de ledige plaetze van de schoole tot aent staeket
staende ten Noorden ende de muyre totte schoole behorende achter ten Oosten, Meynert metzeler ten Westen ende de
dwerssteege gelegen achter aen de
voors. schuyre ten Noorden".
In 1618 wordt een "dwarssteechien achter de Schole" vermeld; Gr. Cons. 25 recto. Wiardus Meinardi, secr. van GS van
Groningen, verkoopt dan aan advocaat Doctor Suffridus Baerd zijn huis in de Grote Kerkstraat; "den grote Schole ten
Oosten". - Henk Oly doet onderzoek naar de geschiedenis van de huizen tussen Wijde Gasthuissteeg en Pijlsteeg n.a.v. de aankoop en geplande verbouwing van die panden door het Anthony gasthuis.
In het belastingregister uit 1606, 2 oktober, met de beschrijving van het aantal schoorstenen
per huis worden in het Oosterquartier van Oldehoofster espel zonder vermelding van de straat, in dit geval de Grote
Kerkstraat, o.a. de volgende bewoners genoemd aan de Noordzijde van West naar Oost met het aantal aangeslagen schoorstenen. De grote school,
een overheidsgebouw, was vrij van belasting en komt dus in deze lijst niet voor.
27. Anne Lourens wedue 2
28. Hendrick Harmen z. 3
29. Marten Gerrit z. 1
30. Dr. Johannes Velcyes 7
31. Dr. Heimans 7
32. Wibe messlaer wedue 2
33. Auke Pirsen 2
34. Docter[!] Johannes Fongeris 5
35. Meinert meslars wedue 1
36. Harmen Olfert z. 1
37. Otte Otte z., meslaer 1
Ter vergelijking diene het detail hierboven van de Leeuwarder
plattegrond door Johannes
Sems uit 1603, met van links (West) naar rechts (Oost) het water [~], de Wijde Gasthuissteeg [w], de Nauwe Gasthuissteeg
[n] en de Pijlsteeg [p]. Het dubbele huis [V] ten Oosten van het water was dat van Johannes Wilhelmi Velsius (1530-1600),
die van 1566 tot 1575 rector van de Grote school is geweest; vgl.
hier. Rechts daarvan, het huis eigendom van en bewoond
door advocaat Dr. Eelco Heijmans: zijn kinderen verkochten het in 1644 voor 2500 gg. aan luitenant-kolonel Michael
Potter; Gr. Consentboek 198. Ten Westen van de Wijde Gasthuissteeg Aed Lewerd; het huis van rector Johannes
Fungeri en dat van metselaar Meinert ten Oosten van die steeg. De Grote school [G] had ten Oosten een toegangspoortje:
Sems heeft per vergissing zijn aanduiding van de school (en poortje) met nummer 20 geplaatst bij een ander poortje een
stuk westelijker. Fungerus woonde gehuurd op het huidige huisnummer 47, heel dicht bij de school. Ter plekke van nr. 49, tussen Fungerus' huis en de grote school, is in of kort voor 1630 nieuwbouw* gepleegd; mededeling van Henk Oly.
Op de plattegrond van Leeuwarden in het Stedenboek van J. Blaeu (1649) is daar nog geen bebouwing te zien; bovendien situeert Blaeu de "Stads Schoole", legenda nr. 27, nog steeds op de plek die Sems aangeeft. Blaeu's plattegrond geeft in elk geval wat dit betreft niet de toestand van rond 1644 weer, maar die van vóór 1630, zelfs van vóór de nieuwe Latijnse school, van vóór 1624/25. De grote school werd waarschijnlijk zo genoemd vanwege de grootte van het pand. In de consentboeken is immers wel vaker sprake van een "groothuys" als een grote of dubbele woning
beschreven wordt.
Metselaar Otte Ottes al bij leven van zijn vrouw zaliger in grote schulden geraakt, weduwnaar met vijf minderjarige kinderen,
verkocht in 1611 aan Bartholemeus Janssen armebediener en Anna Borchertsdr. echtelieden zijn "twee camers staende bij de
grote schole in de stege over het gasthuys, Aelxke Caerls camer ten Westen, Lod Pyters ten Zuyden"; GC 111 verso.
* In een akte van 29 oktober 1630 (HCL 3626, oud inv.nr. ee-12, fol. 62v) die niet in klapper K 30.2 verwerkt is, wordt het nieuwe huis genoemd:
Utse Juckis zn. Mr. metselaer ende Wytske Utsis dr. [echtelieden verkopen voor 1060 goudgulden aan het echtpaar] Jacob Jansen Mr. snijder ende Trijntie
Luytiens ... huysinge ende daerachter ledige plaets met d'vrije uitganck daerbij sijnde ... Grote Kerckstraet ... de erffgenamen van Reyner
Harmens ten Westen ende Epe kistemakers nieuw gemaeckte huisinge ten Oosten. Revanchering voor Henks mededeling: het patroniem van kistenmaker
luidde Johannis blijkens een akte van 16 augustus 1652 (groot consent 1 juli 1653). Douwe Waetses olieslager verkocht aan oud-burgemeester
Harmen Harckes huisinge, keucken, hovinge ... Grote Kerckstraete ... de genoemde strate ten Suiden, d'mande stege ten Noorden, Epe Johannis kistemakers huisinge
ten Westen met een mande staquettinge ende finalick Joost Egbarts kleermr. ten Oosten. Onderzoek bij de restauratie van de woningen tussen Wijde Gasthuissteeg en Pijlsteeg in 2014/15
wijst erop dat waarschijnlijk dakspanten en dakpannen van de afgebroken Latijnse school voor genoemde nieuwbouw gebruikt zijn, zoals Henk Oly voorjaar 2015 vertelde
tijdens een HCL-zondagmiddaglezing.
School én poortje worden genoemd in het Groot Consentboek: "Jantyen Lourens dr. weduwe wijlen Davitdt Plancq binnen deser stede Leuwarden woenachtich voer mij selven voor d'eene helffte, ende als moeder ende wettige voerstanderse van Ysaack Davitdis mijn jonxte kindt ... te vercoopen bij desen Jan Jan Davitdtszn. onsen respective soene ende broeder sampt Geert Harmens dr. sijn echte huysvrouwe ... zeeckere huyssinge met den loodts ende achterplaetse vandien sampt vordere annexen ... in den Groete Kerckstraete ... hebbende den weese ende erffgen. van Vincent vanden Broecke ten Oosten ende den groote schoole aldaer benevens den Inganck vandien ten Westen ... daer die coepers althans selffs inne woenen ... vyer caemers achter d'voornoemden huyssinge ..."; GC ee-4, 68v, 26 febr. 1602.
Bij de zwartwitafbeelding: V = Velsius, w = Wijde Gasthuissteeg, F = Fungerus, gs = grote school, n = Nauwe Gasthuissteeg, p = Pijlsteeg; g = Anthony gasthuis, k = gasthuiskerk, b = beijer.
Meester Lambert 1525-1531+;
Meester Thys 1531-;
Mr. Wybrant van Hallum -1566, 1580-1586;
Johannes Wilhelmi Velsius 1566-1575;
Mr. Albert Willemsz.;
Johannes Fungeri 1592/3-1607;
Edo Neuhusius 1607-1638+;
Henricus Kolde
Rectoren van de Grote resp. Latijnse school
Piter van Tuinen, die nog dit jaar (2013) een monografie hoopt te publiceren over de Latijnse school van Leeuwarden
in de zes- en zeventiende eeuw, zond de volgende lijst (t/m Neuhusius):
Henricus Geldorpius 1550-1555
L. Gratema 1555-1558
Wibrand (Revius) van Hallum 1558-1566
Albert Willems 1566-
Johannes Guilielmi Velsius -1576
Funger Janszoon 1576-1580
Wibrand (Revius) van Hallum 1580-1588/89
Joannes Fungerus 1588/89-1607
Edo(ardus) Neuhusius 1607-1638 (van 1608 tot 1612 onder supervisie van Nicolaus Mulerius)
vervolg:
Henricus Kolde 1638-1652
Tobias Gutberleth 1652-1662
Caspar Rombergius 1663-1691
Samuel Munckerus 1691-1697
Isaac Valckenier 1697-1719
Edo Neuhusius |
Edo Neuhusius (Steinfurt 1581 - Leeuwarden 1638), die rector was van 1607 tot 1638, woonde in de Kleine Kerkstraat, aan
de Westzijde, tegenover "de
Bock", thans nr. 25 resp. 28; vgl. Gr. Cons. 1626 (271) en 1637 (243). Nr. 25 ligt recht tegenover de Bagijnestraat en
huisvest tegenwoordig de orgelmakerij Bakker & Timmenga. Nadat in 1625 de nieuwe Latijnse school op de Oosthoek van de
Bollemanssteeg met de Bagijnestraat ingericht was, was de weg naar school
voor Neuhusius met de helft bekort.
Hiernaast het portret gegraveerd door Jacob Suyderhoef, volgens Eekhoff naar Wybrand de Geest. De zinspreuk "Non vidi
derelictum iustum" ontleende Neuhusius aan Psalmen 36;25 (De rechtvaardige heb ik niet in de steek gelaten gezien); hier niet afgebeeld; evenmin
het randschrift "Edo Neuhusius gymnasiarcha Leowerdianus aetatis LVIII Provinciae litt. XXXI obiit VII Martii MDCXXXVIII"
(Edo Neuhusius, rector van het Leeuwarder gymnasium op 58-jarige leeftijd, na een 31-jarig dienstverband als provinciaal taalgeleerde
overleden op 7 maart 1638.
Henricus Kolde hield bij zijn aantreden een rede, Oratio de utilitate scholasticae institutionis, Leovardiae 1638. Waar hij woonde, is nog niet gevonden.
De latere rector Tobias Gutberleth woonde gehuurd in een van de twee huizen in de Bagijnestraat die luitenant Johannes Heemstra in 1662 verkocht aan zijn oom Pibo van Doma, secretaris en advocaat van de Ed. Mog. Staten van Friesland, en diens echtgenote Josina van Aysma. Ze waren gebouwd door Tobias' "bestevader Jacob Pibes Doma cum uxore"; het andere huis werd bewoond door Dr. Hachtingius, volgens HCL klapper 30.2 de medicus Nicolaas. De "wedue van de bouwmr. Marcelus Goverst[!] mede ten Oosten ende Reinier de Swart passementwercker ten Westen". De beide huizen kossten samen 2000 goudgulden ofwel 2800 Carolusgulden; Groot Consent 11 [of 14?] november. Aan dezelfden werd tegelijkertijd voor 2248 goudgulden ofwel 3147 Carolusgulden en vier stuivers het huis "op de smalle niuwe Stadt" verkocht, "bij Jacob Dirx mr. schoenmaecker cum sociis altans bewoont ... de wedue van de boumr. Marchelus Goverts ten Oosten ... de erffgenamen van de burgemr. Jacob Stevens ten Westen"; dat huis was Heemstra van Siouck Fogelsang "mijn w. bestemoeder ... aenbeerft". - Nicolaus Hachtingius en zijn vrouw bezaten volgens een koopbrief van 29 april 1662 een huis in de St. Jacobsstraat [westzijde, thans nr. 21], "waeruit de echtel. sijn verstorven"". Dat blijkt o.a. uit de inventaris die na het overlijden is opgemaakt op verzoek van "Harmannus S.S. Minist. Candid. volle oom ende geauthoriseerde curator over Catharina Hachtingius olt ontrent vier jaer op aengeven van Berbercke Arents huisbewaerster". In de boedelbeschrijving (HCL y44, p. 409-433) komt het nodige zilver voor alsmede op blz. 426 t/m 433 boeken in folio, "in mindere gedeelten" en in octavo. Nicolaas schijnt korte tijd rector geweest te zijn van de Latijnse school te Franeker, mogelijk in 1658.
Opvolger Caspar Rombergius woonde als huurder in wat
tegenwoordig Grote Kerkstraat 47 is. Hij wordt genoemd als naastleger ten Oosten van het huis bewoond door "Mr. Feyo
Dircs Lovensma cum uxore ende kinderen", dat Gerrit Franssen Oosterman uit Lioessens in Oostdongeradeel in 1691 verkocht
aan Maria van den Bergh weduwe Hamerstein; de [Wijde] Gasthuissteeg ten Westen van het verkochte pand; Groot Consentboek
fol. 174v.
Over de nieuwe Latijnse school handelt paragraaf 11 van het achtste hoofdstuk ( d.i. het begin van het tweede deel) van Eekhoffs Geschiedkundige beschrijving van Leeuwarden, blz. 31-33. Paragraaf 13 volgt; § 12 komt in dat hoofdstuk niet voor!
>> begin
|
|